De bomen en de heggen zijn ingepakt. Strak omwikkeld, alsof ze gewond zijn en verbonden, laag voor laag en met precisie aangebracht. Het verband is oranje.
Beide kanten van de straat doen mee. Van de heggen rond de voortuinen, waarachter plek is voor partytenten en kinderzwembadjes, is geen blaadje groen meer te zien. Aan de overzijde zijn de stammen van de bomen omgetoverd tot oranje masten. De koorts heeft hier vat gekregen op alles wat leeft.
Met lichte jaloezie rij ik door de straat. Ik wil er ook zin in hebben, in dat EK, maar het lukt me nog niet. Al dat roodwitblauw en oranje, al dat Nederland en Holland, al dat ‘wij’ en ‘ons’. Ik zie er zelfs een beetje tegenop.
In 1988 was ik negen jaar oud. Ik zat op voetbal en was het enige meisje bij de club. Soms werd ik uitgelachen (‘een meisje!’) maar meestal ploeterde ik gewoon mee met de rest. Niets was in die tijd zo spannend als kijken naar wedstrijden van het Nederlands elftal. Wippend op de rand van de bank, een slabak vol chips op tafel, de katten van schoot gevlucht.
Details van die wedstrijden weet ik allang niet meer (ja oké, die goal van Van Basten) maar het gevoel zal ik nooit vergeten.
Nu zie ik weer dezelfde roodwitblauwe vlaggetjes, oranje pruiken en leeuwenpakken, maar dit keer weergalmen in mijn hoofd de nationalistische leuzen van de afgelopen maanden. ‘De Nederlander op 1’, zeggen ze, en ‘Nederland wordt weer van ons’. Mijn oranjegevoel is besmet. Als ik niet meer weet wie ‘wij’ zijn, en wie daar wel of niet bij mogen horen, kan ik dan wel voor ‘ons’ juichen?
Het is natuurlijk maar een spelletje. Ik overdrijf. Zelfs bij die heggen en bomen in oranje plastic denk ik: de één zijn feest ontneemt de ander zijn zuurstof. Het is de gepolariseerde stemming in dit land die ook mij te grazen dreigt te nemen.
Als de bal eenmaal rolt gaat het vast over. Ik hou van voetbal, al weet ik soms niet meer waarom. Het grote geld, de hebzucht, het vandalisme, de aanstellerij, de haantjes: je moet wel erg verzot zijn op het spelletje om dat allemaal te negeren. Dat kan ik. Dus dit ook.
Wie met een andere blik naar de versierde straat kan kijken, ziet hoe alles daar opeens broederlijk bij elkaar lijkt te horen. De heggen, de bomen, de huizen, de mensen. Dus ach, misschien is oranje verband wel precies wat we nodig hebben in dit gewonde land.