De oud-marinier is even terug in Groningen. Hij zat maanden aan het front in Oekraïne en keert binnenkort terug. Foto: DVHN
Hij heeft twee weken verlof. Oud-marinier Lammert* uit Groningen zat negen maanden in Oekraïne en vocht aan het front. Nagenoeg ongeschonden vertelt hij zijn verhaal.
Hij laat een wondje aan zijn been zien. ,,Een scherf van een drone. Die klapte ‘s nachts achter ons in. Die drone had nachtzicht. Ik kon net op de tijd een bosje induiken. Het ding explodeerde in de takken, zo’n anderhalve meter boven mijn hoofd. De wond mag geen naam hebben, ik kon gewoon doorlopen. Ik heb wel ergere dingen gezien. Over dit soort wondjes moet je niet zeiken.” En die gebroken rib kwam van een ,,klein, snel ventje” binnen zijn eenheid die de bokstraining net effe een tikkeltje te serieus nam, sukkel, want dat gebeurde één dag voor een missie. Hij liet zich er niet door weerhouden: de volgende dag zat hij weer aan het front.
Ouders
Ex-marinier Lammert uit Groningen is eventjes terug uit Oekraïne. Hij heeft veertien dagen verlof en verblijft deze dagen bij zijn ouders in de stad. ,,Ze hebben het moeilijk gehad, maar zijn best trots op me en staan achter me. Maar of ze blij zijn met wat ik doe, is een ander verhaal. Ik hoef niet langer verlof dan twee weken; er is werk genoeg te doen en als je te lang weg blijft, verslap je toch een beetje.”
Oekraïense soldaten aan met front met artillerie. Foto: Shutterstock
In maart stapte Lammert op de FlixBus richting Oekraïne. Hij nam ontslag bij het korps mariniers om mee te vechten tegen de Russen. Hij wilde als goed opgeleide militair niet aan de zijlijn staan en een bijdrage leveren om de Rusland terug te dringen. Nu negen maanden verder, heeft hij aan den lijve ervaren wat de strijd in Oost-Oekraïne inhoudt. Hij zit bij een eenheid van zo’n 65 man. ,,De helft bestaat uit Oekraïners, de andere helft uit buitenlanders: Engelsen, Australiërs, Canadezen, veel Amerikanen ook. Ik ben de enige Nederlander.”
Hij opereert aan het front met kleine eenheden. ,,Meestal met een paar man. Ik ben teamleider van een groep van vijf personen. Soms zijn we twee, drie dagen weg, soms tien tot twaalf dagen. Dat is afhankelijk van de missie.” In welk gebied hij actief is, kan hij uit veiligheidsoverwegingen niet zeggen. ,,Laten we het houden op Oost-Oekraïne. In de Donbas.”
Warmtebeeld
Zijn eenheid werkt op oud-Sovjet-stijl: verplaatsen, aftasten en kijken wat er gebeurt. ,,Liefst vermijden we contact; als we ons werk goed doen, worden we niet gezien.” Ze worden gedropt met voertuigen en gaan daarna te voet verder op de frontlinie: ,,Stiller en zo worden we minder makkelijk gezien met warmtebeeld.”
Zijn kwaliteiten worden gezien: soms is hij teamleider of positiecommandant van een eenheid. Met teamleden is hij close geworden. ,,Ook logisch: je brengt zoveel tijd met elkaar door.” Hij schetst het beeld van een platte organisatie: ,,Er zijn weinig officieren en daar wordt niet anders tegen gedaan dan tegen manschappen. In die zin gaat het er redelijk democratisch aan toe. Je kan altijd lui aanspreken of corrigeren, ongeacht rang of functie. Ik weet niet of je dat ook bij andere eenheden kan flikken, maar bij ons wel, dat schetst de onderlinge verhoudingen.”
Tussen de missies nemen ze dagen rust, in huizen en appartementen. ,,Ver genoeg van het front zodat we redelijk in comfort kunnen leven. Ik heb geen verwarming, maar wel water en stroom.”
Een Oekraïense militair laat een verkenningsdrone op aan de frontlinie bij Donetsk. Foto: AP/Vasilisa Stepanenko
Drones vormen de grootste bedreiging voor de militairen, heeft ook Lammert ervaren. ,,Je moet snel bewegen en niet gespot worden. Dat betekent goed camoufleren en extra lagen dekking zoeken als isolatie om te voorkomen dat de warmte weglekt en warmtebeeldcamera’s je in de gaten krijgen. De Britten gebruiken daarvoor soms zelfs een paraplu, maar een zeiltje spannen kan ook helpen.”
Hij is gefocused op het geluid van drones. ,,Je hoort ze voordat je ze ziet. Het geluid is heel belangrijk voor ons. Een drone spotten is ongelofelijk moeilijk, al helemaal als-ie laag vliegt. En hoog, tja, dan is het een piepklein stipje. Als het hard regent of hard waait dan vliegen veel drones niet, dan hebben wij de kans manoeuvres uit te voeren.” Werkt zijn eenheid ook met drones? ,,Nee, dat is voor specifieke drone-eenheden.”
Bang
Is hij bang geweest? ,,Regelmatig. Niet eens op het moment als er iets gebeurt, dan ben je te druk bezig. Maar als je in positie zit en afwacht, bijvoorbeeld als er een drone komt aanzoemen. Dan is het incasseren en hopen dat je geluk hebt. Het houdt je scherp, het houdt je levend. We zaten een keer vast met onze auto. Dan ben je een makkelijk doelwit en zit je echt niet lekker. Later denk je, dat had heel anders kunnen aflopen.” Over slachtoffers wil hij niets zeggen.
