Openhartig interview met Mickey van der Hart, de dikverdiende winnaar van de Hondsrugbokaal: 'Het kunstgras van FC Emmen kost je jaren van je carrière'
Mickey van der Hart, de dikverdiende winnaar van de Hondsrugbokaal, poseert langs de Thorbeckegracht in Zwolle. Foto: Marcel Jurian de Jong
Volgens de analisten van Dagblad van het Noorden was Mickey van der Hart vorig seizoen van alle spelers van FC Emmen en FC Groningen, de beste. Hij is dan ook de dikverdiende winnaar van de felbegeerde Hondsrugbokaal. Een gesprek met de inmiddels voormalige doelman van de Emmenaren over een seizoen vol uitersten.
Het is donderdagochtend, een uurtje of tien. Mickey van der Hart zit met twee bekenden, onder wie PEC Zwolle-doelman Jasper Schendelaar, aan een bakje koffie bij een zaak op de hoek van de Diezerpoortenplas en de Thorbeckegracht in Zwolle, zijn huidige woonplaats. „Dat is bepaald geen kleine, hè”, zegt Van der Hart met een brede glimlach als de Hondsrugbokaal tevoorschijn wordt gehaald. Natuurlijk, hij had de trofee dolgraag ingeruild voor lijfsbehoud met FC Emmen, maar de glimmende, zilveren onderscheiding is toch maar weer een bevestiging van de doorgaans uitstekende prestaties die hij afgelopen seizoen tussen de palen leverde.
„De bokaal is iets tastbaars”, zegt Van der Hart. „Het blijft voor altijd een feit dat ik ben verkozen tot beste speler van het seizoen. Dat klopt gelukkig met het gevoel dat ik over mijn eigen presteren heb. Dat ik over het algemeen een prima niveau heb gehaald en mijn bijdrage heb kunnen leveren, op die matige wedstrijd tegen AZ na dan. Daarom is het zo jammer dat we het seizoen niet positief zijn geëindigd en je niet met een lekker gevoel weggaat. Door die degradatie gaat dat gevoel bij wijze van spreken van een acht naar een zes. Dat heeft niet met de club te maken, want ik heb het er naar mijn zin gehad, maar met het resultaat. Het is een dubbel gevoel.”
Mickey van der Hart krijgt de Hondsrugbokaal uitgereikt door (sport)verslaggever Jonathan Ploeg, op het Pelserbrugje in Zwolle. Foto: Marcel Jurian de Jong
Waardering
Het duurde even om de eerste teleurstelling van de degradatie te verwerken. Van der Hart ging met zijn vriendin op vakantie naar de Verenigde Staten, reisde langs steden als New York en Boston. Eenmaal weer in Nederland, kijkt hij met een ietwat frissere blik terug op zijn tijd bij FC Emmen. „Aan het begin ervaarde ik mijn transfer als een lichte teleurstelling. Ik had het me vorig jaar zomer wat anders voorgesteld. Ik wilde graag naar het buitenland, maar een paar dingen ketsten af. Daarom was het voor mij aan het begin even schakelen. Dick Lukkien hield mij gelukkig een spiegel voor. Zo van: ‘Waarom zit je zo te zeiken? Je zit hier toch niet voor niets?’”
Over Lukkien niets dan goeds. Van der Hart voelde algauw het vertrouwen van de hoofdtrainer, die inmiddels bij FC Groningen aan het roer staat. Het duurde dan ook niet lang voordat zijn concurrent Eric Oelschlägel, tot dan toe de eerste keus onder de lat, moest plaatsmaken. „Daarvoor al, toen ik nog op de bank zat, zong het publiek mijn naam. Dat vond ik heel mooi. Waarom ze dat deden? Ik weet het echt nog steeds niet. Misschien omdat ik een open persoon ben, geen blad voor de mond neem en altijd zeg waar het op staat? Dat wordt denk ik wel gewaardeerd. De support, het gevoel dat je gewaardeerd wordt, heeft me in ieder geval goed gedaan.”
