Arenda en Jan Woltjer kijken uit over de Oostpolder tegenover hun huis Foto: Anjo de Haan
De Eemshaven ruktsteeds verder op. Om eraan te ontsnappen kunnen bewoners uit dorpen en gehuchten als Oudeschip, Koningsoord, Nooitgedacht, Heuvelderij en Polen zich uit laten kopen door de provincie. Maar lang niet iedereen wil weg. „We hebben bewust voor dit plekje gekozen.”
Arenda (46) en Jan Woltjer (53) wonen ruim tien jaar in Heuvelderij. Een dorp mag het niet heten. Een streekje doet meer recht aan de onverharde eigen weg waaraan een aantal huizen staat.
„Ik heb hier voor het eerst in mijn leven met mijn blote oog de Melkweg gezien”, vertelt Jan zittend aan de eettafel. Achter hem knispert het hout in de kachel. „Het was hier tien jaar geleden nog zo donker. De Eemshaven was voor ons ver weg.”
Dat is nu wel anders. Het stel heeft voor en naast het huis windmolens staan die ‘s nachts de hemel verlichten. Het zijn er nu al meer dan zestig en er zit meer aan tekomen: aan de achterkant komt ook een windpark. Voorhun huis kijken ze uit over de Oostpolder die volgebouwd wordt met bedrijven. „En dan komt er misschien ook nog een kabel voor de windmolens op zee door onze achtertuin.”
Heuvelderij is omringd door windparken. Foto: Anjo de Haan
‘Ik heb hier niet voor gekozen’
Hemelsbreed iets meer dan vier kilometer verderop in Oudeschip woont Etty Meijer (68) met haar man Bernard (72) aan het dijkje dat Oudeschip scheidt van de Oostpolder. Ze kent haar pappenheimers. Op tafel ligt een krantenknipsel uit 2008: ‘Oudeschip dreigt te verdwijnen en een tweede Heveskes te worden.’
„Ik ben hier in 1976 komen wonen”, vertelt ze. „De Eemshaven was er al wel, maar voor de rest was er niks.” Het was eenheel bewuste keuze om in Oudeschip te gaan wonen. Ze laat foto’s zien uit de jaren ‘80. Een uitgestrekte polder met graanvelden, schapen en koolzaad. Geen windmolen te zien.
„Ik weet nog dat we in een Renault 4 door de polder reden. Je hoorde het gras onder tegen de auto tikken. De patrijzen vlogen voor de auto langs. Je had fazanten, hazen en reeën. Dat hoorde allemaal bij onze leefbaarheid.”
Foto's van de Oostpolder in de jaren '80. Foto: DVHN
Tegenwoordig krijgt Meijer steeds vaker de vraag of ze niet had kunnen weten dat de Eemshaven ooit zou uitbreiden. „Ik vind dat zo’n lullige opmerking”, zegt ze geïrriteerd. Ze werpt haar blik nog eens op de foto’s uit de jaren ‘80. „Je hebt geen grip op wat er allemaal op je afkomt. Dit wordt door overheid beslist. Ik heb hier niet voor gekozen.”
Rust en de ruimte
Terug naar Heuvelderij. „We kwamen hier voor de rust en de ruimte. Een plek als deze heb je bijna nergens meer in Nederland”, zegt Arenda Woltjer. Maar de afgelopen tien jaar volgen de ontwikkelingen elkaar in een rap tempo op.
Het stel gaat bewonersbijeenkomsten af en schrijft zienswijzen, maar bovenal vechten ze voor hun eigen omgeving. „Je participeert je suf”, zegt Jan. „Je bent je huis aan het verdedigen. Vroeger deed je dat met een ophaalbrug en zwaarden. Nu doe je dat met een zienswijze.” Arenda: „Zodat je jezelf in de spiegel aan kunt kijken. Zodat ik weet dat ik er alles aan heb gedaan voor mijn omgeving.”
Maar in werkelijkheid gaat de participatie volgens de twee nergens over. „Het is voor de vorm. Voor de bühne.” Het voorstel om bewoners uit te kopen voor 97 procent van de taxatiewaarde van hun woning is daar het zoveelste voorbeeld van.
