Boa's Ehab, Melissa, Wesley en Peter worden dagelijks uitgescholden voor playmobilpolitie. 'Maar als wij een maand niet werken, wordt het één grote chaos'
Buitengewoon opsporingsambtenaren Melissa en Wesley controleren een id-bewijs in de binnenstad van Groningen.
Foto: Jan Willem van Vliet
Ze worden dagelijks uitgescholden, krijgen middelvingers en maken de heftigste incidenten mee. En toch trekken ze elke dag met plezier hun uniform aan. We liepen mee met boa’s van de gemeente Groningen.
In stadswijk De Wijert rijden we met Ehab (48) in de scanauto van de gemeente. Hij komt uit Egypte, waar hij 24 jaar als marechaussee op het vliegveld van Caïro werkte. Ehab begon als toezichthouder en is nu een jaar boa. Hij slaat rechtsaf. Het is rustig op straat. In de verte laadt een vrouw haar auto in. Als we haar net voorbij zijn, schreeuwt ze ons na: „Homo’s!”
Ehab haalt zijn schouders op. „In het begin vond ik het heel erg als mensen dit deden”, zegt hij. Hij werd in de scanauto al eens aangevallen, krijgt bijna elke dienst middelvingers en wordt uitgescholden. „Waarom zou je me uitschelden? Ik doe gewoon mijn werk. Maar ik ben het nu gewend.”
De scanauto is een ware cashcow voor de gemeente Groningen. Bewapend met zestien camera’s op het dak scant Ehab alle kentekens van geparkeerde auto’s. Op het hoofdkantoor aan het Hanzeplein rollen tien minuten later de foto’s binnen van iedereen die niet betaald heeft in een gebied waar betaald parkeren geldt, waarna collega’s naar de auto fietsen en de bon uitschrijven. Het levert zo’n 200 bekeuringen per dag op à iets meer dan 70 euro per stuk.
De scanauto's worden in de gemeente Groningen volop ingezet om het bijgestelde parkeerbeleid te handhaven. Foto: Jan Willem van Vliet
„We horen vaak de smoes dat mensen er maar vijf minuten staan”, zegt Ehab. „Maar het duurt tien minuten voordat de foto binnen komt op kantoor en dan nog een minuut of vijf tot mijn collega’s in de opvolging de bon uitschrijven. Dus dat kan niet.”
‘Bekeuring is een middel, geen doel’
In de binnenstad van Groningen beginnen Wesley (27) en Melissa (21) aan hun dienst. Goed en wel begonnen, ziet Melissa meteen een tweetal Duitsers die vast staan op het Zuiderdiep. Het is een terugkerend probleem. „U mag hier niet rijden”, zegt ze in het Engels. De twee komen er vanaf met een waarschuwing. „Mensen denken dat wij er zijn voor de bekeuringen. Maar dat is een middel, geen doel.”
Even later gaat wel iemand op de bon. Een VW Polo scheurt ons voorbij over de busbaan. Wesley gaat in de achtervolging, waarna de automobilist op hoge snelheid opnieuw een busbaan pakt. Aan het Boterdiep zet hij de auto aan de kant. Wesley en Melissa stappen uit en spreken de man aan. „Hij had haast”, vertelt Wesley. De man loopt even later een supermarkt binnen. Dure boodschappen.
Melissa spreekt twee Duitsers aan op het Zuiderdiep in Groningen. Foto: Jan Willem van Vliet
Melissa - ze noemt zichzelf het broekie van de groep - werkt normaal gesproken vooral in de noordelijke wijken van de stad. „Daar heb je zoveel verschillende culturen. Dat vind ik het leukst.” Maar het is soms best een uitdaging om als jonge vrouw mensen aan te spreken op hun gedrag. „Zeker als ik met nog een vrouwelijke collega op pad ben roepen mensen de gekste dingen, die ze niet zeggen als er een mannelijke collega bij is. Maar ze hebben te luisteren.”
Sinds 2023 dragen boa’s handboeien en een bodycam
Wesley loopt als coördinator centrum wat langer mee. Politieagent worden was zijn droombaan. Boa zijn zag hij eigenlijk als opstapje, maar na zeven jaar wil hij niet meer anders. Lachend zegt hij: „De werkdruk is bij de politie veel hoger, onze arbeidsvoorwaarden zijn prima en ik heb de helft minder papierwerk dan de politie.”
Hoewel de politie meer kan en mag, schuiven steeds meer bevoegdheden naar de boa’s. Sinds 2023 dragen ze een bodycam en handboeien. Melissa heeft ze nog niet hoeven gebruiken, Wesley al een keer of vijf. „Het is eigenlijk alleen bij een aanhouding met verzet of wanneer het voor de veiligheid van jezelf of een ander is”, zegt hij. Maar de extra bevoegdheden schuren ook, want als een winkeldief gezocht wordt, mogen ze alleen maar uitkijken en niets doen. „Dat begrijpen mensen niet altijd.”
