Janneke Jager: „Ik lag een week lang aan de infusen, kantje boord. Er waren momenten dat ik dacht: kom ik hier überhaupt nog uit?” Foto: Helena Vegter
Janneke Jager (48) speelt dinsdag 30 september de première van haar voorstelling Jaagt in theater Kielzog in Hoogezand. „Kleinkunst kende ik niet van huis uit.”
Een ziekenhuisbed, een infuuspaal met knipperende lichtjes, het NOS Journaal met beelden uit Gaza, Oekraïne en Den Haag. In die setting bleef bij Janneke Jager (Uithuizen, 1977) één gedachte hangen: „Ik heb thuis braaf een noodpakket staan, maar wat moet er eigenlijk in je emotionele noodpakket? Hoe vind je redding in tijden van wanhoop?”
Uit die vraag groeide Jaagt, haar nieuwe voorstelling die op 30 september in première gaat in theater Kielzog in Hoogezand. Een mix van humor, muziek en verhalen. De tournee zou eigenlijk al in januari beginnen, maar haar plotselinge ziekte veranderde alles.
Jager kampte al langer met rugproblemen. Een MRI toonde meerdere hernia’s en als ‘bijvangst’ andere zorgwekkende zaken. Daarvoor onderging ze in maart een operatie. „Daarna kreeg ik te maken met heftige complicaties”, legt ze uit. „Ik lag een week lang aan de infusen, kantje boord. Er waren momenten dat ik dacht: kom ik hier überhaupt nog uit?”
Ze herstelde, maar de voorstelling die eerst zou gaan over een nieuwe start – haar terugkeer naar Groningen, verhalen over daten op je 45ste – veranderde van koers. Het werd een programma over veerkracht. Op het podium zoekt Jager de balans tussen licht en zwaar.
„Het is geen puur cabaret, geen muziektheater, geen kleinkunst. Ik ben meer zangeres en dichter, maar met humor. Mijn teksten zitten vol beeldspraak, ik vertel veel, dat is mijn signatuur. Maar voor theaters is dat soms lastig te labelen.”
Jeugd in Uithuizen
Veel van Jagers werk grijpt terug op haar jeugd in Uithuizen. „Een dorp, een kerk, veel buiten, veilig, sociale controle”, somt ze op. „Vroeger vond ik het soms saai. Aan de andere kant: in je jonge jaren is het gewoon wat het is.”
Ze groeide op als jongste in een gezin van drie. „Mijn broer is 5 jaar ouder, daartussen een zus van 2 jaar ouder, en dan ik. Helemaal volgens het boekje.” De rust werd ruw verstoord toen haar vader plotseling uit de kast kwam. „Dat was nogal een ding in de jaren 90, in Uithuizen, met zo’n kerkelijke achtergrond. Iedereen had het erover. Voor mijn gevoel barstte er gewoon een bom.”
Na de scheiding van haar ouders verhuisde Jager met haar moeder naar Beijum, een buitenwijk van Groningen. Die nieuwe omgeving wakkerde het verlangen aan om verder te kijken. „Toen ik 17, 18 was, vond ik Groningen eigenlijk wat bekrompen. Ik dacht: wat moet ik hier? Iedereen die bleef, vond ik suf. Helemaal de mensen die ook nog in het dorp bleven hangen.”
Ze vertrok naar Leiden, waar ze Engels studeerde met theaterwetenschappen als bijvak. „Zolang ik me kan herinneren, was ik bezig met zingen en optreden. Ik wist: als ik daar echt iets mee wil, moet ik naar de Randstad. Maar ik durfde het niet meteen. Mijn moeder zei: ga eerst maar een vak leren.”
De muziek bleef trekken. „Ik zong in bandjes, stond bij de studentenvereniging altijd op het podium. Elke gelegenheid om op te treden pakte ik aan.”
Na haar studie vestigde ze zich in Utrecht, waar ze 20 jaar zou wonen en terechtkwam in de communicatie. „Ik ging van bandjes naar amateurmusicals. Zo werd dat vlammetje steeds groter.”
Eerste voorstelling
Het overlijden van haar oma zette haar aan tot schrijven. „Mijn oma had een bijzonder familieverhaal. Ik dacht: als zij er niet meer is, horen we dat nooit meer. Ik heb het vastgelegd en dat werd mijn eerste voorstelling. Toen viel alles samen: mijn poëzie, mijn optredens, mijn liedjes, mijn pianolessen. Ik dacht: daar is vast een vorm voor. Maar kleinkunst kende ik niet van huis uit.”
Het bleek een goede eerste zet. Een tweede voorstelling volgde: Fantoomgeluk. Met een tournee van 45 optredens en impresariaten die belangstelling toonden, leek de weg open te liggen. Tot corona alles stilzette. De pandemie viel samen met een moeilijke periode in haar privéleven.