Het weer In Oekraïne was de afgelopen tijd slecht, zegt Lammert. ,,Het regende, het was koud, modderig en de bladeren vielen van de bomen. Dan valt je dekking weg. Het is moeilijk opereren en het is een stuk stiller dan anders. In de wintermaanden verschuift het front dan ook nauwelijks.”
Loopgraaf aan het front in Oekraïne. Foto: Shutterstock
Lammert zit regelmatig in de loopgraven. ,,Die graven we vaak zelf. Altijd als we een paar uur stil zitten. Sommige zijn overdekt, als een bunker. Die worden steeds verder uitgebreid. Laatst zaten we in een loopgraaf met matrassen, die uit een verlaten huis waren gesleept. Dan slaap je top. We maken we ook wel shellscrapes, dan schrapen we een kuil in de grond die je beschermt tegen granaatscherven.”
De Groninger heeft een speciale taak binnen zijn eenheid. ,,Als iemand van de buitenlanders zwaargewond raakt of overlijdt, moet ik contact leggen met het thuisfront. Wat er met het lichaam en de spullen moet gebeuren. Ik heb een Excelsheet met namen, familie, mobiele nummers en mailadressen. Waarom ik? Iemand moet het doen. Iedereen heeft zijn taak binnen de eenheid. De een zorgt voor vers water, de ander is loodgieter of zorgt voor rantsoenen.”
Snelle cursus
Na hij in de hoofdstad Kyiv werd gekeurd en de papierwinkel doorliep - ,,Dat duurde al met al twee weken” - volgde Lammert een militaire opleiding van drie weken. ,,Een soort crashcourse, een snelle cursus, want Oekraïne heeft een tekort aan militairen. Die cursus gaat heel snel; er is niet de luxe voor herhalingen voor mensen die het niet begrijpen. Ik had voordeel van mijn ervaring. De nadruk in die crashcursus ligt op medisch vlak, algemene procedures, maar dingen als tactieken die leer je pas bij je eigen eenheid, die hebben elk een eigen stijl en missiepakket.”
Lammert nam een deel van zijn uitrusting mee vanuit Nederland, maar kreeg zijn wapen van het Oekraïnese leger. ,,Ik heb een CZ Bren 2, best goed spul.” Dit Tsjechische (aanvals)machinegeweer wordt op grote schaal geproduceerd en gebruikt in Oekraïne. Daarnaast heeft hij een Fort-600, een 40 mm granaatwerper, ook gemaakt door een Oekraïense wapenfabrikant.
Eigen ‘kit’
In Oekraïne heeft hij kogelwerende platen gekocht voor in zijn ‘plate carrier’ - zeg maar zijn gevechtsjas, niet de beste, maar licht genoeg om nog snel te kunnen bewegen. ,,Bijna al mijn ‘kit’ is eigen aanschaf. We krijgen wel spul, maar Oekraïne moet honderdduizenden mensen uitrusten, dat kan niet het allerbeste spul zijn.” Het enige waarnaar hij zoekt - in Nederland - is een goede nachtzichtkijker, die hij op zijn helm kan monteren. ,,Dat is schaars in Oekraïne, zeker het goede spul, alles wordt snel opgekocht. Dat is nu echt onbetaalbaar geworden. Lokaal gemaakte zaken, zoals kleding, uniformen en vesten, die zijn daar wel redelijk goedkoop.”
Hij krijgt ook keurig salaris gestort op een lokale bankrekening. ,,Standaard krijg je zo’ n 500 euro er maand, maar als je dichtbij het front zit 2000 euro per maand. Daar komt nog een combatbonus van ruim 1600 euro overheen als je echt helemaal vooraan in de frontlinie zit, tijdens missies.” Op de ‘zero-line’ noemt hij dat.
1 procent
De laatste weken claimen de Russen steeds meer gebied in Oost-Oekraine te veroveren, zoals onlangs de stad Pokrovsk. ,,Volgens mij valt het mee hoor. Sommige delen zijn ingenomen, andere delen zijn weer veroverd. Het ziet er heel dramatisch uit op een ingezoomd kaartje, maar als even uitzoomt hebben de Russen in twee jaar tijd 1 procent van Oekraïne erbij ingenomen. En Pokrovsk is een flutstadje. De Russen hebben er twee jaar over gedaan om het in nemen. Ze rukken op, maar het is niet zo dramatisch als het af en toe klinkt. Het gaat heel langzaam, ten koste van heel veel levens.”
Voor kerst wil Lammert weer terug naar Oekraïne. ,,Ik heb niet veel met kerst. Sinterklaas zegt me meer. Maar ik ga terug er is nog werk zat te doen.” Ook als de oorlog nog twee jaar voort duurt? ,,Als dat nodig is, is dat nodig. Ik blijf totdat we gewonnen hebben en zolang ik mijn werk nog goed kan doen. Zolang ik nuttig en nodig ben. Ik hoef niet op twee stompjes voorwaarts.” Over de internationale politieke ontwikkelingen zwijgt hij bewust; zijn focus is zijn persoonlijke bijdrage.
Laf
Weerbare mannen, die niet vechten, maar in Europa afwachten, daar heeft hij een snoeiharde mening over: ,,Echt kankerlaf. Dat vind ik echt schandalig. Oké, het is niet makkelijk, maar dan laat je dus anderen jouw werk opknappen, je vlucht voor je verantwoordelijkheid. Een vrije samenleving geeft veel rechten, maar ook enkele plichten. We leven in een mooie wereld, maar daar moet wel wat voor gebeuren. Veiligheid is niet vanzelfsprekend.”
* Uit veiligheidsredenen hebben we ervoor gekozen de oud-marinier met een verzonnen naam op te voeren. De ware identiteit van ‘Lammert’ is geverifieerd door deze krant.)