De entree van het Henk Nienhuis-stadion op sportpark De Langeleegte in Veendam. Foto: Archief DVHN
Nederland wil in 2028 graag de eindronde van het Europees kampioenschap voetbal voor spelers onder 19 jaar organiseren. De KNVB heeft bij de UEFA een bod neergelegd waarin twee van de vier speelsteden Emmen en Veendam zijn.
Op de Oude Meerdijk en op De Langeleegte worden woensdag de mobieltjes met argusogen in de gaten gehouden en zal de hartslag her en der licht omhoog gaan als het bellende nummer met 0343 begint. Dikke kans dat de KNVB dan aan de lijn is.
Concurrentie niet bekend
Woensdag maakt de UEFA bekend welk land de eindronde van het EK Onder-19 van 2028 mag organiseren. Welke landen in de race zijn is niet bekend, we weten alleen dat Nederland een van de landen is. De KNVB weet het zelfs niet, zegt woordvoerder Paolo den Hartog. „Ik heb begrepen dat de UEFA dat niet altijd bekend wil maken. Waarom, dat weet ik niet. Maar wij weten het dus zelf ook niet.”
Spanning des te meer dus. Op de Oude Meerdijk blijft Guus de Vries, commercieel manager bij FC Emmen en als oud-speler van FC Emmen en BV Veendam bekend met beide stadions, er nuchter over. „Nee, de champagne staat hier niet koud, hoor. We horen het morgen wel. Ik denk dat we een goede kans maken. En we zouden er ontzettend blij mee zijn als het Nederlandse bid wint.”
Ferencvaros, Go Ahead en FC Twente
Sinds de grasmat van de Oude Meerdijk weer van echt gras is, doet de KNVB weer een beroep op het Emmer stadion, zegt De Vries. „Dat merken we sinds vorig jaar dus. Vroeger, voordat er kunstgras lag, werd er wel eens hiernaartoe uitgeweken door andere clubs in de buurt. Zo speelde Go Ahead Eagles hier tegen Ferencvaros en heeft FC Twente hier gespeeld toen het stadiondak daar ingezakt was. Dat is hier altijd goed bevallen en daarom ook hebben we het stadion nu ook beschikbaar gesteld.”
Guus de Vries in het stadion De Oude Meerdijk. Foto: DVHN
Jeroen Adam, voorzitter van amateurvoetbalvereniging Veendam 1894, verwacht eigenlijk ook wel dat de UEFA de keus gaat maken voor Nederland en dus voor Emmen en Veendam, naast Almere en Volendam, de andere twee speelsteden van het Nederlandse bid. „Ja, ik denk dat we een goede kans maken”, zegt de preses van de zaterdagderdeklasser die het Henk Nienhuis-stadion bespeelt.
Dopingcontroleruimte
„Ze zijn hier laatst nog voor de UEFA wezen controleren in verband met dat bid. En het zag er allemaal picobello uit. Ja, de ruimte voor de dopingcontrole moest afgesloten kunnen worden. Dat was eigenlijk het enige puntje. Dat hebben we in overleg met de judoclub die hier op het stadion zit even afgestemd. Zo doet iedereen iets. We hebben in 2028 tegen de 100 vrijwilligers nodig. Maar ik denk dat het wel goed gaat komen.”
Het Henk Nienhuis-stadion tijdens de wedstrijd tussen Oranje Onder-18 versus Zweden Onder-18 in november 2023. Foto: Huisman Media/archief DVHN
Als het Nederlandse bid wordt toegewezen, gaat Veendam richting zijn tiende interland in ruim twee jaar tijd. In november 2023 werd De Langeleegte voor het eerst in decennia, en voor het eerst sinds het faillissement van BV Veendam in 2013, weer gebruikt voor een interlandwedstrijd. De oefenwedstrijd tussen Oranje Onder-18, destijds met bijvoorbeeld FC Groningen-verdediger Dies Janse in de gelederen, en Zweden Onder-18, werd een doorslaand succes.
Veel jeugd langs het veld op de Langeleegte tijdens Oranje Onder-18-Zweden Onder-18 in 2023 Foto: Huisman Media
‘Ontzettend veel enthousiasme’
Daarna volgden nog zo’n zeven duels, waaronder de wedstrijden van vorig jaar in de beslissende kwalificatiepoule van het EK Onder-19, die Oranje speelde tegen Litouwen, België en Frankrijk. Mischa Visser was destijds nog bondscoach van dat Oranje, en Thijmen Blokzijl speler.
„Ja, dat was prachtig”, kijkt Adam terug. „De KNVB was al vanaf die eerste wedstrijd tegen Zweden ontzettend enthousiast over De Langeleegte, en daardoor zijn we nu vaker gastheer. Wat het ons oplevert? De kantine-inkomsten zijn voor de club. Dus we moeten zoveel mogelijk gehaktballen verkopen, inderdaad.”
Ander publiek binnen
Vorig jaar werd er in de kwalificatiepoule voor het EK Onder-19 ook gespeeld in het stadion van Achilles 1894, in Assen. Dat stadion doet nu wel mee in het bid, maar vanwege de te beperkte capaciteit alleen als trainingslocatie.
In Emmen hopen ze van harte dat ze in de zomer van 2028 op De Oude Meerdijk gastheer zijn van de toptalenten van het Europese profvoetbal. „Ja, het zijn wel echt goede voetballers die je dan aan het werk gaat zien hier”, kijkt De Vries al vooruit. „Dat is mooi, dat trekt ook jonge mensen naar het stadion. Daarmee krijg je als club ook een ander publiek binnen, mensen die misschien niet 1-2-3 naar FC Emmen zouden komen, maar misschien na zo’n bezoek denken: waarom niet?’’