Rika Bruins (bovenaan) bij vertrek van de Nederlandse zwemploeg in 1953. Foto: Nationaal Archief
Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Het was het credo van het bestaan van Rika Bruins uit Groningen. Maar zo gewoon was ze niet.
Ze zette de noordelijke sportwereld op zijn kop in 1950. Rika Bruins was tot die tijd maar een heel gewoon meisje uit de Oosterpark-wijk in Groningen. Op 12 juni 1934 kwam ze ter wereld als telg van een doodnormaal arbeidersgezin aan de Vinkenstraat. Daar gold, als in zoveel arbeidersmilieus in die tijd, dat school minder belangrijk was dan werk. Of in ieder geval kostbaarder. Er moest brood op de plank dus ging je aan de slag zo gauw het kon.
Rika, die later jarenlang als mevrouw Griep-Bruins aan de Goudlaan in de stad Groningen woonde, verruilde al op jonge leeftijd de schoolbanken voor het bestaan van naaister in een confectieatelier. Een sober leven lag in het verschiet, ware het niet dat ze over een groot talent beschikte. Ze kon verschrikkelijk hard zwemmen.
Ze was zeven toen ze vlak bij haar ouderlijk huis op zwemles ging, in het Noorderbad aan de Oosterhamrikkade. Al snel bleek dat zwemmen haar wel lag. Rika had er zelfs zoveel plezier in dat ze, eenmaal in het bezit van haar diploma, in groepsverband wekelijks baantjes ging trekken.
Een kwartiertje trainen
Haar talent werd al snel onderkend. Kort na de oorlog meldde ze zich aan bij GZ & PC, de Groninger Zwem & Poloclub, waar ze onder handen werd genomen door trainer Jan Bisschop, die later nog furore maakte als wielercoach. Veel tijd om te trainen was er niet in die jaren. Een kwartiertje per dag tussen twee groepen door, daar moest ze het mee doen. Maar het was genoeg.
Op een koude novemberdag in 1950 volgde tijdens de zwemwedstrijden van GZ & PC in het Noorderbad de grote doorbraak. Rika Bruins gleed met krachtige slagen op de 200 meter schoolslag naar een wereldtijd van 2:59.3. Onder de drie minuten. Sensationeel snel voor die jaren. De krant stond er vol van. ‘De noordelijke zwemsport kan zichzelf feliciteren met een vertegenwoordigster van wereldformaat’ kopten de dagbladen.
Rika Bruins tijdens een huldiging. Foto: Nationaal Archief
De wereld van Bruins veranderde op slag. Ze trad toe tot de nationale zwemequipe en werd herkend op straat. Wildvreemden groetten haar. Al die gekkigheid hoefde voor haar niet zo. ,,Ik moest daar niets van hebben, al dat overdreven gedoe’’, zei ze later toen ze terugblikte op haar - korte - loopbaan. ,,Ik vond zwemmen gewoon leuk en toevallig ging ik wat harder dan anderen, maar daar werd ik niet anders van. Mensen om me heen wel, maar ik groette mooi niet terug. Waarom zou ik? Ze kenden me niet eens. Als ik niet had gewonnen, hadden ze me toch ook niet gegroet?’’
Griezelen van boot of vliegtuig
Haar bescheidenheid stond succes niet in de weg. Drie keer werd ze Nederlands kampioen. Ze groeide uit tot de koningin van de schoolslag in die jaren. Alleen buiten de landsgrenzen wilde het met haar individuele prestaties niet zo vlotten. Op haar eerste grote internationale toernooi, de Olympische Spelen van Helsinki in 1952, bleef ze ver onder haar persoonlijk record en strandde ze in de halve finale. Op het EK in Turijn haalde ze twee jaar later wel de finale, maar toen viel de zesde plaats uiteindelijk toch ook tegen voor zo’n groot talent.
De oorzaak kwam al snel aan de oppervlakte. Bruins beklaagde zich over gebrek aan trainingsmogelijkheden in Groningen, maar ze leed bovendien aan reisangst. Met de auto of trein ging het nog wel, maar ze griezelde van boot of vliegtuig. ,,Zelfs als de zee zo glad was als een spiegel werd ik al zeeziek’’, liet ze later optekenen. Ze vloog wel, dat kon niet anders, maar ze verteerde het luchtreizen slecht. ,,Ik was lang niet in orde toen ik in Helsinki aan kwam’’, blikte ze later terug op de Spelen. ,,Het was voor mij de eerste keer dat ik vloog. Dat is me niet goed bekomen. Ik kwam doodziek aan en twee dagen later moest ik al zwemmen.’’
Toch kwam het nog tot internationaal opzienbarende prestaties, want tot twee keer toe kwam er een nieuw wereldrecord mede op naam van de Groningse. In 1954 gebeurde dat in Turijn, samen met de toenmalige zwemdiva’s Joke de Korte (vrije slag), Mary Kok (vlinderslag) en Geertje Wielema (rugslag). Een jaar later bokste ze het nog een keer voor elkaar op hetzelfde nummer in Parijs, deze keer in het gezelschap van Jopie van Alphen (vrij), Atie Voorbij (vlinder) en Hettie Balkenende (rug).
De estafetteploeg die in 1954 het wereldrecord verbeterde op de 4 x 100 meter met van links naar rechts Geertje Wielema, Rika Bruins, Joke de Korte en Mary Kok. Foto: Nationaal Archief/Collectie Spaarnestad/ANP
Laatste reis
In 1956 zette Bruins, 22 jaar nog maar, een punt achter het wedstrijdzwemmen. Ze ging waterpoloën en later zwoor ze het water helemaal af. ,,Ik word onpasselijk van die chloorlucht, krijg er hoofdpijn van’’, zei ze. Aan wandelen en fietsen beleefde ze nog wel veel plezier. Vorige week begon Bruins in woonzorglocatie De Es in Selwerd op 90-jarige leeftijd aan haar laatste reis. Een hemelreis deze keer.