Huurder Gean Tuitman uit Appingedam sprak met premier Dick Schoof tijdens zijn eerste werkbezoek aan Groningen in december. Foto: Corné Sparidaens
Huurders in het aardbevingsgebied hebben het idee dat ze oneerlijker behandeld worden dan huiseigenaren. Ze hebben minder regie en minder duidelijkheid over vergoedingen. Klopt dat gevoel? DVHN maakt de balans op.
Dat er veel ongelijkheid is in het aardbevingsgebied, is voor niemand een geheim. Maar worden huurders inderdaad achtergesteld ten opzichte van eigenaren? SP-Kamerlid Sandra Beckerman benadrukt dat er sowieso sprake is van ‘gigantische’ ongelijkheid, maar de ellende verschilt per wijk of per straat en niet zozeer tussen een huis huren of bezitten. „Voor huurders zijn er specifieke problemen.”
Zo kunnen huurders zich machteloos voelen omdat ze afhankelijk zijn van hun woningcorporatie om problemen met schimmel, achterstallig onderhoud of bouwfouten op te lossen. Ze weten vaak niet wanneer ze aan de beurt zijn om geholpen te worden. „Het nekt veel huurders dat ze die strijd bijna niet aan kúnnen gaan.” Een huiseigenaar moet en kan schimmel zelf aanpakken, net als achterstallig onderhoud. Die is niet afhankelijk.
Beckerman heeft het idee dat woningcorporaties de talloze problemen moeilijk het hoofd kunnen bieden. Zo ging woningcorporatie Marenland uiteindelijk kopje onder en werd de club in november 2023 opgeheven. Alle huizen werden verdeeld onder vier andere verhuurders. „Ik hoor vaak dat diezelfde huurders nog steeds tegen muren lopen bij hun nieuwe woningcorporaties.”
‘Hoe kúnnen ze het dan weten?’
Een ander probleem is de onduidelijkheid over vergoedingen en regelingen. Eigenaren kunnen de meeste vergoedingen voor schade en versterking zelf aanvragen. Huurders zijn afhankelijk van woningcorporaties om dat te doen en het geld vervolgens in hun beschadigde huis te steken.
Maar immateriële schade oftewel smartengeld moet een huurder wél zelf aanvragen. „Dan kun je denken: wat suf van die huurder dat hij of zij dat niet weet. Maar je kunt ook denken: deze groep mensen wordt er nooit bij betrokken. Hoe kúnnen ze dan weten bij welk loket ze langs moeten?”, zegt Beckerman.
Stel dat je zo’n vergoeding eenmaal hebt geregeld, dan kun je nog de pech hebben een uitkering of toeslag kwijt te raken als je in een lagere inkomensschaal zit. Daarvoor moet een huurder ook zelf naar de NCG of het IMG stappen om compensatie te vragen, bleek in oktober na Kamervragen van Beckerman. „Je moet opeens naar een instantie waar je normaal nooit mee te maken hebt. Niet iedere huurder weet die weg te vinden.”
Zooitje
Ciska van Aken van de Groninger Bodem Beweging (GBB) vindt het logisch dat huurders een andere positie dan eigenaren hebben. „Eigenaren hebben als nadeel dat ze veel eigen geld kwijt zijn aan hun huis met schade, en dat het minder waard wordt. Huurders hebben minder last van zulke risico’s, maar hebben als nadeel dat ze zich moeten voegen naar het beleid van hun woningcorporatie.”
Van Aken herkent het beeld dat huurders zich benadeeld voelen. „Wij horen vaak dat huurders denken dat hun verhuurder het aardbevingsgeld zelf opstrijkt en niet voor de huurwoningen gebruikt. Dat het door verschillende maatregelen van de overheid soms een zooitje is, dat klopt. Maar een andere behandeling tussen huurders en eigenaren zien wij gelukkig niet zozeer.”
‘Ik vind dat oneerlijk’
Kim Velleman (42) zet zich in voor medehuurders in Appingedam en werd politiek actief bij de SP. Volgens haar zijn regelingen inderdaad vaak onduidelijk voor huurders in het aardbevingsgebied. „Ik krijg veel berichten van bewoners die door de bomen het bos niet meer zien.”
Er is nog altijd geen huurdersloket in het aardbevingsgebied. Daar maakt Velleman zich al tijden hard voor, zodat er een plek komt waar gedupeerde huurders hulp krijgen om zaken te regelen. „Ik hoor daar nooit meer wat over.”
Een andere strijd die Velleman al twee jaar voert: zorgen dat het formulier van de regeling voor Zelf Aangebrachte Voorzieningen (ZAV) wordt aangevuld. Veel huurders weten door een onvolledige lijst niet dat ze bepaalde kwijtgeraakte spullen na hun verhuizing vergoed kunnen krijgen. Dat kan duizenden euro’s schelen. „Ik vind dat oneerlijk richting mensen die niet goed zijn voorgelicht over wat er onder de ZAV valt.”
Bureaucratisch gedrocht
Meer dan van oneerlijke verschillen tussen huurders en kopers is er sprake van ongelijkheid tussen bewoners onderling. Volgens Beckerman komt de ongelijkheid voor een belangrijk deel door bureaucratie. Ze noemt als voorbeeld de nieuwe isolatiesubsidie tot 40.000 euro. De regels blijken anders dan sommige bewoners hadden verwacht.
Veel bewoners zijn boos dat ze geen triple glas of kunststof kozijnen vergoed krijgen. „Dat staat symbool voor hoe de overheid nog steeds te werk gaat. Iets groots aankondigen, maar dan blijkt het toch weer een bureaucratisch gedrocht met allerlei hoepeltjes.”
