Kim Schuddeboom samen met haar moeder Nel. Foto: Marcel Jurian de Jong
In korte tijd verloor stand-up comedian Kim Schuddeboom zowel haar stiefbroer als haar twee vaders. In haar theatershow Doe maar rustig vertelt ze openhartig over de euthanasie van haar vaders, met daarbij haar moeder Nel (68) in een hoofdrol. MEER toog naar Diever voor een persoonlijk gesprek met moeder en dochter, die ondanks al het verdriet nog steeds keihard kunnen lachen samen.
Jullie komen uit Noord-Holland toch? Vanwaar een huis in Diever, Nel?
Nel: ,,Ik heb een tijd in Frankrijk gewoond, maar wilde terug naar Nederland. Ik zocht een niet al te groot huis met een grote tuin, gelegenheid voor een atelier – ik maak keramiek – en een Bed & Breakfast. Dit kwam te koop en ik dacht direct: dit is het. Intussen woon ik hier alweer 6 jaar. Met veel plezier.”
Kim: ,,Een vriendin van jou woonde al in Diever, hè. Als het niet zo ver weg zou zijn, zou ik hier ook graag wonen. Ik voelde me meteen thuis. De buurman haalt mij op van het station. Super gezellig! Maar ik ben inderdaad opgegroeid in Heerhugowaard. Daar hebben we gewoond tot jullie gingen scheiden, op mijn 7de. Daarna hebben wij samen 4 jaar in Castricum gewoond. Toen jij een relatie kreeg met Kees zijn we naar Everdingen verhuisd, onder Utrecht; jij, ik, Kees en mijn stiefbroers Jorden en Niels. Ook heel landelijk. Net als Diever.”
Een scheiding, twee verhuizingen in vier jaar tijd, een samengesteld gezin; best ingrijpend?
Kim: ,,Zo heb ik dat niet beleefd. Ik heb echt een topjeugd gehad. Mijn vader had intussen ook een nieuwe relatie, met Corry. Een tweede moeder. Heel zorgzaam. Die is ook al overleden, 10 maanden voor mijn vader. Maar dat was een beetje te veel dood voor één voorstelling. Mijn vader was tandarts en veel aan het werk. Die zag ik alleen in het weekend. Hij was wat stugger en erg op zichzelf.”
In het kort
Kim Schuddeboom. Foto: Marcel Jurian de Jong
Kim Schuddeboom (Alkmaar, 10 april 1985) is sinds 2020 lid van Comedytrain, het cabaret collectief dat huist in Toomler in Amsterdam. Met haar debuutvoorstelling Ongeschreven werd Kim in 2023 genomineerd voor de Neerlands Hoop, de prijs voor de meest veelbelovende theatermaker. Haar tweede avondvullende voorstelling Doe maar rustig werd vorig seizoen aangemerkt als een van de zes beste theatervoorstellingen. Doe maar rustig is nog tot en met maart 2026 door heel het land te zien, o.a. De Klinker in Winschoten (30/10), De Lawei in Drachten (22/1), De Meenthe in Steenwijk (29/1), DNK in Assen (12/3).
Nel: ,,Corry was voor de scheiding al een vriendin van mij. Wanneer jij van het ene adres naar het andere ging, belden wij elkaar van tevoren even op, om te vertellen wat er zoal gebeurd was. Zodat we daar met elkaar op konden inspelen.”
Kim: ,,Ik had gewoon vier ouders. Fantastisch. Maar jij was de baas. Ik kon jullie niet tegen elkaar uitspelen. Papa zei standaard: ‘Wat je moeder zegt’.”
Een strenge moeder?
