Rabin Baldewsingh sprak in het Forum in Groningen. Foto: Peter Wassing
Geweigerd in cafés, niet gekozen bij voetbal of niet aangenomen om je kleur, geslacht of leeftijd. Het mag niet van de Grondwet: iedereen moet gelijk behandeld worden. Maar de realiteit is anders. „We hebben niet ‘een beetje’ discriminatie.”
Een zwarte jongen vertelt hoe hij een nachtclub in de stad niet in mag om zijn sportschoenen. Het staat in de huisregels, aldus de portier. Maar anderen - witte leeftijdsgenoten - mogen wel op sportschoenen naar binnen. Het is een typisch voorbeeld van discriminatie en racisme, waarbij willekeur wordt gebruikt om bepaalde mensen uit te sluiten.
Het zijn verhalen als van de jongen, die mbo-student is aan het Noorderpoort in Groningen, die Rabin Baldewsingh raken. Hij is sinds 2001 namens de regering Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR). Het jaarlijkse najaarscongres van de NCDR was deze week in het Forum in Groningen.
‘Het went nooit’
„Ik heb verhalen gehoord die echt binnenkomen”, vertelt Baldewsingh. „Deze jongeren zijn pas 18 of 19 jaar en staan aan het begin van hun leven. Dit is het Nederland van morgen en als zij op basis van hun uiterlijk een café niet in mogen zogenaamd om hun sneakers, doet me dat pijn. Dat went nooit.”
Hoe groot het probleem van discriminatie en racisme in Groningen precies is, is niet duidelijk. Feit is dat het er is. Bij het discriminatiemeldpunt van de gemeente Groningen kwamen afgelopen jaar enkele honderden meldingen binnen. Maar dat lijkt slechts een topje van de ijsberg te zijn, want de jongen die de club niet in mocht, heeft bijvoorbeeld geen melding gedaan.
Baldewsingh ziet in Groningen dezelfde problemen als in de Randstad, vertelt hij. „De bevolkingssamenstelling is in Groningen wel iets anders dan in Amsterdam, maar het probleem is in Groningen niet groter of kleiner dan in een Den Haag. Ieder geval van discriminatie is er mij één te veel.” Hij ziet het op de arbeidsmarkt, in de horeca, het onderwijs en op sportvelden. „We hebben niet ‘een beetje’ discriminatie. Het is overal.”
Geen sprint, maar een marathon
Dat moet aangepakt worden, vindt hij. Hij was daarom blij verrast te horen dat de gemeente Groningen een eigen aanpak heeft om discriminatie en racisme tegen te gaan. „De afspraken die er zijn om bijvoorbeeld discriminatie in de sport te bestrijden, zijn geweldig. Maar dat doe je niet met beleid alleen. Je moet er elke dag aan werken.”
„Je kunt pas zeggen dat er niets boven Groningen gaat, als Groningen een inclusieve stad is”, zegt Baldewsingh. Hoewel Groningen antidiscriminatiebeleid heeft, is er nog een lange weg te gaan, zegt hij. „We zijn niet aan het sprinten. We hebben er ook 40 jaar over gedaan om roken te verbieden in treinen, kantoren en cafés. Dat geldt ook voor discriminatie en racisme. Dit is aan marathon en daar moet je de tijd voor nemen.”