Delfzijl is de belangrijkste industriekern van Groningen: de zorgkosten in de regio liggen er boven het landelijk gemiddelde. Foto: Archief DvhN
Er komt geen grootschalig onderzoek naar de bovengemiddeld hoge zorgkosten rond de zware industrie in Delfzijl en Veendam.
Ondanks herhaald aandringen krijgt de provincie Groningen nul op rekest van de Rijksoverheid. Er loopt al een landelijk onderzoek naar de impact van de industrie op de gezondheid en een specifieke studie in Groningen heeft geen ‘toegevoegde waarde’, schrijft het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) aan het provinciebestuur.
Groningen trok vorig jaar aan de bel in Den Haag nadat onderzoek door RTL Nieuws uitwees dat inwoners in de regio’s Delfzijl en Veendam veel hogere zorgkosten maken dan gemiddeld in Nederland. De provincie wil weten of dit samenhangt met de lokale industrie in beide plaatsen.
Maar dat onderzoek komt er dus niet, laat het ministerie, verantwoordelijk voor het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, na ruim een jaar corresponderen weten aan het provinciebestuur. I&W laat het bij de lopende onderzoeken en afspraken met de industrie over meer en betere metingen van de milieu-uitstoot en intensiever overleg met omwonenden.
Lozing afvalwater op de Waddenzee
Datzelfde geldt voor het verzoek van de provincie om specifiek onderzoek te doen naar de lozing van industrieel afvalwater op de Eems-Dollard en Waddenzee. Op aandrang van Provinciale Staten wil Groningen inzicht in de gezondheidsrisico’s voor ‘mens, flora en fauna’.
Ook daarvan ziet het ministerie ‘geen meerwaarde’. I&W zet vooral in op het terugdringen van de lozingen ‘aan de bron’, dat wil in Groningen zeggen: de Veenkoloniale Afvalwaterleiding (VKA) en de Hoogkerk-Waddenzeeleiding (HoWa). De provincie houdt daartoe ook zelf nu al alle lozingsvergunningen van de bedrijven tegen het licht die op deze pijpleidingen zijn aangesloten.
Die aanpak maakt het volgens het ministerie ‘minder relevant’ om in de Eems-Dollard in kaart te brengen welke toxicologische effecten de geloosde gifstoffen nu precies hebben op mens en natuur. De herziening van de lozingsvergunningen is immers gericht op het ‘minimaliseren’ van de Zeer Zorgwekkende Stoffen die nu nog via beide pijplijnen naar zee stromen bij Noordpolderzijl en Spijk.
Groninger Staten woedend
Het Haagse standpunt wekt woede in de Groninger Staten, die vorig jaar met een breed gesteunde motie aandrongen op een gedegen onderzoek naar de samenhang tussen de hoge zorgkosten rond Delfzijl en Veendam en de (chemische) industrie in die regio’s.
„Onverantwoord”, reageert SP-Statenlid Fenna Feenstra op de afwijzing van de Groningse zorgen. Een scherper inzicht in de gezondheidsrisico’s is volgens haar juist cruciaal voor de keuzes waar de provincie de komende jaren voor staat bij de voorgenomen uitbreiding van de industrie rond Delfzijl en met name het Oosterhorn-gebied.
„Als blijkt dat de hoge zorgkosten rond Delfzijl wel degelijk samenhangen met de plaatselijke industrie, zouden we als provincie het voorzorgsprincipe moeten hanteren voor die uitbreidingsplannen”, vindt Feenstra. Bij twijfel over de gezondheidsrisico’s is volgens haar terughoudendheid geboden bij de voorgenomen groei. „Dan moet je andere keuzes maken of extra maatregelen nemen om die effecten te voorkomen.”
Verantwoordelijk gedeputeerde Karin Dekker tilt er niet zo zwaar aan dat de inspanningen van haar voorgangers geen gehoor vinden in Den Haag. Zij onthoudt zich van inhoudelijk commentaar op de afwijzing van het Groningse verzoek om een onderzoek. „We nemen de brief van het Rijk voor kennisgeving aan”, laat Dekker weten via haar woordvoerder.
Loodconcentraties bij Nedmag
Groningen werkt ondertussen wel aan een eigen onderzoek, specifiek naar de industrie-uitstoot in de regio Veendam. Na onthullingen van Dagblad van het Noorden over hoge loodconcentraties in de lucht bij magnesiumzoutfabrikant Nedmag heeft de provincie in kaart laten brengen welke stoffen rond Veendam precies vrijkomen in het klimaat.
Op basis van deze data onderzoekt de GGD welke gezondheidsrisico’s mens en natuur precies lopen in het gebied. De conclusies worden dit najaar verwacht. „Dan bepalen we of we daar een vervolg aan willen geven en op welke manier”, meldt de provinciewoordvoerder.