Drukte op zaterdagmiddag in de Herestraat. Foto: Jaspar Moulijn Foto: Jaspar Moulijn
In Groningen is volgens kenners weinig sprake van winkelleegstand. Maar inwoners vinden dat er veel beter kan aan het winkelaanbod. ,,Ik mis unieke boetiekjes en sfeervolle zaakjes in deze stad.’’
Carolien van de Beek (32) en Floris Wits (33) zetten net hun fiets weg bij de Bakker Bart. Ze hoeven alleen even in de Herestraat te zijn om een pakketje op te halen. ,,We moeten er nu toevallig zijn, maar anders kom ik hier nooit. Ik vind het een verschrikkelijk saaie winkelstraat’’, zegt Van de Beek.
Volgens haar valt de leegstand in de binnenstad mee, maar ze hekelt het sterk aanwezige aanbod van grote ketens in de Herestraat. ,,Je hebt hier precies dezelfde winkels die je in elke grote Europese stad ook vindt. Alweer een donutzaak, heeft de Herestraat dat nou echt nodig? In de Oosterstraat en Zwanestraat zijn leuke boetiekjes, maar voor de rest... dat mag wel meer. Ik mis dat echt in deze stad.’’
‘Ken veel mensen die liever naar Zwolle gaan’
Daar is Wits het roerend mee eens. ,,Als je van het platteland naar de stad komt omdat je iets nodig hebt, is dat fijn. Maar zeker voor mannenkleding vind ik dat hier erg weinig aanbod is’’, zegt hij. Van de Beek vult hem aan: ,,Ik vind het middensegment heel beperkt. Je hebt hier óf duur óf goedkoop, ertussenin zit weinig voor mannen.’’
Volgens Van de Beek loopt Groningen door het eenzijdige en beperkte aanbod veel winkelend bezoek mis. ,,Ik ken veel mensen uit Assen die liever naar Zwolle gaan om te winkelen dan naar hier.’’
‘Mooier als meer lokale ondernemers komen’
Yannick Wassmer (36) en Maaike Boumans (35) wonen eveneens in de stad. Ze zijn best tevreden, maar ook zij zien ‘wel erg veel’ ketens. ,,Overal zit een Zara of een H&M. Ik zou het mooier vinden als er wat meer kleine lokale ondernemers komen in de Herestraat. Ik mis een eigen Groningse identiteit’’, zegt Wassmer. ,,Dat zou de winkelstraat veel aantrekkelijker maken.’’
Boumans noemt een illustratief voorbeeld: ,,We liepen net langs een spierwitte koffiezaak bij de Oude Boteringestraat. Helemaal strak en hip, maar een kille uitstraling. Ik mis juist sfeervolle koffiezaakjes in Groningen’’, zegt zij. ,,Maar ik weet niet of we meer koffiezaken willen hoor. Het is net als met kappers, je ziet ze overal’’, zegt Wassmer lachend.
‘Vintage zaken zijn geweldig, maar minder bekend’
Die vermaledijde koffiezaakjes steken Bart Stoppels (25) ook. ,,Veel koffiezaken, veel schoenenzaken ook. Het is wel veel hetzelfde hoor. Een Zara of een H&M heeft allebei bijna hetzelfde.’’
Ierse Minerva-student Danu Holland (22) vindt dat er sprake is van oververzadiging. ,,Te veel van het een, te weinig van het andere. Wij houden meer van vintage kleding, maar de Herestraat heeft dat niet.’’ Stoppels erkent dat. ,,Mamamini en Vintage Island in de Oosterstraat zijn geweldig, maar minder bekend. Mijn ouders kennen dat niet. Als zij hier komen, zien ze alleen de Herestraat. Zonde.’’
‘Voor specifieke zaakjes naar straten achteraf’
Ook Rudie Hazekamp (55), die met zijn dochter Janita (22) uit Baflo naar de stad gekomen is om te shoppen, vindt dat het aanbod gevarieerder mag. ,,Ik vind dat de balans op dit moment mist. Voor de specifieke zaakjes moet je naar straatjes achteraf, dat vind ik minder.’’
Volgens veel winkelende Groningers heeft de binnenstad te veel ketens en te weinig unieke zaakjes. Foto: Jaspar Moulijn
Toch is hij overwegend positief. ,,Het is een bruisende binnenstad, veel publiek. En je hebt steeds meer tweedehandswinkels. De variatie mist nog, maar er is hier wel veel.’’ Dat vindt zijn dochter ook: ,,Alles is hier dichtbij, je kunt overal wandelend komen. Voor het winkelen vind ik dat heel positief.’’
‘Het grootkapitaal gaat voor’
Matthijs (73) en Mily (72) Kruijer zijn vanuit Haarlem naar het Noorden afgereisd om nog gauw de Rolling Stones-expositie in het Groninger Museum mee te pakken. In hun woonplaats is heel veel leegstand, zegt Matthijs. ,,Hier is dat volgens mij minder, maar verder lijkt het qua binnenstad wel wat op Haarlem. Je vindt overal dezelfde ketens.’’
Zijn vrouw denkt te weten waarom: ,,Het grootkapitaal gaat toch voor. En ik vind de panden hier in Groningen eerlijk gezegd te modern.’’ Matthijs vindt dat ook. Hij wijst omhoog naar de winkelgevels. ,,Allemaal strakgetrokken, kaarsrecht. De eigenheid van een stad gaat daarmee weg. Als je niet uitkijkt gaan alle steden op elkaar lijken.’’
‘We zijn zo gewend consument te zijn’
Maaike Boumans heeft een suggestie hoe het beter kan. ,,Ik zou graag iets willen zoals de buurtsuper, waar je gauw een bakje koffie haalt voor 1,50 en je medebewoners ontmoet. We zijn het zo gewend om consument te zijn in plaats van medeburger. Niet alleen je geld uitgeven, maar je echt welkom voelen bij elkaar in je eigen binnenstad.’’
Net als haar partner is ze fan van winkelcentrum Paddepoel, waar volgens haar meer sfeer is. ,,Daar komen we heel graag. Veel verschillende winkels, veel mensen met verschillende achtergronden en leeftijden’’, zegt Boumans terwijl ze begint te stralen.
Het echtpaar Kruijer heeft nog wat tijd voor ze naar de expositie in het museum gaan. Ze zijn nieuwsgierig wat het Groninger winkelaanbod dan nog meer te bieden heeft. ,,Oh, de Zwanestraat zit verderop? Gaan we daar meteen even kijken.’’