De bouw van een hoogspanningsstation bij het Ter Apelkanaal. Foto: Harry Tielman
Door netcongestie kunnen nieuwe bedrijven zich momenteel niet vestigen in Groningen. Om de druk op het stroomnet te verminderen, wil ondernemer Jan Berends stroom delen met zijn buurman. Maar datis lastiger dan gedacht.
Verduurzamen was de insteek van Jan Berends toen hij vijf jaar geleden zonnepanelen kocht voor zijn metaalbewerkingsbedrijf aan de Bovenstreek in Groningen. Het doel: energieneutraal worden. De tonnen aan metaal die het bedrijf produceert, worden bijvoorbeeld gebruikt voor de bouw van fabrieken. En daar is veel stroom voor nodig.
Maar doordat hij zijn elektriciteitsverbruik omlaag wist te brengen door anders om te gaan met de verlichting, bleek hij twee derde van alle energie die hij opwekte zelf niet nodig te hebben. De overige elektriciteit werd teruggepompt in het stroomnet. ,,Dat is zonde, want dat kan geld opleveren, maar ook geld kosten.’’
Toen bedacht hij de oplossing: zijn overige stroom doorverkopen aan zijn buren. Hij zou daar niet alleen geld mee verdienen, maar tegelijkertijd ook het stroomnet kunnen ontlasten en daarmee netcongestie verminderen. Maar hij kwam er achter dat dit juridisch gezien makkelijker gezegd is dan gedaan.
Wat is netcongestie?
Het stroomnet kan gezien worden als een grote snelweg. Netbeheerders ‘rijden’ de elektriciteit vanuit hun spanningsstations naar bijvoorbeeld het bedrijf of de woning. Mensen met zonnepanelen voegen door het terug leveren van stroom ook verkeer toe aan de wegen.
Doordat stroomverbruikers vaak elektriciteit nodig hebben op hetzelfde moment ontstaan er, net zoals tijdens de ochtend- en avondspits, files op de weg met knelpunten als gevolg. Dus niet iedereen kan op dat moment stroom krijgen.
Dit probleem wordt netcongestie genoemd. Ook in Groningen zijn de problemen met ‘stroomfiles’ groot. Deze drukte zorgt er op dit moment voor dat nieuwe bedrijven zich niet kunnen vestigen en bestaande bedrijven niet kunnen uitbreiden of verduurzamen.
Netcongestie is eenlandelijk probleem. De provincie Utrecht kondigde vorige week al aan terug te vallen op aardgas bij de bouw van nieuwe woningen als gevolg van het overvolle stroomnet. Ruim vijftig bedrijven staan in de gemeente Groningen op de jarenlange wachtlijst om aangesloten te worden op het net. Voor de gemeente Groningen gaan er deze drie mogelijke oplossingen rond: verzwaren, samenwerken en het gebruiken van batterijen.
Oplossing 1: Verzwaren
Er zijn plannen om het stroomnet te versterken. De technische term: verzwaren. Netbeheerder TenneT bouwt bij Meerstad een nieuw hoogspanningsstation. Het station, met een oppervlakte van meer dan zes voetbalvelden, moet het knelpunt in 2029 wegnemen. In de snelwegmetafoor: van een enkelbaanse autoweg naar een vierbaanse snelweg.
Maar waarom hebben netbeheerders de weg niet eerder verbreed? De schuld ligt volgens Groningse wethouders onder andere bij de jarenlange terughoudende houding van netbeheerders. Enexis vindt dat hiermee een verkeerd beeldwordt geschetst, omdat netbeheerders geen voorinvesteringen mogen doen vanwege wet- en regelgeving. Zij wijzen naar het Rijk.
Nu de grootte van het probleem duidelijk is, mogen netbeheerders hun stroomnetwerk verzwaren. Alleen al in 2023 investeerde Enexis hier 1,4 miljard in. Maar de benodigde verzwaring gaat nog jaren duren, stelt Greetje Bronsema, strategisch adviseur van netbeheerder Enexis voor Groningen en Drenthe. ,,We zijn er de komende jaren nog niet van netcongestie af. Veel bedrijven en organisaties willen verduurzamen, door over te stappen op zonnepanelen bijvoorbeeld, maar deze toenemende vraag kunnen we de komende jaren niet aan’’, aldus Bronsema.
Zo lang wil Berends met zijn bedrijf niet wachten, want dankzij zijn duurzame investering moet hij soms ook stroom kopen. Hiermee wordt niet alleen het stroomnet belast, maar moet hij soms ook vier keer de kostprijs van elektriciteit betalen. ,,Wat er nu op mijn dak ligt, hoe goed ik het ook vindt, kost mij geld.’’