Nel: ,,We hadden duidelijke lijnen. Ik kwam bijvoorbeeld niet op jouw kamer. Zolang het ongedierte niet onder de deur door kwam, zocht je het daar zelf maar uit. Maar op den duur had ik geen servies meer in de kast. Dan moest je naar beneden komen en het zelf afwassen. Een keer kwam ik onverwacht wel op je kamer en plofte neer op jouw zitzak. Had je daar sigaretten in verstopt. Al die peuken kapot. Daar konden we dan ook wel weer om lachen. Maar nee was nee. Zoals toen je naar Lowlands wilde. Daar vond ik jou veel te jong voor. Of toen je een brommer wilde. Je had het hele weekend besteed om je vader in te pakken. Hij zei al bijna ja. Tot hij vroeg wat ik ervan vond.”
Kim: ,,‘Mama vindt het nog niet helemaal goed’, zei ik. Waarop hij zo al die folders in de prullenbak flikkerde.”
Nel: ,,Ik vond het veel te gevaarlijk. Jij kon nog zo voorzichtig zijn, maar je bent gewoon onhandig.”
Kim: ,,Ik denk dat ik vooral heel zelfstandig ben opgevoed. Er mocht veel. Ook van Kees. Waardoor als iets écht niet mocht, dat snel oké was. En jij wist dingen op een bepaalde manier heel onaantrekkelijk te maken. Wij jatten bijvoorbeeld verkeersborden vroeger, in Everdingen. We zaten een keer samen in de auto en reden over een smal bruggetje. Zei jij: ‘Stond daar niet een bord? Met zo’n rode en witte pijl?’ Ik kon niet liegen. Dus ik zei eerlijk dat we die ‘een beetje gepikt’ hadden. Verderop kwamen we langs een ander bord, stopte jij de auto en zei: ‘Zullen we die dan ook even meenemen?’ Dan was voor mij de lol eraf.”
Klinkt als een ideale moederdochterband?
Kim: ,,Het gebeurde heus weleens dat jij boos werd. Of dat ik boos werd. Maar meestal eindigde het met de slappe lach. Dan liep ik kwaad naar boven en stootte keihard mijn teen of zo.”
Nel: ,,Je bent wie je bent en je bent goed zoals je bent. Ik weet nog dat je op een gegeven moment een beetje nerveus naast me kwam zitten om te vertellen dat je op vrouwen valt. Maar dat was meteen oké. Geen enkel punt. Van familie en vrienden hoorde ik later dat ze dat al lang gezien hadden, maar ik heb het nooit in de gaten gehad.”
Kim: ,,Jij was de enige die het niet gezien had.”
Nel: ,,Je was gewoon zoals je was. Als klein meisje had je prachtige lange blonde haren. Maar die moesten eraf. Dat weet ik nog zo goed. Zat je daar, op zo’n hoge stoel. En maar wijzen: ‘Hier moet nog wat af en ik wil het rechtop hebben en daar moet gel in’. Zó wilde je het. Je was zó blij met dat hoofd.”
Kim: ,,In mijn eerste voorstelling heb ik het over de jurk waarmee ik naar het kerstdiner moest..”
Kim Schuddeboom met haar moeder Nel in de jaren 90. Foto: Familie-archief
Nel: ,,O ja! 3 weken van tevoren kreeg je hoofdpijn. Daar kwamen steeds meer pijntjes bij. Tot een dag voor kerst: ‘Mama, ik wil die jurk niet aan!’ Helemaal in tranen was je. Daar had je al die pijntjes voor bedacht, want dan hoefde je niet naar dat feest. We zijn meteen naar de winkel gegaan voor een andere outfit. Met een jasje.”
Kim: ,,En een rood strikje en een wit overhemd. Ik was net een jongetje. Mijn vader en de rest van de familie vonden het ook allemaal prima. Ik heb wat dat betreft helemaal geen weerstand gehad.”
Nel: ,,Maar ik ben níet je beste vriendin, ik ben je moeder.”
Kim: ,,O nee, gatver! Dat vind ik heel ongezond!”
De hang naar het podium; zat die er altijd al in bij Kim?
