Marcel Bosker: ,,Als ik goede tijden rijd en niet meer kapot ga, dan schaats ik gewoon te langzaam.'' Foto: Neeke Smit
De Groningse schaatser Marcel Bosker zat het afgelopen seizoen in zijn hoofd in de knoop. Door mentale en lichamelijke problemen waren zijn prestaties teleurstellend. Hoe gaat het nu met de meervoudig wereldkampioen?
De beelden staan menigeen nog vol op het netvlies: Marcel Bosker, die begin dit jaar halverwege het NK allround met tranen in de ogen zegt dat hij eigenlijk niet meer verder kan. ,,De emmer liep over qua emoties en ellende’’, zei de viervoudig wereldkampioen achtervolging van Team Reggeborgh. Wat een contrast met de man die nu zijn verhaal doet. De 27-jarige heeft weer veel zin in het nieuwe schaatsseizoen.
Marcel Bosker rijdt op kop tijdens de training van Reggeborgh met in zijn kielzog teamgenoot Patrick Roest. Foto: Neeke Smit
,,Het gaat goed, prima’’, antwoordt de in Zwitserland geboren zoon van de voormalige schaatsers Henriët van der Meer uit Smilde en Ronald Bosker uit Loppersum op de voor de hand liggende eerste vraag. Wat voor seizoen het wordt is lastiger te beantwoorden. ,,Als je dat nu vraagt wordt iedereen wereldkampioen. Want iedereen voelt zich nu fantastisch en goed. We zullen na de eerste wedstrijden beter weten hoe een ieder ervoor staat. Mijn voorbereiding op dit seizoen was in ieder geval vlekkeloos. Ik heb kunnen doen wat ik wilde doen.’’
‘Als het goed gaat kan ik harder gaan beginnen’
Bosker, die al op jonge leeftijd voor zijn schaatsopleiding bij een gastgezin in Ten Boer ging wonen, heeft de afgelopen maanden zijn trainingen anders ingericht. ,,Ik heb heel veel dingen mogen aanpassen naar hoe ik het zelf voor mij zie. Wat? Dat ga ik niet zeggen, want dan maak ik de concurrentie wijzer. Maar het gaat om mijn manier van schaatsen en trainen. Als het goed gaat kan ik harder gaan beginnen. Want als ik goede tijden rijd en niet meer kapot ga, dan schaats ik gewoon te langzaam. Dus mijn doel wordt om in de race harder te gaan starten. Als ik het aankan, moet ik het ook doen.’’
Marcel Bosker, hier tijdens de teamprestatie: ,,Ik moet op zoek naar nieuwe grenzen om te verleggen.'' Foto: Neeke Smit
Het risico is wel dat Bosker op bijvoorbeeld zijn favoriete 5000 meter in de laatste ronden de prijs voor een (te) snelle start betaalt. ,,Maar dat is een risico dat ik moet gaan ontdekken’’, zegt de schaatser die zich nog een echte allrounder mag noemen. ,,Ik moet op zoek naar nieuwe grenzen om te verleggen. Dan zal ik een keer tegen zo’n grens aanlopen. Vorig seizoen was het niet goed genoeg en ondermaats. Dat had ook te maken met ziekte en andere ellende. Ik deed een stap terug, maar denk dat ik er nu weer twee vooruit kan zetten. Maar dat moet ik eerst gaan bewijzen.’’
‘Dan ga je mentaal twijfelen’
De schaatser is meervoudig Nederlands kampioen allround en werd ooit derde bij het WK allround, maar plaatste zich afgelopen seizoen niet voor het WK. ,,Als alles goed gaat, je geen problemen hebt en je lichaam lekker voelt, ben je mentaal ook sterk. Dan denk je: laat maar komen en er is niets aan de hand. Maar als het lichaam je in de steek laat en elke training zwaarder en zwaarder wordt, ga je mentaal twijfelen. Dingen gaan je tegenstaan. Dat is wat er bij mij gebeurde.’’
De Groninger Marcel Bosker heeft nooit serieus overwogen om het schaatsen eraan te geven. Foto: Neeke Smit
Bosker zag het op het NK in februari niet meer zitten en kwam op zondag niet meer in actie. ,,Ik wist dat het niks meer was. Ik kon nog wel meedoen om de vijfde of zesde plek, maar dat had geen zin meer.’’ Of het schaatsen hem in die moeilijke periode tegenstond? ,,Het schaatsen niet. Daarin had ik altijd nog wel plezier. Dat is eigenlijk nooit weggeweest. Maar mensen hadden wel het idee dat ik met schaatsen zou stoppen. Misschien heb ik toen wat verkeerd verwoord, want zo erg was het niet. Daarvoor vind ik het schaatsen nog steeds te leuk om te doen. Ook al had ik toen geen plezier. Ik reed op de 5000 meter een tijd van 6.22 en werd er door iedereen af gereden. Daar was geen zak aan.’’
‘Ik draaide mezelf de nek om’
De Reggeborgh-schaatser had toen niet meteen door waar de oorzaak van het probleem lag. ,,Het was eerst uitrusten en weer fit worden. En ook weer zin krijgen om te gaan trainen en doelen te gaan stellen. Ik ben bij een psycholoog geweest, maar dat was om andere redenen. Want ik had een lichte burn-out. Het was even klaar en het lichaam was op. Dat ik het afgelopen seizoen ziek ben geweest, had daar invloed op. Ook het vele reizen hielp niet mee. Het was een pittig seizoen. Als je op het verkeerde moment ziek wordt, lever je zomaar twintig procent in. Maar ik wilde blijven presteren. Daardoor draaide ik mezelf de nek om.’’
Gesprekken met een psycholoog hielpen Marcel Bosker om zijn hoofd weer op orde te krijgen. Foto: Neeke Smit
Met de psycholoog had Bosker intensieve gesprekken. ,,Over gevoelens en dingen die ik mijn leven heb meegemaakt. Daar kwamen bepaalde zaken uit naar voren. Ik heb altijd last gehad van spanning. We zijn nu hard bezig om dat onder controle te krijgen. Als het met het schaatsen niet wil, dan weet je dat het waarschijnlijk in de race niets wordt. Dat geeft spanningen. Dat werd me soms te veel. Want het is niet leuk om vijftiende te worden op een WK, terwijl als alles goed is ik in de top vijf thuishoor. De psycholoog heeft me geholpen door me te laten realiseren dat verliezen er ook bij hoort en hoe ik het kan accepteren als het eventueel gebeurt.’’
‘Ik wil vrijer gaan schaatsen’
,,Elke topsporter moet leren te verliezen’’, stelt Bosker. ,,Het is niet dat ik in mijn carrière zoveel heb gewonnen. Maar winnen is natuurlijk het allermooiste. Ik heb straks een goed seizoen als ik me verbeter, mijn oude niveau haal en mezelf geen grenzen opleg. Soms ging ik als laatste schaatser een wedstrijd in en was 6.16 of 6.17 goed voor bijvoorbeeld plaatsing voor een toernooi. Dan reed ik niet maximaal, plaatste me, maar legde mezelf wel een grens op. Ik wil vrijer gaan schaatsen en niet meer bezig zijn met wat anderen doen en de tijden die ze rijden. Ik wil niet met de rem erop rijden. Die houdt je alleen maar tegen. Ik denk dat ik dan harder ga. Al zal ik me ook een paar keer compleet in de vingers gaan snijden. Maar dat is ook ergens mooi, want een manier van grenzen verleggen.’’