Wetenschapper Vincent Voet is met zijn onderzoeken naar duurzame kunststoffen een van de uithangborden van Stenden in Emmen. In de toekomstige regiocampus moeten meer ontdekkingen en ontwikkelingen plaats gaan vinden binnen de gemeentegrenzen. Foto: Jan Anninga
‘Rijzende ster’ in de scheikunde word je niet zomaar, en toch vindt Vincent Voet zichzelf niet per se bijzonder. Oké, hij is best goed in zijn werk − omdat hij het zo leuk vindt. Hij knutselt met de allerkleinste bouwsteentjes ter wereld duurzaam plastic in elkaar.
,,Eén molecuul kan niemand zien, maar alles wat we om ons heen zien, is uit moleculen gemaakt. Chemicus zijn betekent dat je die moleculen begrijpt, eraan sleutelt en ze kunt veranderen. Het is in die zin een heel creatief vak, dat vind ik er zo mooi aan.
Ik ben geboren in Diever en opgegroeid in Drachten. Toen voor de studie naar Groningen vertrokken en intussen woon ik, na korte verblijven in Afrika en Amerika, in Haren. Nu werk ik in Drenthe, Friesland en Groningen voor NHL Stenden. Het Noorden is mijn thuis, ik voel me noorderling. Veel van m’n vrienden zijn na hun studie weggetrokken richting Randstad, maar grappig genoeg is een heel aantal intussen terug.
Voor mij is het nooit zo geweest dat ik weg móést, zoals een advocaat naar de Zuidas gaat om carrière te maken. Voor circulaire kunststof, waar ik me mee bezighoud, kun je eigenlijk niet op een betere plek zitten dan hier; onze kennisinstellingen horen tot de top en we hebben ook nog een sterke chemische industrie en agrosector.
Kunststof fascineert me, omdat het zo ongelooflijk veelzijdigis. Er zijn ontzettend veel verschillende soorten en toepassingen. De stoelen waarop we zitten, onze kleren, telefoons, auto’s − ze bevatten allemaal plastic. Plastic is een fantastisch materiaal: makkelijk en goedkoop te produceren, sterk en licht. Maar het levert ook een enorm afvalprobleem op, en daar moeten we echt iets mee.
Verjongingskuur voor plastics
Ieder plastic heeft polymeren als hoofdbestanddeel, dat zijn moleculen die uit meerdere gekoppelde delen zijn opgebouwd. Als het verder weinig andere stoffen bevat, kun je het gemakkelijk recyclen. Petflessen bijvoorbeeld: da’s een kwestie van de frisdrankrestjes eruit spoelen, shredderen en omsmelten tot een nieuwe fles.
Als het plastic meerdere kleurstoffen bevat, of het is vervuild, lukt dat mechanische recyclen niet meer. Daardoor belanden nu tientallen tonnen kunststof per jaar in de verbrandingsoven of op een afvalberg. Op ons lab werken we aan een oplossing: chemische recycling. We breken de moleculen af tot grondstofniveau, en van die grondstoffen kunnen we vervolgens nieuwe zuivere polymeren bouwen.
Dat afbreken gebeurt door een chemische reactie in een reactorvat. Eerst voeren we de temperatuur op − de precieze hoogte hangt af van het soort kunststof, maar zeg bijvoorbeeld tot 180 graden Celsius. Dan voegen we een reactant toe, een stof waarmee de kunststofmoleculen reageren. In de reactie die dan ontstaat, vallen de moleculen uit elkaar, en die stukjes kun je na zuivering opnieuw in elkaar zetten. Dit proces kun je blijven herhalen; onze bedrijfspartner CuRe Technology noemt het ook wel een verjongingskuur voor plastics.
Waarom we niet veel eerder verzonnen hebben dat je allerlei soorten plastics op die manier herbruikbaar kunt maken? De noodzaak was er gewoon niet. Je kon spotgoedkoop en hartstikke makkelijk nieuw plastic vervaardigen; en dat afval, nou ja, waarom zouden we ons daar druk om maken? Recyclen was in sommige gevallen zelfs duurder dan nieuw maken. Pas de laatste jaren begint in te dalen dat het pas écht veel gaat kosten als we maar doorgaan met steeds meer produceren en consumeren.
Goed zijn voor de aarde is belangrijk
Maar streven naar exponentiële groei zit in onze mentaliteit ingebakken, en het is lastig om dat te veranderen. Net zoals met goede voornemens: op 31 december bedenk je dat je echt minder suiker gaat eten, en in de eerste week van januari sta je alweer gedachteloos een zak snoep af te rekenen.
Echt wakker liggen doe ik niet, maar ik kan me soms wel zorgen maken. Ik ben christen en vanuit die achtergrond vind ik het belangrijk om goed te zijn voor de aarde. En ik heb twee kinderen, van tweeënhalf en een half jaar. In wat voor wereld groeien zij straks op?
