DVHN commentaar | Steeds meer inwoners van Groningen zijn overlast van studenten beu. Dat mag Rijksuniversiteit en Hanzehogeschool niet onverschillig laten
Studentenhuisvesting in de Jozef Israëlsstraat in Groningen. Foto: Peter Wassing
De tijd dat Groningen zich louter gelukkig prees met de aanwezigheid van zo veel studenten, lijkt voorbij. Natuurlijk brengen zij de Stad nog veel levendigheid, sfeer, vertier en inkomsten, maar de klachten over de overlast die een deel van hen veroorzaakt nemen toe en worden ernstiger. Vooral het feestgedruis en wangedrag van de bewoners van studentenhuizen zijn in een veelheid aan wijken een bron van ergernis. Allerlei maatregelen die de gemeente in de loop der jaren heeft aangekondigd, hebben weinig of geen soelaas geboden.
De toenemende ergernis kan niet los worden gezien van de onstuimige groei van het aantal studenten dat Groningen lokt. De Rijksuniversiteit en de Hanzehogeschool tekenen inmiddels samen voor bijna 70.000 studenten. Steeds meer Groningers vinden dat aantal te groot om het woon- en leefklimaat voor de overige inwoners overeind te houden.
De groeiende aversie is begrijpelijk en terecht, maar mag niet ten koste gaan van het besef dat de groei van het hoger onderwijs met al zijn spin-offs van groot belang is voor de economie van Noord-Nederland. Meer aandacht voor mogelijk negatieve effecten van die expansie is geboden om draagvlak te behouden voor beide instellingen voor hoger onderwijs.
In dat licht is het merkwaardig dat gemeente, universiteit en hogeschool nooit hebben nagedacht over wat voor hen en de Stad qua omvang een gezonde studentenpopulatie is, zoals ze in deze krant verklaarden. Daardoor ontbreekt het perspectief op adequate, structurele oplossingen voor het overlastprobleem.
De Rijksuniversiteit en de Hanzehogeschool lieten zelfs weten dat zij zich niet verantwoordelijk voelen voor problemen met huisvesting en overlast van studenten. Voor hen staat de toegankelijkheid van het hoger onderwijs voorop.
Formeel gaan ze met de opvatting niet over de schreef, maar moreel wel. Het is niet gepast dat twee grote onderwijsinstellingen die zo diep verankerd zijn in de Groningse samenleving, zich zo onverschillig tonen over de negatieve gevolgen van de groei die ze doormaken. Ze zouden om te beginnen op hun studenten een appel kunnen doen om zich fatsoenlijk te gedragen in de stad waar ze aan hun toekomst bouwen.