Ook de elektriciteitskabels onder de grond kunnen worden gezien als een wegennet. Elk bedrijf op een industrieterrein heeft een verbinding met een weg. Wanneer de weg van bedrijf 1 op dezelfde weg uitkomt als bedrijf 2, zitten deze in een zogenaamde lus op het stroomnet. Bedrijven in deze lus hebben de mogelijkheid om samen te werken.
Daarom stelt Bronsema dat naast de verzwaring van het stroomnet er ook slimmer gewerkt moet worden door bedrijven, bijvoorbeeld in samenwerkingsverbanden. Zo zouden bedrijven die in dezelfde lus zitten en op verschillende momenten veel elektriciteit nodig hebben, het net kunnen verlichten door gebruik te maken van elkaars energie. ,,We hebben hier altijd stroom gehad, dat was nooit een probleem geweest. Maar die tijd is nu voorbij. We gebruiken simpelweg teveel op hetzelfde moment.’’
Ook de gemeente vindt samenwerken een goed idee. Om bedrijven daarbij te begeleiden is het initiatief Groningen Stroomt Door (GSD) opgezet. ,,We brengen de lussen in kaart en kijken welke bedrijven openstaan voor samenwerking’’, vertelt Hanna van der Heide-de Vries, projectmanager bij GSD.
Samen met Enexis, de Hanzehogeschool, bedrijvenverenigingen en de gemeente wordt er gekeken welke bedrijven in dezelfde groep vallen en dus kunnen samenwerken. ,,Als bedrijf één bijvoorbeeld op een ander punt veel stroom gebruikt dan bedrijf twee, zouden deze kunnen samenwerken om zo het stroomnet te verlichten’’, zegt Van der Heide-de Vries.
GSD begon het project met een inventarisatie op industrieterrein Westpoort in Groningen en is nu bezig op industrieterrein Zuid-Oost. Op beide terreinen staan bedrijven open voor samenwerking. Maar Van der Heide-de Vrieswaarschuwt wel dat de inventarisatie tijd kost, en er daarnaast plannen moeten worden opgesteld om de financiën rond te krijgen. ,,Een dergelijke samenwerking regel je niet van de ene op de andere dag, dat kost tijd.’’
Berends ziet de samenwerking wel zitten. Zijn buurman op het industrieterrein, een handelskantoor, wilzijn stroom inkopen. Daarom zou Berends elektriciteit willen leveren, die buren vervolgens kunnen aftappen. ,,Dan stop ik mijn overbodig opgewekte stroom in een accu en dan kunnen andere bedrijven bijvoorbeeld via laadpalen hun elektrische vrachtwagen of auto opladen.’’
Maar de benodigde 200.000 euro is een forse investering, en Berends wil dat terugverdienen. Toch wil de ondernemer graag zijn niet gebruikte energie leveren andere bedrijven. ,,Als ik dit plan mag uitvoeren, hou ik de stroom in dit gebied in plaats van dat ik het terugpomp in het netwerk. Dat kan weer helpen bij het probleem van netcongestie.’’
Een ander voorstel dat rondzingt in de Groningse gemeenteraad is het gebruiken van batterijen. Deze worden nu vaak door commerciële bedrijven gebruikt voor winstdoeleinden, zoals bijvoorbeeld de accu’s van ondernemer Berends. Maar ze kunnen, als ze met publiek geld worden geplaatst, ook dienen als een mogelijk energie tap- en opslagpunt voor bedrijven.
Als bedrijf één bijvoorbeeld met een dak vol zonnepanelen in de ochtend en middag teveel stroom produceert, kan het worden opgeslagen in de batterij. Bedrijf twee produceert dan in de avond en gebruikt de opgeslagen energie. Zo kan de overtollige energie van bedrijf één worden gebruikt en is er geen stroom van het net nodig. Uiteindelijk zou een publieke batterij ook in een woonwijk geplaatst kunnen worden en daarmee huizen voorzien van elektriciteit.
,,Wij houden ons als netbeheerder daarover op dit moment nog op de vlakte’’, stelt Bronsema. ,,We mogen namelijk volgens de wet niet investeren in commerciële batterijen.’’ Daarom plaatst Enexis zelf geen batterijen en laat dit proces aan de markt over. Ook stelt Bronsema dat batterijen niet de capaciteit hebben om alle opgewekte stroom op te kunnen nemen: ,,De batterij raakt al vol voordat de piek is bereikt.’’
GSD heeft ook signalen opgevangen dat er vanuit de raad interesse is in het gebruik van batterijen. Hoewel (commerciële) batterijen er ook om bekend staan dat ze netcongestie veroorzaken, ziet Van der Heide-de Vries wel mogelijkheden. ,,Bij publieke batterijen zien we kansen om de problemen op het stroomnet beheersbaar te houden. We gaan er zeker naar kijken.’’