Boa's Melissa en Wesley doen hun ronde door de binnenstad van Groningen. Foto: Jan Willem van Vliet
Melissa en Wesley gaan de gebruikelijke plekken langs: het Martinikerkhof, de parkeergarage van bioscoop Pathé, het gebied tussen Vismarkt en Groninger Museum en meer. Het zijn plekken waar ze vaak vaste overlastgevers vinden. „Ik denk dat je wel twee A4-tjes vol kunt schrijven met namen van de vaste overlastgevers”, zegt Wesley. Ze gebruiken drugs, dealen en vallen mensen lastig. Eigenlijk hebben ze zorg nodig, maar door bezuinigingen wordt het probleem op straat steeds groter. Melissa vult aan: „Sommige collega’s kennen het BSN-nummer van overlastgevers al uit het hoofd.”
Gebrek aan senioriteit
De gemeente Groningen telt meer dan 90 boa’s en toezichthouders. Het merendeel is jong en komt rechtstreeks van school. Senioriteit is er weinig. Ehab is een van de oudsten. De gemeente vestigt de hoop op zij-instromers. Mensen die uit een ander vakgebied komen en voor het vak van boa kiezen, zoals Peter (51). „Mensen van mijn leeftijd zijn hier op de vingers van één hand te tellen”, zegt hij.
Hij werkte 28 jaar in de beveiliging. Eerst surveillance in de nacht en de laatste 12 jaar als vaste beveiliger van het Drents Museum. „Maar dan ben je 50 jaar en denk je: als ik nog eens iets anders wil, dan moet ik het nu doen.” Hij volgt ruim een jaar geleden het pad van zijn dochter, die wijkboa is in Zwolle.
„Ik leer hier iedere dag van de jeugd, maar zij leren weer van mijn levenservaring”, vertelt Peter. Lachend: „De jeugd grapt dan dat ze met opa op stap mogen. Maar ik fiets ze er nog wel uit!” Hij heeft nog geen seconde spijt gehad van zijn overstap, al dacht hij wel dat het makkelijker zou zijn, bekent hij met een grijns. „Ik heb mijn beeld van boa zijn wel bijgesteld. Vrienden van me schrikken ook wel als ze horen wat we allemaal doen.”
Peter werkte jarenlang in de beveiliging en is nu ruim een jaar buitengewoon opsporingsambtenaar. Foto: Jan Willem van Vliet
Dagelijkse scheldkanonnades en geweld
Dat is veel meer dan parkeerbonnen uitschrijven. Wesley deed al een negental reanimaties in zijn tijd als boa. De eerste keer was hij net 20 jaar. Melissa had twee reanimaties in één week tijd. Wesley: „Bij een van mijn eerste keren was veel publiek. Je merkt dan wel dat je meer respect krijgt.” De gemeentelijke boa’s staan steeds vaker vooraan. Bij demonstraties, maar ook bij incidenten. Zo waren ze als eerste ter plaatse nadat iemand van het Forum sprong. „Dat waren ook allemaal jonge collega’s. Dat doet wel wat met je.”
En tegelijkertijd krijgen Wesley, Melissa, Peter en Ehab en alle anderen het iedere dag weer flink te verduren. „Kuthoer, kankerhoer, playmobilpolitie, kankerhond, eikel, klootzak, gemeenteridder”, sommen Melissa en Wesley op. En zo kunnen ze nog wel even doorgaan.
Het raakt ze. Wesley: „Ik trek een grens bij schelden met kanker of verwijzingen naar de oorlog zoals nazi of NSB’er. Dan ga je mee.” Maar het is niet persoonlijk, zegt Melissa: „Het is gericht tegen het uniform. Ik denk dat als ik de volgende dag achter iemand sta in de supermarkt, hij niet weet dat ik het ben.” Wesley: „Ik verbaas me vooral over de jeugd van 12 jaar met een grote bek. Toen reed ik nog op een skelter man!”
Wesley wacht op het Zuiderdiep tot zijn collega weer instapt. Foto: Jan Willem van Vliet
Het blijft niet bij alleen woorden. Melissa kreeg al eens een tik op haar kin en Wesley kreeg bij een aanhouding uit het niets een trap. Ze krijgen te weinig waardering, vinden ze. Wesley: „Als wij een maandje niet zouden werken, merken mensen pas wat voor grote chaos het wordt, want er is ook te weinig politie.”
‘Kijk, dat is leuk’
De dienst van Ehab loopt op zijn einde. De camera’s van de scanauto kunnen bijna uit. Terwijl we napraten over de beledigingen die hij te verduren krijgt of de keren dat mensen uit het niets op de auto slaan, zwaait een klein meisje dat met haar ouders op straat loopt naar de scanauto. Met een glimlach schreeuwt ze: „Hallooo!”
Een buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) werkt voor de gemeente en heeft een opsporingsbevoegdheid. Een boa mag een verdachte aanhouden, iemands identiteit controleren, een proces-verbaal opmaken en boetes uitschrijven. Maar boa’s mogen niet overal op reageren. Bij een fietsen- of winkeldiefstal mogen ze hun bevoegdheden bijvoorbeeld niet gebruiken. Ze mogen dan alleen een burgeraanhouding verrichten, net als ieder ander.
De gemeente Groningen heeft met 75 boa’s en nog eens 20 toezichthouders verreweg de meeste opsporingsambtenaren van de provincie. Westerkwartier heeft 7 boa’s en Midden-Groningen 5. Het Hogeland, Eemsdelta, Oldambt en Veendam hebben ieder 4, Stadskanaal 3 en Pekela en Westerwolde 2. Boa’s van Groningen worden daarom soms ook in andere gemeenten ingezet, zoals rondom de asielcrisis in Ter Apel.