Een omwonende tijdens een informatiebijeenkomst van Defensie over oefenterrein De Haar in Assen. Foto: Archief DVHN/Marcel Jurian de Jong
Noorderlingen willen geen militaire activiteiten in hun achtertuin. Maar met de oorlog in Oekraïne en de onrust in het Midden-Oosten valt er weinig te kiezen.
De tijd van onbezorgdheid is voorbij: ook voor Nederland is het, als lid van de NAVO, tijd om zich voor te bereiden op een eventuele oorlog. Een dreiging die inmiddels niet meer zo’n ver-van-het-bedshow is. De oorlog in Oekraïne is nog altijd gaande en in het Midden-Oosten voeren Israël, Gaza en Libanon de spanning flink op.
Er zijn extra munitiedepots nodig, uitbreiding van oefenterreinen en ruimte voor gevechtsvliegtuigen. Bij voorkeur in Groningen, Friesland of Drenthe, want relatief dunbevolkt en dicht bij de Eemshaven, zodat het materieel snel kan worden vervoerd richting het noorden en oosten van Europa.
Geen depot in Groningen
Maar veel Noordelingen zien de uitbreidingen van de krijgsmacht in hun achtertuin niet zitten. In Midden-Groningen, hartje aardbevingsgebied, kwamen bewoners succesvol in het geweer tegen een 22 hectare groot munitiedepot in hun omgeving. Dinsdag sprak de Tweede Kamer uit dat er geen sprake kan zijn van wapenopslag in het gebied.
Dat is goed nieuws voor de Groningers, voor wie de gevolgen van de aardbevingen en het moeizame schadeherstel nog vers zijn. Hun bezwaren zijn in dat opzicht begrijpelijk. Maar ook in Drenthe en Friesland leven zorgen en bezwaren onder bewoners. En ja, die zijn ook te begrijpen, want mensen die in de buurt van zo’n munitiedepot komen te wonen moeten gedwongen hun huis uit.
Kazerne
Tegelijkertijd heeft het Noorden een lange relatie met Defensie. De hakken in het zand zetten kan niet zomaar. Zo maakten Assen en de provincie Drenthe zich twee jaar geleden nog hard voor het behoud van de Johan Willem Frisokazerne, toen die dreigde te verdwijnen.
Dat de gemeente nu wil dat de uitbreiding van oefenterrein De Haar bij het TT Circuit ‘klein’ blijft, rijmt niet met de wens om de kazerne open te houden. Mogelijk wordt de dreiging van oorlog niet voldoende gevoeld, nu we al tachtig jaar in vrijheid leven. Oorlog, dat gebeurt ver weg.
Zoals gezegd kan die tijd weleens voorbij zijn. Op zijn minst moet Nederland zich erop voorbereiden dat het andere NAVO-landen moet bijstaan bij een aanval. Daar zijn wapens, vliegtuigen en oefenterreinen voor nodig. Ook het Noorden moet zijn steentje bijdragen.