Voor de Groninger politiek is de komst van kerncentrales (zoals deze in het Duitse Lingen) al tientallen jaren taboe, toch laat het kabinet het oog nu vallen op de Eemshaven als locatie. Foto: Archief Corné Sparidaens
De Eemshaven is toch een mogelijke locatie voor een nieuwe kerncentrale. Met dat nieuws is Groningen opnieuw overvallen. Dat had niet mogen gebeuren.
Opeens stond het er, zwart op wit, in een brief van het ministerie van Klimaat en Groene Groei aan de Tweede Kamer. De Eemshaven is toegevoegd aan het lijstje van mogelijke locaties waar een nieuwe kerncentrale kan komen. Kán, want ook Rotterdam en Terneuzen zijn, naast Borssele, mogelijke geschikt voor in totaal vier kernreactoren die het kabinet bij wil laten bouwen.
Tegen het zere been
Dat de Eemshaven een optie is, was niet eerder bekend. Sterker: het vorige kabinet zegde nog toe dat Groningen juist niet in beeld was voor een kerncentrale. Nu wordt het gebied toch genoemd, en dat is terecht tegen het zere been van Groningse bestuurders, die zich met hand en tand hebben verzet tegen de komst van een kernreactor en dat nog altijd doen.
De Groningers mogen zich nu opnieuw druk maken over een ingrijpende manier van energie opwekken, terwijl het aardbevingsdossier nog lang niet is afgerond. Ook blijft de Groningse bodem de komende jaren nog onrustig.
Het lijkt erop dat Den Haag niet om de Eemshaven heen kan of wíl. Het havengebied werd door beleidsmakers en politici vaker genoemd als geschikte plek voor een reactor. Drie jaar geleden nog kreeg Mark Rutte een golf van kritiek over zich heen nadat hij in een verkiezingsdebat de Eemshaven voorstelde als gebied voor een kerncentrale. Een ‘inschattingsfout’ noemde hij zijn uitspraak later.
Overvallen
De huidige klimaatminister Sophie Hermans, ook van de VVD en voorheen politiek assistent van Rutte, lijkt zich dat voorval niet actief te herinneren. Het was beter geweest als ze haar geheugen had opgefrist en de Eemshaven buiten haar plannen had gelaten. Op zijn minst had ze Groningen vooraf moeten inlichten dat het gebied opnieuw als optie op tafel ligt. Nu is men erdoor overvallen, zoals de Groningers in het verleden vaker is overkomen.
Het opwekken van kernenergie is niet niks. Veel mensen associëren kerncentrales met risico’s en gevaar en denken aan de kernrampen in Tsjernobyl of, recenter, in Fukushima. De kans dat zoiets opnieuw gebeurt is klein, maar de zorgen worden er niet minder om. En het vertrouwen in de landelijke politiek wordt niet groter. Het kabinet en de Tweede Kamer moeten laten zien dat zij betrouwbaar zijn. Terugkomen op toezeggingen aan Groningen kan niet meer.