Dat er een goede regeling komt, vinden ze niet meer dan logisch. Het voorstel dat er ligt, is dat in hun ogen duidelijk niet. Toch praten ze de laatste tijd steeds vaker over een eventuele verhuizing. Jan: „Eigenlijk willen we niet weg, maar als de omgeving zo verandert als nu het geval is, dan hebben wij hier niks meer te zoeken.”
Arenda gaat verder: „Ik steek nu zoveel tijd en energie in de ene na de andere brief en dan weer een bijeenkomst. Dan weer dit, dan weer dat. Als ik ergens anders ga wonen, heb ik dat allemaal niet meer. Dan kan ik mijn tijd besteden aan waar ik mijn tijd aan wil besteden. Maar waar we ook heengaan, we vinden nergens een plekje zoals dit. We moeten hoe dan ook inleveren.”
De dijk scheidt Oudeschip van de vol te bouwen Oostpolder. Foto: Anjo de Haan
Niet overal tegen
Het steekt Etty Meijer en Arenda en Jan Woltjer dat ze soms het verwijt krijgen dat ze overal tegen zijn. „Dat zijn we echt niet”, zegt Meijer. „Ik vind dat soort uitspraken heel gemeen. Natuurlijk willen we het liefst dat de polder blijft zoals hij is, maar we weten ook dat dat geen optie is. Wat wij willen, is ook wat lusten en niet alleen maar de lasten. We vechten niet tegen hen. We vechten voor onszelf.”
Arenda en Jan Woltjer zijn ook niet tegen windparken of industriële ontwikkeling. „Ik begreep dat hier straks 6000 mensen aan het werk komen”, zegt Jan. „Ik vind het heel mooi dat dat kan. Maar wij zijn wel degenen die de rekening betalen. En we zijn niet radeloos of zielig. Soms moet je je verlies nemen. Maar het gaat om de manier waarop.” Hij wijst naar de Oostpolder: „Daar wordt straks een paar miljard geïnvesteerd en hier aan de andere kant van het spoor zit je ermee.”
Is er toekomst voor wonen in Oudeschip en Heuvelderij?
De hamvraag is: wonen Arenda en Jan Woltjer en Etty Meijer over tien jaar nog steeds op dezelfde plek? „Met plannen voor een batterijfabriek of een waterstoffabriek kan ik me niet voorstellen dat hier over tien jaar überhaupt gewoond kan worden”, zegt Arenda. „Dan zitten wij in de weg.” Jan: „Ik zou het graag willen, maar als ik de snelheid van de plannen zie... Ik denk dat het dan niet meer kan.”
Meijer: „Het is één groot vraagteken. Op dit moment is het nog leefbaar. We hebben wel last van windmolens, maar dat kunnen we aan. En misschien valt het ook wel mee om te leven met industrie achter de dijk. Zolang het kan, willen we hier blijven. Ik woon hier met plezier en wil hier met plezier blijven wonen. Dan moet je vechten voor een goede leefbaarheid. Dat is mijn drijfveer.”
Sinds in 2021 bekend werd dat de Eemshaven fors gaat uitbreiden, maken omwonenden zich zorgen over hun toekomst. In de Oostpolder naast Oudeschip en Heuvelderij komt 600 hectare industriegebied bij de haven. De provincie denkt daar bedrijven uit de waterstofindustrie, batterijfabrieken en andere high tech-ondernemingen een plek te kunnen geven. Goed voor de economie en de werkgelegenheid is het credo.
Inwoners van de dorpen rondom de haven die moeten verhuizen of weg willen vanwege de uitbreiding, kunnen hun huis verkopen tegen 97 procent van de taxatiewaarde. Dat is woensdag in Provinciale Staten besloten. Maar het is onvoldoende, zegt bewonersorganisatie Bewoners Belangen Eerst (BBE). Zij vindt dat de woningen rondom de haven al minder waard zijn geworden door de oprukkende industrie en dat ze voor de uitkoopregeling niet een vergelijkbaar huis terug kunnen kopen.