Een auto aan de laadpaal en zonnepanelen op het dak van een woning: door de toegenomen elektrificatie raakt het elektriciteitsnet overbelast, ook in de wijk. Foto: ANP
Alarm vanuit Den Haag maandag: na het hoog- en middenspanningsnet loopt nu ook het laagspanningsnet in rap tempo vol, zo staat in een door netbeheerders en overheid gevraagde actieagenda. Wat ga je straks thuis merken van dat volle net?
Eerst eens: wat is het laagspanningsnet?
Het elektriciteitsnet kan je het beste vergelijken met het wegennet. Daarbij is het hoogspanningsnet vergelijkbaar met de snelweg: auto’s rijden er op hoge snelheid over ruime banen en grote afstanden. Via dit net gaat bijvoorbeeld de stroom die opgewekt wordt door de centrales in de Eemshaven of daar aan land komt vanaf de windparken op de Noordzee via hoogspanningslijnen naar de Randstad.
Vanaf die snelwegen zijn er afritten waarbij het verkeer de provinciale weg op kan: het middenspanningsnet. Iets minder snel, iets minder verkeer. Dat net vertakt vervolgens in wijken en dorpen naar het laagspanningsnet dat de stroom uiteindelijk bij je thuis brengt. Stapvoets rijdend bestemmingsverkeer zullen we maar zeggen.
Wat zijn de problemen op het elektriciteitsnet?
Om bij de metafoor van de wegen te blijven: het is er te druk en dus staat er file. Dat heeft alles te maken met de energietransitie en het bijbehorende snel toenemende gebruik van elektriciteit. Het gaat beide kanten op: aan de ene kant wordt het net overbelast doordat er veel meer vraag is, bijvoorbeeld door het laden van elektrische auto’s, overschakelen op koken op inductie en verwarmen met een warmtepomp.
Aan de andere kant is er ook meer aanbod doordat steeds meer mensen zonnepanelen op hun dak hebben liggen en op zonnige dagen met overproductie al die stroom het net op pompen. Heel veel auto’s dus op wegen die daar niet op berekend zijn. Die drukte heet in jargon netcongestie en zorgde de afgelopen jaren vooral voor problemen voor ondernemers die veel (extra) capaciteit nodig hebben als ze bijvoorbeeld hun fabriek willen uitbreiden, hun bedrijfspand willen verduurzamen of een nieuwe supermarkt willen bouwen. Zij komen op een wachtlijst te staan totdat de netbeheerder het net voldoende heeft uitgebreid.
Wacht dat lot straks ook de gewone burger die een laadpaal aan huis wil?
De netbeheerders moeten ruimte houden op het net voor de verwachte stroomvraag van woningen. Toch kunnen huiseigenaren wel last krijgen van de krapte op het net, zegt Liander, de netbeheerder in Friesland. Zo kan het langer duren voor mensen een zwaardere aansluiting krijgen die nodig is voor een warmtepomp of laadpaal. Kopers van een nieuwbouwhuis kunnen het merken doordat het langer duurt voordat hun huis is aangesloten. In beide gevallen moet eerst het net in de wijk verzwaard worden.
,,Het is niet ondenkbaar dat we dan ook te maken gaan krijgen met wachtlijsten, zoals we nu helaas ook hebben voor grote bedrijven in bepaalde gebieden’’, zegt woordvoerder Marloes Hulstijn.
En wat merk je thuis verder van de krapte op het net?
Het meest zichtbare zijn flikkerende lampen of een uitvallend apparaat op het moment dat de vraag groter is dan het aanbod. Dit komt door instabiliteit op het net. De verwachting is dat honderdduizenden mensen hier in de komende jaren af en toe mee te maken gaan krijgen.
Aan de aanbodkant zullen vooral mensen met zonnepanelen het merken doordat de omvormers van de panelen tijdelijk uitgaan als er in de buurt meer energie wordt opgewekt dan het net aan kan. Concreet betekent dat, dat je op dat moment niet teruglevert en dus geen geld krijgt voor de energie die je teveel hebt.
Hoe zit het met de krapte in Friesland?
,,Op dit moment zijn er nog geen concrete plekken in Friesland waar echt al sprake is van congestie op het laagspanningsnet’’, zegt Hulstijn van Liander over de vraagkant van het net. ,,Maar we sluiten niet uit dat het in de toekomst wel gebeurt. Het is alleen niet in te schatten op wat voor termijn of op welke specifieke locatie dat dan is.’’
Aan de aanbodkant speelt congestie nu al wel. ,,Huiseigenaren in een wijk of straat hebben soms problemen met het terugleveren van zonnestroom aan het elektriciteitsnet. Mensen kunnen daar melding van maken, zodat wij een zo goed mogelijk beeld krijgen van waar die problemen zich vooral voordoen. Op basis van die data kunnen we dan per buurt de lokale netten uitbreiden. Overigens biedt dit geen garantie dat congestie op het laagspanningsnet in de toekomst wordt voorkomen, daarvoor stijgt de vraag echt te snel.’’