Nel: ,,Ik herinner me de musical, aan het eind van de basisschool. Je kreeg een behoorlijke rol, maar je had je tekst totaal niet geleerd - Kim en leren; dat ging niet samen. Dus je deed maar wat. Maar je had direct de lachers op je hand. Iedereen om ons heen had lol, terwijl ik met het zweet in mijn handen zat. ‘Dat wil ik gaan doen’, zei je na afloop.”
Kim: ,,Bij mij ging daar iets ‘aan’. Ik voelde me heel comfortabel tijdens dat improviseren. Weet je nog, in groep 4? Dat meester Bart mij er steeds uitstuurde? Dan zette hij mij eerst apart, met een tafeltje onder het bord. Maar dan zat hij natuurlijk iets vóór mij, dus hij zag mij niet meer. En ik had publiek! Ik kon heel subtiel allemaal gekke gebaartjes maken, waardoor de klas moest lachen en ik er weer werd uitgestuurd. Toen moest jij op gesprek komen. Ik weet nog dat jij thuiskwam. Het eerste wat je zei: ‘Wat een oetlul’.”
'Je deed maar wat. Maar je had direct de lachers op je hand.' Foto: Marcel Jurian de Jong
Nel: ,,Op de middelbare ging het net zo. Je ging wel naar school, maar was bijna niet in de les.”
Kim: ,,Ik deed mavo, maar had veel vrienden op het vwo/gymnasium. Die hadden andere tussenuren. Daar paste ik me op aan. Totdat jij werd gebeld, door meneer Visser. Die zat een tijdje terug in de zaal, in Culemborg. Ik wist niet meer wie dat was. Jij wel. Je kwam vaker op school dan ik.”
Nel: ,,Je kwam op en zei: ‘Mijn grootste angst is dat hier een docent van mijn middelbare school zit’. Die man gaat staan en zegt: ‘Hier meneer Visser, docent Nederlands’. Maar je hebt het gehaald. Zelfs nog je havodiploma. Als goede ouders hebben wij jou toch maar ingeschreven voor een vervolgopleiding. SPH, in Utrecht. Want het theater in, dat kon altijd nog, vonden wij. Je hebt het een half jaar gedaan.”
Kim: ,,Ik zat in de feestcommissie. Dat ging goed. En er was een theaterklasje. Dat vond ik heel leuk. Maar studeren is niks voor mij. Ik kan me niet concentreren op de inhoud van zo’n schoolboek.”
Hoe ben je uiteindelijk die stand-up comedy wereld ingerold?
Kim: ,,Voor mijn 25ste verjaardag kreeg ik van vrienden een cursus kleinkunst. Met de docent daar, Merel Voorsluis, had ik een klik – zij heeft overigens mijn huidige programma geregisseerd. Die zei: ‘Je moet hier wat mee doen’. Maar ik wist niet eens wat stand-up comedy was. Toen ben ik naar Amsterdam verhuisd, om ‘open mics’ te gaan doen. 5 jaar lang heb ik overal gespeeld waar het kon. Soms stond ik in een kroeg voor drie man, van wie er twee niet eens wisten dat er een comedy show was. Om maar vlieguren te maken. Ik had één route in mijn schoenen. Het was mijn enige shot. En daarnaast overdag werken, in de horeca of de ergens op de administratie.”
Nel: ,,Ik was wel bezorgd hoor. Als het nou maar lukt, dacht ik. En wat als het niet lukt? Als we gingen kijken, was ik zenuwachtiger dan jij. Vreselijk! Want stel dat er niemand zou lachen. Maar we hebben je altijd gesteund en gestimuleerd.”
Kim: ,,Ik heb wel eens gespeeld in een zaal die net te veel verlicht was. Dan zag ik jou zitten. Zat je mijn hele set met zo’n gespannen gezicht te kijken.”
Kim, in je eerste show vertel je openhartig over Niels, je gehandicapte stiefbroer. In Doe maar rustig over de euthanasie van je vader en stiefvader, met je moeder daarbij in een hilarische, maar ook nogal onhandige hoofdrol. Gewaagd?