Van Aken onderstreept dat. „Het kabinet kwam met 50 maatregelen, maar vervolgens moesten die allemaal eerst uitgewerkt worden. Alles weer op de pauzeknop. Het is een gotspe, voor huurders én eigenaren.”
Beckerman wil behalve een huurdersloket ook dat de omgekeerde weg bewandeld wordt. De overheid moet zelf proactief huurders benaderen, vindt zij. „Het moet twee kanten op werken.” Volgens Beckerman zouden overheidsinstanties meer moeten samenwerken.
Eindbeeld
Is de situatie niet te complex om op te lossen? Dit brei je inderdaad niet even recht, erkent Beckerman. Ze is een voorstander van toewerken naar een eindbeeld. „Het gaat erom hoe je dingen organiseert. Je kunt makkelijk corporaties ergens de schuld van geven, maar die lopen ook tegen bureaucratische regels aan.”
Volgens Van Aken van de GBB is verbetering zichtbaar voor huurders en werken woningcorporaties in het bevingsgebied nauwer samen. Nu de overheid nog, vindt zij. „Communiceer duidelijker en verander niet steeds de spelregels.”
‘Die mensen hebben óók in de ellende gezeten’
Ongelijkheid komt voor op andere vlakken dan tussen huurders en eigenaren. Zo kwam de NCG in september 2024 met een eenmalige vergoeding van 2500 euro voor het lange wachten op versterking en de onzekerheid die daarbij kwam kijken. Die vergoeding is voor zowel huurders als eigenaren, maar bewoners met een versterkingsbesluit vóór 25 april 2023 krijgen ‘m niet.
Volgens Velleman is dat een goed voorbeeld van nieuwe ongelijkheid. Zo hebben bewoners van de Beukenlaan en Opwierdeweg in Appingedam pech, omdat zij eerder een nieuw huis kregen. „Die mensen hebben óók jaren in de ellende gezeten, moesten ooit óók lang wachten en in onzekerheid zitten. Had zo’n vergoeding desnoods maar niet gedaan. Dat was eerlijker geweest. Met zo’n datum speel je mensen tegen elkaar uit.”
Velleman ziet ook de sleutel bij het wegnemen van de bureaucratie. „Geld maakt niks goed. Die vergoeding van 2500 euro zie ik bijvoorbeeld als een zoethoudertje. Geen woorden maar daden. Beloftes nakomen. Dát maakt iets goed. En behandel mensen gelijk. Dezelfde situatie, dezelfde oplossing.”
Ja, huurders worden anders behandeld dan eigenaren, maar of die behandeling ook oneerlijker is? Niet per se. De ongelijkheid zit ‘m vooral in verschillen tussen straten en wijken en in veranderende regels. De uitdaging is om dat bureaucratische gedrocht op te lossen.
Gean Tuitman woont aan de Gerrit Raapstraat in Appingedam. Net als 4 andere bewoners in de straat kreeg ze een dubbele huurverhoging en liep daarnaast bepaalde vergoedingen mis die onder de versterking vallen. Dat komt waarschijnlijk doordat toenmalige woningcorporatie Marenland besloot om de ruim 90 woningen aan de Pieter Veningastraat en Gerrit Raapstraat te slopen en herbouwen in plaats van te versterken, tegen het advies van de NCG in.
Daardoor belandde Tuitman en enkele buren tussen wal en schip. De ZAV-vergoeding (zie hoofdtekst) kreeg ze wél. „We vallen dus duidelijk onder de versterking, anders kreeg je die vergoeding ook niet.”
De Gerrit Raapstraat en Pieter Veningastraat grijpen naast alle regelingen. „We zijn in niemandsland beland.”
De stress heeft Tuitman geen goed gedaan. Gesprekken tussen NCG en verhuurder Acantus hebben nog nergens toe geleid. „Blijkbaar is er geen plan B bij Acantus om de dubbele huur op te lossen. De NCG zal het moeten oplossen. Een en een is twee. IMG, ZAV, dan ook huurlastengarantie.”
Volgens Tuitman worden huurders anders behandeld dan kopers. „Eigenaren krijgen een spiksplinternieuw huis en betalen geen cent extra hypotheek. Dat is hartstikke krom. Wij huurders zijn ook ongevraagd in deze situatie beland. En als eigenaar kun je beslissen of en wanneer je verhuist. Maar als huurder heb je geen keus. Ik had ook prima in mijn krakkemikkige huisje willen blijven wonen, ik zat daar al 33 jaar. Wij hadden liever versterking dan sloop en nieuwbouw gehad.”
Kees Jongsma (72) woont een straat verder aan de Pieter Veningastraat in Appingedam en voelt zich als huurder ook benadeeld. Hij ontving geen compensatie voor de kosten die hij maakte aan gas, water en licht in zijn wisselwoning, in tegenstelling tot sommige andere gedupeerden. „Wij hebben daar net zo goed recht op. Wij vielen overal buiten omdat Marenland had gekozen voor sloop. Ik vind dat onterecht.”
Momenteel heeft Jongsma een conflict met verhuurder Acantus over water dat in zijn kruipruimte en die van drie buren lekt. De kruipruimte staat door een onbekende oorzaak vol water, mogelijk door een bouwfout. Hij heeft nu al weer scheuren in een kozijn. En in de brandgang achter de huizen staat ook vaak water.
Jongsma vindt het net als Tuitman vervelend dat verhuurder en overheidsinstantie naar elkaar wijzen voor de oplossing. „Je kent het wel: dat gaat op een stapeltje papieren en wachten maar. Je moet flink voor jezelf opkomen om je gelijk te krijgen. Als huurders worden wij altijd in het nadeel gesteld en van het kastje naar de muur gestuurd.”