Menno van Dam zoekt leiderschap bij FC Emmen. ‘Meteen man en paard noemen in het veld’

De werkweek begon met een workshop waarbij spelers in groepjes zelf op zoek gingen naar de oplossingen tegen de eigen wispelturigheid. Het hoofdpijndossier uit die sessie: slechts één keer knokte de ploeg zich terug van een achterstand, in andere duels ontbrak die veerkracht.

„Als je computer vastloopt moet je niet naar het scherm blijven staren. Dan druk je op Ctrl-Alt-Del en start je opnieuw op. Bij ons lijkt de boel nu helemaal vast te lopen na een tegendoelpunt’’, luidt de diagnose van hoofdtrainer Menno van Dam.

Het recept tegen dat euvel? Het herkennen en er naar handelen. Niet achteraf, maar meteen in het veld. Van Dam: „Ze zien het wel, maar durven pas na afloop iets tegen elkaar te zeggen. Ze moeten meteen man en paard noemen, leiding nemen en zelf dingen oplossen.”

Als voorbeeld noemt de oefenmeester zijn nummer 10 Alaa Bakir die in Venlo bij een 2-0 achterstand constant en consequent zijn mannetje liet lopen, in de hoop zelf op een gunstige plek te staan bij een counter. „De tegendoelpunten zijn heus niet alleen zijn fout, maar op dat moment stelt hij zichzelf boven het team, en daar moet hij dan op aangesproken worden. Niet alleen door mij, maar juist door medespelers.”

Van Dam zoekt dus naarstig naar leiders die zijn verlengstuk in het veld kunnen zijn. ,,Ik denk niet dat we echt natuurlijke leiders hebben. Dus kijken we naar ervaring. Dat hebben jongens als Kongolo, Mulder en Postema in principe. Christian Østergaard is nog heel jong maar heeft een geweldig voetbalintellect, die moet het ook gaan durven.”

Daarbij mogen spelers ook eigenwijs zijn en durven afwijken van het wedstrijdplan. „Als ik in de bespreking aandring op hoog druk zetten en ze merken dat het niet werkt, dan moeten ze slim genoeg zijn om zelf wat in te zakken. Dan zeg ik: regel het maar in het veld en steun ik je vanaf de kant.”

In Jong Ajax treft FC Emmen vanavond een tegenstander waarbij leiders in de dop meteen de proeve van bekwaamheid aan kunnen gaan. Het is een van de weinige keren dit seizoen dat de schier onervaren Drenten gemiddeld een aantal jaren ouder zijn dan de piepjonge pupillen tegenover hen. Bovendien zijn de krenten al uit pap gehaald door de eerste selectie van Ajax en de Amsterdamse Onder 19, die beiden een pak rammel kregen tegen Chelsea in de Champions en Youth League.

„Ik tref ze natuurlijk het liefst in hun allerzwakste samenstelling, want ik wil de punten’’, lacht Van Dam, die zelf geen principiële tegenstander is van beloftenteams in de competitie. „Ik hou wel van het Duitse model waar talenten gewoon op dit niveau spelen. Maar ze moeten bij Ajax niet zeggen dat de Youth League belangrijker voor ze is dan de KKD. Dat mogen ze heus denken, maar het is gewoon respectloos richting andere clubs om dat zo in de media te gooien.”

Ondertussen blijft het dringen in de ziekenboeg van Emmen. Voor de deze week wat kwakkelende Alaa Bakir komt de aftrap in Amsterdam waarschijnlijk te vroeg, hoewel zijn trainer nog hoopt op goede medische uitslagen in de loop van vrijdag.

Nelson Amadin kan in principe weer zestig minuten aan de bak na zijn hamstringblessure. „Het is lekker om hem in te kunnen brengen, maar het is ook lekker om met hem te starten”, is de cryptische voorbode. Als de Rotterdammer in de basis staat, gaat dat ten koste van publieksfavoriet Tim Geypens of huurling Filemon Gerezgiher.

De soap rondom de knie van Torben Rhein is nog niet ten einde. Na het medische wonder van de Meerdijk, waarbij een zware operatie van de baan was, kreeg de middenvelder op de training een nieuwe optater op zijn zwakke plek. Het is na die botsing eind vorige week wachten op het zoveelste medische bulletin over het paradepaardje van de selectie. Van Dam brandt zich daar nog niet aan: „Het is niet verstandig als ik daar nu wat over zeg.’’