Kim: ,,Misschien, maar ik verzin nooit iets. Dat kan ik niet. Alles wat ik vertel, is waar. Ik heb jou wel op voorhand gevraagd of er dingen waren waarvan jij echt niet wilde dat ik het erover zou hebben. Maar dat waren er maar heel weinig.”
Moeder Nel en Kim Schuddenboom. Foto: Familie-archief
Nel: ,,Ik ben alleen maar heel erg trots op Kim. En zoals jij het vertelt, is het ook gegaan. Dat ik daar dan wat onhandig uitkom, daar heb ik niet zo’n moeite mee. Ik vind het vooral hartstikke leuk om al die dingen terug te horen. We hebben ook echt altijd zóveel gelachen. Al was het nog zo verdrietig en naar wat er gebeurde. We wisten dat Kees zou overlijden, maar konden nog steeds lachen. Kees zelf ook. Zelfs toen hij al heel ziek was.”
Kim: ,,Dat gevoel van keten. Dat was er altijd. Er was al genoeg ellende om ons heen. Van de vier ouders zijn er in 5 jaar tijd drie doodgegaan. Plus Niels. En toch konden we altijd lachen. Zelfs Niels, die echt heel slechte kaarten had gekregen; super spastisch, krijgt-ie ook nog kanker. Maar ik ken niemand die zó kon lachen om zijn eigen leed. Het was wat het was. Niet gaan zitten zeiken; dat stond bij ons allemaal bovenaan. Suck it up. Dat geldt bij álles wat er gebeurt in het leven. Of je relatie nou uitgaat of er iemand doodgaat; het mag nooit een excuus worden. Je mag best even huilen. Maar daarna pak je jezelf weer op. En het werkt, want op een gegeven moment zijn je tranen op.”
Over relaties gesproken; Kim, je bent in je shows heel open over je homoseksualiteit. Zie jij jezelf als rolmodel?
,,Ik vind het wel belangrijk om het erover te hebben. De haat die er nu geuit wordt tegen LHBTIQ+-mensen, daar moet je bij mij niet mee aankomen. Maar je zult mij nooit op een pride boot zien staan. Dat is niets voor mij. Ik ben de rustige lesbienne. Ik draag het op míjn manier uit, in mijn theaterprogramma’s en mijn radiocolumns.”
‘Doe maar rustig’?
Nel: ,,Je vader zei het vaak.”
Kim: ,,O ja? Goh. Ja, ik ben zo opgevoed, denk ik. Niets was bij ons thuis groots. En nou ja, we gaan op den duur toch wel dood. Maar we kunnen ook genieten hoor. Lekker eten en drinken, dat bourgondische; gezellig!”
Het gaat hard met jouw carrière. Niks ‘doe maar rustig’.
Kim: ,,Daar moet ik zelf soms nog aan wennen. Want ik heb helemaal geen haast. Ik doe geen ballet, hè. Komen die mensen allemaal voor mij?, denk ik dan. Maar ik heb intussen genoeg gereedschap ontwikkeld. Ik sta heel ontspannen in het theater. Daar ben ik in het moment en denk ik niet meer na, ben ik niet meer bezig met wat mensen vinden. Niets bestaat daar meer. En we kunnen lachen! Er is niets leukers dan dat! Dat er in het publiek naast die lesbienne een hele grote kerel zit die zich afvraagt of-ie nou moet lachen of niet. Fantastisch! Want dan kan ik met die man het gesprek aangaan. Dan heb ik een geweldige avond. Ik heb het nu gewoon heel erg naar mijn zin. Ik hou van het kleine van stand-up. Van alleen een kruk en een microfoon. Dat is wat ik voorlopig wil blijven doen. Verder zie ik wel wat er op mijn pad komt.”
Nel: ,,Kim kan heel mooi zingen. Ze heeft een heel mooie stem. Ik zou graag zien dat ze dat ze dat ook een keer in een voorstelling laat zien.”
Kim: ,,Ga jij dat nu echt zeggen...? Zullen we de foto’s doen?”