„Ik kwam in een depressie terecht en mijn relatie liep stuk. Toen dacht ik: als er dan toch een breuk komt, dan maar een rigoureuze. Ik ga terug naar het Noorden.”
In 2022 zette ze die stap. „Iedere keer als ik over de Vismarkt liep en de Martinitoren zag, dacht ik: eigenlijk is er maar één stad voor mij. Ook al woonde ik bijna 20 jaar onder de Dom, mijn wortels liggen hier.”
In de Groningse stadswijk Lewenborg vond ze haar plek. „Ik kan in 10 minuten de weilanden in en toch heb ik de voordelen van een stad. Het is voor mij op dit moment de perfecte combinatie. Ik heb geen moment spijt gehad.”
Een eigen weg
De rust die ze in het Noorden vond, gaf ook ruimte om haar werk opnieuw vorm te geven. Samen met pianist Bas Bons ontwikkelt ze haar voorstellingen. „Ik geloof heel erg in de muziek. Mijn pianist is echt mijn rechterhand. Hij tilt mijn liedjes naar een hoger niveau.”
Ook met regisseurs deed ze ervaring op, onder wie Titus Tiel Groenestege en Kees Scholten, maar voor Jaagt werkte ze weer zelfstandig. „Ik heb een sterk idee over hoe ik iets wil brengen. Wat ik wel zou willen, is iemand die me op emotioneel, psychologisch vlak verder kan verdiepen. Maar die persoon heb ik nog niet gevonden.”
Ook de kritiek die ze eerder kreeg, zowel negatief als positief, gaf richting. „Ik werd vaak vergeleken met Claudia de Breij en Brigitte Kaandorp. Bij cabaretfestivals hoorde ik: het is niet authentiek genoeg. Na jarenlang zoeken naar een vorm dacht ik: laat maar, ik stop ermee. En vervolgens: óf ik ga alleen nog maar doen wat ik zelf leuk vind. Dat zag je terug in mijn eerste voorstelling Femme Façade. Pas toen ik alles losliet, werd het authentiek.”
Janneke Jager keerde in 2022 terug naar Groningen: „Iedere keer als ik over de Vismarkt liep en de Martinitoren zag, dacht ik: eigenlijk is er maar één stad voor mij.” Foto: Helena Vegter
Die eigenheid bleef niet onopgemerkt. Recensent Jacques J. d’Ancona noemde haar in 2022, in de openluchtvoorstelling HAIM, ‘de ster van de avond, met haar stralende persoonlijkheid, haar naturel en haar vocale vermogen.’ „Daar was ik erg door vereerd”, zegt Jager. „En ook over Fantoomgeluk was hij heel lovend.”
Het publiek lijkt haar nu makkelijker te vinden. Voor de première van Jaagt in Hoogezand zijn al 350 kaarten verkocht. „Mijn publiek is over het algemeen tussen de 40 en de 60-plus”, zegt ze. „Mensen die diepgang fijn vinden, dat je iets langer bij een verhaal of een lied kunt stilstaan. Die houden van de schoonheid van vroeger en van de inzichten die je daaruit kunt halen.”
Toch lonken na Jaagt alweer nieuwe plannen. „Ik zou Bethlehem, mijn kerstvoorstelling, graag een vervolg geven. En ik droom van spelen op bijzondere plekken, zoals op de dijk bij Noordpolderzijl. Dat blijft een magische plek. En natuurlijk wil ik graag met een volgende voorstelling in de Stadsschouwburg staan.”
Maar eerst is er dus de première in Hoogezand, van een programma waarin Janneke Jager – zelfverklaard controlfreak en angsthaas – veel van zichzelf laat zien. Ze ontdekte dat geluk in kleine dingen zit. „Echt op het niveau van een zonnestraal door het raam, een bosje bloemen, een lief kaartje. Parels tussen het puin. Ondanks alle ellende is er altijd iets van dankbaarheid. Terwijl ik dat vroeger een jeukwoord vond, met die gereformeerde bijsmaak.”
Speellijst
Janneke Jager gaat op tournee met Jaagt: 27/9 Op Maarhuizen, Winsum; 28/9 Theaterboerderij, Zuidlaarderveen (uitverkocht); 30/9 Kielzog, Hoogezand (première); 4/10 vanBeresteyn, Veendam; 20/11 Molenberg, Delfzijl; 21/11 Kerk, Oosternieland; 27/11 Geert Teis, Stadskanaal; 12/12 Winsinghhof, Roden (uitverkocht); 19/12 Tamboer, Hoogeveen; 29/1 DNK, Assen; 7/2 Prinsentheater, Groningen; 21/3 West-End Theater, Terschelling. Zie ook via jannekejager.nl.