Een nieuwe spoorlijn, de Lelylijn, moet gepaard gaan met de komst van 220.000 woningen in het Noorden. Hier de spoorlijn langs de A32. FOTO NIELS DE VRIES
Noord-Nederland lijkt meer te hebben aan nieuwe huizen dan aan een nieuwe spoorlijn, blijkt uit nieuw onderzoek. Maakt dat de Lelylijn overbodig?
Het zijn een paar conclusies uit een eindrapport over de effecten van de huizen- en spoorplannen van de provincies Groningen, Drenthe, Friesland en Flevoland en de grootste gemeenten, Leeuwarden, Groningen, Emmen en Assen.
De analyse is geschreven door vijf onderzoeksbureaus en wordt dinsdagmiddag gepresenteerd. Het rapport is al in bezit van DVHN.
220.000 huizen ‘niet realistisch’
De analyse is voer voor discussie. De vier provincies beogen met de komst van de snelle spoorverbinding tussen Lelystad, Heerenveen, Drachten en Groningen het Noorden en de Randstad dichter bij elkaar te brengen. De aanleg van de Lelylijn moet gepaard gaan met de bouw van tienduizenden huizen, om zo de druk op de woningmarkt in het Westen van het land te verlichten en de mensen te verleiden om in het Noorden te gaan wonen en werken. Dat komt de welvaart in het Noorden ten goede.
De onderzoekers hebben twijfels bij die opzet. Ten eerste zijn de 220.000 huizen die de provincies aanboden om te bouwen ‘niet realistisch’. De huizen zijn ‘weliswaar fysiek inpasbaar’, maar buiten proportie. De vraag naar huizen, vooral vanuit de Randstad, zal hooguit tussen de 25duizend en 75duizend woningen zijn.
Ten tweede kunnen die huizen niet wachten op de Lelylijn. Het is de grootste zorg die wordt gedeeld in het rapport. De Lelylijn zal er niet voor 2035 liggen, maar de nieuwe huizen zijn nu nodig: huizenzoekers wachten niet tot het spoor er ligt. In 2035, zeggen de onderzoekers, zullen ‘de grootste woningtekorten zijn ingelopen’.
En dat zet het hele Deltaplan voor noordelijk Nederland in een ander daglicht. Want als de huizen er straks staan, is de Lelylijn nog wel nodig?
De onderzoekers schetsen in het rapport verschillende scenario’s. Daaruit rijst een beeld dat het Noorden met de komst van tienduizenden huizen meer effecten sorteert dan in combinatie met de Lelylijn.
De bewoners van de huizen zorgen voor een sterke arbeidsmarkt en dragen bij aan de leefbaarheid in de regio, waardoor de brede welvaart voor de hele regio kan toenemen.
De Lelylijn kan de brede welvaart in het Noorden scheef verdelen. De plekken waar de Lelylijn zal stoppen, zullen meer profiteren van de lijn dan dorpen en steden op afstand. Door vooral huizen rondom de treinstations te bouwen, profiteert niet de hele regio. De onderzoekers vragen de overheden om nu al duidelijk te maken waar ze willen gaan bouwen. Ze doet er goed aan om de huizen te spreiden over Noord-Nederland.
Hoe verder verwijderd, hoe minder effect de woningbouw op de Lelylijn heeft - de bewoners zullen toch de auto moeten pakken, of zullen nooit gebruik maken van de trein. En dat zorgt weer voor nieuwe infrastructurele uitdagingen: er zal meer asfalt moeten komen.
Wat is het Deltaplan voor Noordelijk Nederland?
In het Deltaplan voor noordelijk Nederland werken de vier provincies Groningen, Drenthe, Friesland en Flevoland samen met de gemeenten Assen, Emmen, Groningen en Leeuwarden aan het verbeteren van de bereikbaarheid van het noorden van Nederland.
Vorig jaar overhandigden de overheden de B. In dat rapport deelden ze met het ministerie van Infrastructuur, ministerie van Binnenlandse Zaken en het ministerie van Economische Zaken hun plannen.
De overheden willen graag 220.000 huizen bouwen in ruil voor het aanleggen van de Lelylijn, het verbeteren van de huidige spoorlijnen in het Noorden en de aanleg van de Nedersaksenlijn.
Flevoland zei 80.000 extra huizen te kunnen bouwen, Groningen 50.000 en Friesland en Drenthe elk 45.000 woningen.
‘Weerslag op het milieu’
Het Deltaplan, schrijven de onderzoekers, biedt ’Noordelijk Nederland meer mogelijkheden om volwaardiger aan de Nederlandse economie en samenleving deel te nemen’. Het drukt zich uit in ‘een hogere materiële welvaart’, een aantrekkelijker vestigingsklimaat en ‘goede verbindingen met andere landsdelen’.
Tegelijkertijd, waarschuwen de onderzoekers, heeft de nieuwe spoorlijn, de gebiedsontwikkeling van nieuwe huizen en bedrijven ‘weerslag op het milieu’.
Uit het rapport: ’Het tegenovergestelde is zichtbaar elders in Nederland: mogelijk wat minder materiële welvaartsgroei in de rest van Nederland, maar bovenal ook minder druk op de schaarse ruimte en natuur- en bosgebieden aldaar. Juist deze aspecten zijn op langere termijn ook van belang voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven en inwoners.’
‘Fertsjinnet Fryslân net in breder debat oer har takomst, skaaimerken en kwaliteit lykas romte en lânskip?' FOTO NIELS DE VRIES
Waterbedeffect
Het nieuwe tracé van de Lelylijn zorgt ook voor ‘negatieve effecten op de omgeving: er is sprake van ruimtebeslag, impact op landschap en natuur en geluidhinder op plekken waar dat nu nog niet is’.
Al met al zullen de baten niet opwegen tegen de kosten, ‘voor de aanleg en de bijkomende kosten voor het beheer en onderhoud van de infrastructuur’, schrijven de onderzoekers. Ze schetsen een waterbedeffect. Wat voor positieve effecten Noord-Nederland kan bereiken met de aanleg van de Lelylijn, is goed voor het Noorden, maar zal ten koste gaan van andere gebieden.
Uit het rapport: ‘Het aanvullende ruimtelijke programma in noordelijk Nederland zorgt op nationale schaal niet voor wezenlijk andere uitkomsten dan wanneer alleen de bereikbaarheidsmaatregelen worden gerealiseerd: uit de analyse komt naar voren dat het toevoegen van woningen en arbeidsplaatsen niet noodzakelijkerwijs tot een betere voor het spoor of beter saldo van maatschappelijke kosten en baten leidt.’
De onderzoekers vragende de lokale overheden in Noord-Nederland om ‘eerst duidelijk te maken welke alternatieven en varianten kansrijk of wenselijk zijn’ voordat ze haar plannen voor de Lelylijn doorzetten.
Wat moet de aanleg van de Lelylijn gaan kosten?
De vier provincies schatten de aanleg van de Lelylijn op 6,5 miljard euro. Volgens de onderzoekers is dat bedrag zuinigjes. ‘Een voorzichtiger inschatting zou 9 of 10 miljard euro kunnen zijn’, schrijven ze.
Wat opvalt is dat de provincies de kosten voor het verbeteren van het bestaande spoor op 2 miljard euro schatten. Verbeteren is niet de juiste term, zeggen de onderzoekers. Het spoor moet versneld worden, tot 160 of 200 km/u. ‘Voor een significante versnelling moet rekening gehouden worden met het oplopen van de kosten tot 4 of 7 miljard euro.’