De 29-jarige doelman speelde uiteindelijk 32 wedstrijden voor FC Emmen, inclusief beker en play-offs. Zeven keer wist hij zijn doel schoon te houden, een knappe prestatie bij een ploeg in nood. „Natuurlijk, die nasmaak van de degradatie is nog altijd klote”, zegt Van der Hart met een vertrokken gezicht. „Voor mezelf en voor heel de club. Maar ik kan niet anders zeggen dan dat de combinatie van teamgenoten, stafleden en fans gewoon erg fijn was. Er is eigenlijk vrijwel nooit een dag geweest dat ik met tegenzin naar de club ben gereden. Wat dat betreft heb ik een leuk gevoel overgehouden aan mijn tijd in Emmen. Ik zal de club dan ook altijd blijven volgen.”
Het plakkaat op de Hondsrugbokaal. De beste speler van het seizoen 2022-2023 is Mickey van der Hart. Foto: Marcel Jurian de Jong
Kunstgras
Het klinkt misschien gek, zegt Van der Hart, maar het afgelopen seizoen heeft hem maar weer eens doen beseffen hoe leuk zijn werk eigenlijk is. „Ik kan me de uitwedstrijd tegen SC Heerenveen nog goed herinneren. Die wonnen we in de laatste minuut. Zat ik op de terugweg in de bus en dacht ik: wat is dit toch een mooi spelletje. Terwijl je een paar weken eerder met 0-1 van Fortuna Sittard verliest, naar huis rijdt en denkt: jemig, wat is dit eigenlijk voor rotspel? Je gaat wat dat betreft van hoogtepunt naar dieptepunt en andersom. Los van het eindresultaat heb ik bijvoorbeeld ook genoten van de play-offs. Die spanning, die ambiance. Prachtig.”
Niet alles was koek en ei, gaat de Amstelvener verder. FC Emmen degradeerde in zijn ogen niet voor niets. „Er zat in de breedte te weinig kwaliteit in de selectie. Dat in combinatie met de vele blessures was funest. De basisopstelling werd te vaak gewijzigd. Kom je de kleedkamer binnen, hangen de shirtjes van Jeroen Veldmate en Lorenzo Burnet klaar, maar spelen ze niet. Dat zijn belangrijke krachten. Ze worden dan wel vervangen door jonge, talentvolle gasten als Julius Dirksen en Dennis Vos, maar die maken weleens inschattingsfoutjes. Dat is jeugdigheid. In een elftal dat goed draait, kom je daarmee weg. Bij ons was dat niet het geval.”
Van der Hart wijt de blessures grotendeels aan het kunstgrasveld van FC Emmen. „Dat veld is gewoon een 2 uit 10. Voor mij echt een reden om de club te verlaten. Was ik nog een jaar gebleven, dat had me dat twee jaar van mijn carrière gekost. Ik kon gewoon van januari tot april niet goed trainen omdat ik constant beurse heupen had van het vallen, ondanks dat ik dempende broekjes aan had. Het veld is gewoon keihard, er is geen demping. En sproeien helpt weinig, dat droogt na 5 minuten alweer op. Fysiek heeft dat bij veel jongens zijn tol geëist. Neem Darfalou, Burnet, Veldmate, Hoesen, Zivkovic; noem maar op. Ook Antonisse kon nauwelijks trainen.”
Mickey van der Hart in gesprek over zijn seizoen bij FC Emmen. Op het Pelserbrugje in Zwolle, zijn woonplaats. Foto: Marcel Jurian de Jong
Tekenend
„Ik ben met mijn 29 jaar niet jong meer, maar ook nog niet zo oud”, vervolgt Van der Hart. „Ik hoop zeker nog acht jaar mee te kunnen. Maar dat veld kost gewoon jaren van je carrière en dat is het niet waard. Richting de play-offs was er sprake van dat we bij een amateurvereniging zouden gaan trainen. Dick Lukkien was voorstander, het veld was zelfs al gecheckt, maar uiteindelijk wilden de beleidsbepalers het niet. Het huidige veld moest eerst maar behandeld worden, maar dat hielp nauwelijks. Zonde. Dat andere veld had minder belasting opgeleverd. Niet geheel onbelangrijk in een cruciale fase waarin je veel wedstrijden in korte tijd speelt.”
