,,Wat voor stad wil je zijn? Dat gaat voorbij de vraag of je iemand mag filmen", zegt Sander Flight. Foto: Robert Lagendijk
Extra cameratoezicht in de binnenstad van Groningen lijkt aanstaande, maar ligt gevoelig. „Wat voor stad wil je zijn? Dat gaat verder dan de vraag of je iemand mag filmen.”
Als het aan waarnemend burgemeester Mirjam van ‘t Veld van Groningen ligt, komen er opnieuw camera’s te hangen in het gebied van de Folkingestraat en Nieuwstad. Dat voornemen is een opluchting voor buurtbewoners, die klagen over overlast door drugsdealers, -gebruikers en daklozen. En ook de politie is er blij mee. Maar het is politiek gezien nog geen gedane zaak. Het onderwerp ligt zeer gevoelig in de gemeenteraad, die woensdag over de plannen praat.
In de coalitie van PvdA, SP, ChristenUnie, GroenLinks en Partij voor de Dieren zijn de laatste twee tot op heden nooit overtuigd geraakt van het effect van cameratoezicht. De Partij voor de Dieren noemde camera’s een schijnveiligheid en Benni Leemhuis en Mirjam Wijnja van GroenLinks schreven drie jaar geleden nog een opinie in deze krant waarin ze van leer trokken tégen cameratoezicht. Ze zagen het enkel als laatste redmiddel als al het andere is geprobeerd.
GroenLinks is de grootste partij in de gemeenteraad, Leemhuis het langstzittende raadslid en Wijnja is inmiddels wethouder.
Groningen telt aanzienlijk minder gemeentelijke camera’s dan andere grote steden, blijkt uit politiecijfers. Zo hadden we hier twee jaar geleden met 108 publieke camera’s weliswaar de meeste van Noord-Nederland, maar valt dat in het niet bij steden als Rotterdam (1897), Amsterdam (1332) of Utrecht (757). En ook Eindhoven en Almere hebbener drie keer zoveel als Groningen.
In het uitgaansgebied van Groningen is al cameratoezicht, zoals in de Kleine Peperstraat. Foto: ANP / Hollandse Hoogte / Evert Jan Luchies
Maar camera’s zijn geen wondermiddel, blijkt wel in Rotterdam. De stad met de meeste camera’s wordt geteisterd door schietpartijen, aanrandingen en andere criminaliteit. „Je kunt 6000 camera’s ophangen, maar er kan op 600.000 plekken iets gebeuren”, zegt zelfstandig onderzoeker Sander Flight uit Amsterdam. Hij werkt onder meer voor gemeentes en houdt zich sinds 2000 bezig met cameratoezicht.
Hij heeft begrip voor de discussie, omdat camera’s niet gratis zijn en ten koste gaan van de privacy. „Het gaat om hardnekkige problemen en over de oplossingen mag je politiek van mening verschillen.”
Wat voor stad wil je zijn?
Het privacyargument keert steevast terug als het gaat over cameratoezicht. Ook in Groningen is het bij een deel van de gemeenteraad een argument om het niet te doen. Flight werpt een andere vraag op: „Wat voor stad wil je zijn? Eén waarin de ogen van de overheid op straat via technologie komen of door mensen die rondlopen en de sfeer voelen? Dat is een ethische vraag.”
Het is hoogst onwaarschijnlijk dat er meer politie komt en buitengewoon opsporingsambtenaren mogen van de gemeenteraad niet in de nacht aan het werk. Dat is aan de politie. In cameratoezicht ziet een deel van de raad één van de maatregelen die wel mogelijk is. Met de wetenschap dat een camera niet van de muur springt om een boef aan te houden - in dat geval moet er alsnog politie naar de betreffende plek toe.
Sander Flight is zelfstandig adviseur en onderzoeker met cameratoezicht als specialisme. Foto: Robert Lagendijk
Universitair docent Gerard Ritsema van Eck van de Rijksuniversiteit Groningen verwacht niet dat cameratoezicht criminaliteit op gaat lossen. „Net als geweldsincidenten, want dat zijn geen rationele besluiten. Iemand die heel boos is en onder invloed, denkt niet: laten we een straat verderop vechten, want hier hangt een camera.”
Verplaatsen valt wel mee
De angst van een aantal partijen in politiek Groningen is dat de problematiek zich verplaatst naar andere plekken. Onderzoek laat volgens Flight en Ritsema van Eck zien dat dit effect meevalt. „De meeste problemen worden veroorzaakt door mensen die helemaal geen zin hebben om zich te verplaatsen”, vertelt Flight. „Op een andere plek ben je misschien niet in beeld, maar heb je ook minder klanten voor je drugs. Zij blijven wel.”
„Als er verplaatsing is, is het heel lokaal”, zegt Ritsema van Eck. „Ik begrijp de lobby van buurtbewoners heel goed. Voor hen is het heel fijn dat er een camera komt, maar als gemeente schiet je er weinig mee op.”
Preventie in plaats van repressie
De kern van het aanpakken van problemen zoals in dit gebied in Groningen zit hem volgens de experts in preventie. Daar wil de gemeente Groningen ook op inzetten door de raamprostitutie te verminderen, meer straatverlichting aan te brengen en verschillende straten aan te pakken zodat ze sociaal veiliger worden.
Gerard Ritsema van Eck is universitair docent aan de Rijksuniversiteit Groningen en gespecialiseerd in camera's en privacy. Foto: RONALD ZIJLSTRA
„In Engeland hebben ze een interessant onderzoek gedaan over straatverlichting versus camera”, zegt Flight. „De conclusie is dat straatverlichting beter werkt en de uitsmijter van het onderzoekwas: word je liever verkracht in een donker steegje waar goede camerabeelden van zijn of word je liever niet verkracht in een verlichte steeg?” Het antwoord mag duidelijk zijn.
Ritsema van Eck: „Een lantaarnpaal neerzetten klinkt minder cool dan een camera, maar het is vaak een betere manier om problemen te voorkomen.”
Heeft ook voordelen
Toch heeft cameratoezicht ook voordelen. Zo kan een deel van de criminaliteit voorkomen worden, kunnen beelden dienen als bewijs en criminelen kunnen makkelijker geobserveerd worden. „Je kunt in uniform door een prostitutiestraat lopen en denken: wat is het hier lekker rustig! Maar dat komt door het uniform, dan schiet iedereen weg. Een camera heeft dat niet.”
Maar, zegt Ritsema van Eck: „Elke camera die er bij komt, maakt de inbreuk op de privacy groter. En omdat het politiecamera’s zijn, moet je dat heel serieus nemen. Dat doet de gemeenteraad in dit politieke proces en dat is alleen maar heel goed.”