Jeltsje Boschma zingt voor dementerende ouderen. Foto: Jan Willem van Vliet
Ze zingt voor mensen met dementie, in kleine kring of soms zelfs een-op-een. Jeltsje Boschma (35) uit Grootegast noemt zich zorgzangeres. „Alsof muziek iets opent wat met woorden niet meer lukt.”
In een kamer van een verpleeghuis ligt een oude vrouw in bed. Haar hand rust in die van Jeltsje Boschma. De ademhaling is zwak. Boschma zingt zacht, bijna fluisterend.
„Ze bleef me het hele lied aankijken. Ik wist niet of ze het mooi vond, of ze me kon horen. Praten lukte haar niet meer. Maar ze bleef me aankijken. En dan voel je: dit is belangrijk.”
Jeltsje Boschma (35) noemt zichzelf zorgzangeres. Onder de naam ‘Jeltsje Zingt’ treedt ze op in verzorgingshuizen, instellingen en dagbestedingen. Niet op een podium, maar van dichtbij. „Soms zit ik letterlijk op mijn knieën voor iemand”, vertelt ze. „Ik zing voor ze, kijk ze aan. En dan gebeurt er iets.”
‘We doen dit echt samen’
Haar muzikale pad begon als kind in de kerk, waar ze zong in de band van haar vader Durk. „Ik was 12 toen ik voor het eerst meedeed. Muziek is sindsdien altijd in mijn leven geweest.”
Sinds haar twintigste zingt ze in de praiseband Revival, opnieuw met haar vader. Die begeleidt haar tegenwoordig ook bij de optredens van ‘Jeltsje Zingt’. „Hij speelt piano en zingt tweede stem. We doen dit echt samen.”
Boschma volgde geen muzikale opleiding; haar professionele achtergrond ligt in de zorg. Ze werkte onder meer bij het Leger des Heils, in de gehandicaptenzorg en als ambulant gezinsbegeleider. „Ik zorgde op mijn werk, ik zorgde thuis voor mijn drie kinderen en eigenlijk ook in mijn sociale omgeving”, zegt ze. „Op een gegeven moment werd dat te veel. Toen ben ik gaan nadenken: wat wil ik écht?”
Zingen, was het antwoord. Maar wel op een manier die bij haar past: dichtbij mensen, in de zorg. „Ik heb geen opleiding als muziektherapeut, maar ik dacht: ik ga gewoon proberen of er animo voor is in de omgeving.”
Ze noemde zichzelf ‘Jeltsje Zingt’, maakte een flyer en stuurde die rond. In no-time volgde het eerste optreden. „Dat was in De Hoorn in Marum, van Zonnehuisgroep Noord. Ze vroegen algauw: wil je hier maandelijks komen?”
In zorginstellingen wordt volop muziek gemaakt, bijvoorbeeld door muziektherapeuten of tijdens gezamenlijke optredens. Maar volgens Boschma is haar rol als zorgzangeres nog vrij ongebruikelijk. „Toen ik er driekwart jaar geleden mee begon, kende ik in het Noorden eigenlijk niemand die dit ook zo deed.”
Ook ABBA en The Beatles
Boschma zingt repertoire dat is afgestemd op haar publiek. „Tulpen uit Amsterdam, De glimlach van een kind, Spiegelbeeld van Willeke Alberti. Maar ook ABBA en The Beatles. Want de generatie die nu binnenkomt heeft andere muzikale herinneringen.”
Soms hoort ze na afloop de verhalen. „We zongen eens Daar ruist langs de wolken, een oud christelijk lied. In de pauze kwam een man naar me toe. Hij zei: ‘Je hebt geen idee wat dit met mij doet.’ In de oorlog zongen oudere kinderen dat lied als ze op hem moesten passen. Zingen kan heel veel losmaken, diep van binnen.”
Die reacties maken indruk. Soms zozeer dat Boschma bewust moet doseren. „Iemand zei tegen me: ‘Neem wat meer pauze tussen de liedjes, want ik zit nog bij te komen van het vorige.’ Dan merk je hoeveel er los kan komen. En het zijn niet altijd alleen maar mooie herinneringen.”
Juist in de zorgcontext is muziek volgens haar van onschatbare waarde. „Voor mensen met dementie is taal vaak ingewikkeld geworden. Maar als ik zing, zie ik geregeld blikken van herkenning. Alsof muziek iets opent wat met woorden niet meer lukt.”
Het gebeurt dat mensen spontaan beginnen mee te zingen. „Dan hoor ik later van verzorgenden dat diezelfde mensen nauwelijks meer praten. Heel bijzonder. Meestal weet ik niet wie ik voor me heb. Misschien maar goed ook. Anders zou ik soms zelf niet meer verder kunnen door ontroering.”
Zulke momenten blijven haar bij. „Het is prachtig om dit voor mensen te kunnen doen. Dat vind ik zó eervol. Dat is denk ik wat alles overstijgt.”
‘Ben ik goed genoeg?’
Dat ze ooit op deze manier zou werken, had ze vroeger nooit kunnen bedenken. „Als 15-jarige deed ik mee aan Idols. Ik was toen vooral bezig met: ben ik goed genoeg? Nu zou ik tegen dat meisje van toen willen zeggen: je hebt geen bevestiging nodig van Idols of van de televisie. De bevestiging komt wel, op een manier die veel meer betekent.”
Ook van het zorgpersoneel krijgt ze veel terug. „Ze zeggen vaak: ‘Je bent zo laagdrempelig, mensen slaan meteen een arm om je heen’.” Die waardering is volledig wederzijds: „Ik heb zó veel respect voor hoe liefdevol zij met bewoners omgaan. Alsof ze voor hun eigen oma zorgen.”
Boschma noemt het dankbaar werk. „Juist omdat ik de andere kant ook heb gezien. Bij het Leger des Heils rende je soms voor cliënten die daar helemaal niet wilden zijn. Nu is het echt een wisselwerking.”
Hoewel ze zich vooral richt op ouderen, staat Boschma open voor andere doelgroepen. Zo zong ze meermaals in een weeshuis in Kenia, dat door haar ouders is opgezet. „De keren dat ik daar was, zat ik altijd tussen de kindjes te zingen.” Haar ouders bezoeken het weeshuis nog geregeld via hun stichting Kenia Support.
Ook zingt Boschma maandelijks in Drachten, een-op-een bij een meisje met een meervoudige beperking. „En als ik gevraagd zou worden voor een hospice of kinderafdeling, zou ik dat ook doen. Daar is muziek net zo belangrijk.”
Optreden doet ze vooral in het Noorden. „Groningen, Friesland, Drenthe. Ik houd het graag een beetje overzichtelijk, ook vanwege mijn gezin.” Of ze dit lang wil blijven doen? „Zo lang als het kan. Mijn vader wordt natuurlijk ook een dagje ouder, dus ik denk daar soms wel over na. Maar ik ben flexibel. Ik zie wel wat er op mijn pad komt.”
Jeltsje Zingt
Voor meer informatie, zie @jeltsjezingt op Instagram.