„Je moet het niet onderschatten, hoor. Je gaat gewoon voorzichtiger trainen. Ik ging mij ook inhouden. Vanaf januari heb ik niet meer meegedaan aan afwerkvormen. Als ik vijf keer naar links dook, had ik weer last van mijn schouder. Dat was geen luiheid, maar het kon gewoon écht niet. Gelukkig begreep Dick dat. Maar ik zou het niet bepaald een normale situatie noemen dat je je doordeweeks moet inhouden zodat je in het weekend maar een wedstrijd kunt spelen. Wij als spelers gaven het hele seizoen al aan dat dit niet werkbaar was, maar er werd gewoon niets mee gedaan. We zullen nu nooit weten of het iets had geholpen in de strijd om lijfsbehoud.”
Het is allemaal achteraf, het leed is geschied. De opeenstapeling van dingen, waaronder het veld, de bij tijd en wijle naïeve speelwijze („voetbal hoeft niet áltijd mooi te zijn, gooi die bal eens naar voren”) en het gebrek aan spelers die de toon zetten door eens een schop uit te delen („als Maikel Kieftenbeld fit was geweest, had hij dat wel gedaan”), hebben volgens Van der Hart geleid tot degradatie. „Mede daardoor viel het in belangrijke wedstrijden telkens de andere kant op. Het beste voorbeeld vond ik het schot van Jeremy Antonisse op de kruising, tijdens de play-offs in Almere. Dat die er niet in gaat... Dat was tekenend voor ons seizoen.”
Net als diverse andere spelers die de club hebben verlaten, resteert Van der Hart deze weken een zoektocht naar een nieuwe club. Het liefst eentje in het buitenland. Hij was al dicht bij een nieuw avontuur, maar dat ging last minute niet door. Ondertussen houdt hij zichzelf fit. Keeperstrainingen, krachttrainingen, golfen, padellen; de dagen worden wel gevuld. Waar hij volgend jaar ook speelt, de Hondsrugbokaal gaat met hem mee. „Ik heb een kast waar onder meer ook het beeldje in staat dat ik kreeg toen ik in 2012 bij Ajax werd verkozen tot Talent van de Toekomst. Daar komt ook deze trofee te staan. Tenminste, als hij past, ha ha.”
Mickey van der Hart poseert met de door hem gewonnen Hondsrugbokaal, voor beste speler van het seizoen 2022-2023. Op het Pelserbrugje in Zwolle, zijn woonplaats. Foto: Marcel Jurian de Jong
De Hondsrugbokaal
Wat in 2018 begon als wisselbeker die werd uitgereikt aan de winnaar van de clashes tussen FC Groningen en FC Emmen, is inmiddels uitgegroeid tot een individuele prijs. Elke speelronde beoordelen de analisten van Dagblad van het Noorden, onder wie Hans Westerhof, Jan van Dijk, Joop Gall, Jan de Jonge, Marnix Kolder, Jan Mennega en Rob McDonald, de spelers van FC Emmen en FC Groningen. Aan het einde van het seizoen wint degene met het hoogste gemiddelde de felbegeerde Hondsrugbokaal. Een prijs dus, voor de beste speler van allemaal. Een eervolle vermelding gaat dit seizoen naar Mike te Wierik. De verdediger maakte in de winterstop de overstap van FC Groningen naar FC Emmen en beleefde volgens onze analisten een prima tweede seizoenshelft. Als hij ook in het eerste deel van de competitie in rood-witte dienst had gespeeld, had hij een serieuze gooi kunnen doen naar de Hondsrugbokaal. Volgend seizoen nieuwe ronde, nieuwe kansen zullen we maar zeggen. En, voor wie het is ontgaan: de naam van de Hondsrugbokaal wordt ontleend aan de Hondsrug, de 70 kilometer lange zandrug in Drenthe en Groningen die zich uitstrekt van Emmen tot de stad Groningen.