Als ik vrij ben, ga ik graag samen met hen op stap. Wandelen in het bos met de hond, of naar het reuzenrad dat laatst bij de Ring Zuid stond. Verder houd ik van bezig zijn in onze tuin. En als er maar een beetje tijd voor overschiet, dan schrijf ik. Korte verhalen, fictie, dat vind ik leuk. Deels vanwege het contrast met m’n werk, waarin ik me altijd tot de werkelijkheid moet beperken.In een verhaal kun je bedenken wat je wilt, en zodra je het opschrijft, is het waar. Ik heb altijd al van schrijven gehouden. Toen ik een studiekeuze moest maken, heb ik serieus overwogen om de journalistiek in te gaan.
Heel anders dan wat ik nu doe, op een bepaalde manier, en toch zijn er ook overeenkomsten. Goed kunnen uitleggen waar je mee bezig bent, je onderzoek over de bühne brengen, is heel belangrijk in mijn werk. Mensen hebben bij wetenschappers soms het beeld van verstrooide nerds die de hele dag zitten te knutselen in een lab, maar naast onderzoeksvaardigheden heb je zeker ook goede soft skills nodig.
Het staat of valt met ons gedrag
Ben ik een betere onderzoeker dan anderen? Welnee. Nee, dat denk ik echt niet. Ik geloof wel dat ik goed ben in wat ik doe, maar dat begint ermee dat ik het heel erg leuk vind. Dat het wetenschappelijke tijdschrift ACS Materials mij heeftuitgeroepen tot een van de rising stars wereldwijd, doet niet direct heel veel met mijn zelfbeeld − los van het feit dat het een vorm van erkenning is en dat erkenning altijd fijn is. Het doet eerder iets met mijn omgeving, geloof ik.
Ik krijg meer kansen om te vertellen over waar ik mee bezig ben, meer aandacht en publiciteit voor mijn onderzoek. Wat heel goed is, want die plastickringloop krijgen we alleen gesloten als iedereen eraan meewerkt. Wij kunnen hier op het lab wel recyclingtechnieken onderzoeken, maar die hebben natuurlijk alleen zin als mensen netjes hun plastic inleveren en niet in het milieu achterlaten.
Producenten kunnen trouwens ook helpen om hun plastic gemakkelijker recyclebaar te maken. Tot voor kort hadden ketchupflessen allemaal zo’n siliconen spuitmondje, weet je nog? Dat voorkwam lekken, hartstikke handig. Maar dat ene spuitmondje maakte dat de hele fles veel moeilijker te recyclen was. Heel veel staat of valt met gedrag, van zowel producent als consument.
In 2030 wil Nederland voor de helft circulair zijn. Naar dat jaar werkt onze onderzoeksgroep ook toe. Wel met tussendoelen, uiteraard. Dit jaar versterken we samenwerkingsverbanden, bijvoorbeeld met de Rijksuniversiteit Groningen en het Drenthe College, waarmee we in de Greenwise Campus nog meer willen samenwerken met bedrijven.
Kunststof van appels en suikerbieten
Ook leuk om te noemen: we gaan met dierentuin Wildlands proberen om samen met studenten ter plekke de plastickringloop te sluiten. Dus van alle kunststof die in het park wordt afgedankt, nieuwe kunststof voorwerpen maken voor het park − en dan geen bermpaaltjes. Bermpaaltjes kun je namelijk van alles wel maken; we willen dat een koffiebeker opnieuw een koffiebeker kan worden, dat een voerbak een nieuwe voerbak wordt, et cetera.
De circulariteitsdoelen behalen we alleen als er voldoende geld voor is en als de regelgeving de goede kant op gaat. Beleid is ontzettend belangrijk en het gaat ons wel eens wat te langzaam. Neem bijvoorbeeld het stoppen met gratis plastic tassen, dat heeft er aantoonbaar toe geleid dat we veel minder van die tassen gebruiken en weggooien. Recenter is het statiegeld op kleine plastic flesjes ingevoerd. Een hartstikke simpele, effectieve maatregel, waarvan de invoering belachelijk lang heeft geduurd.
We zullen nooit helemaal zonder nieuw plastic kunnen, denk ik, en dat hoeft ook niet. We kunnen het wel op allerlei manieren verduurzamen: door de recycling te verbeteren, maar ook door plastics te maken van biologische materialen. Van appelzuur kun je uitstekend kunststof maken, wist je dat? En van suikerbieten. Aan die toekomst mag ik mijn steentje bijdragen.’’
Van wie kunnen we in 2023 iets moois verwachten?
Dagblad van het Noorden volgt komend jaar acht talenten uit Groningen en Drenthe op hun weg naar succes. Dit is aflevering 6. Eerdere verhalen gingen over Thomas Beekhuis, Katayoon Valamanesh, Jules ten Velde, Okki Poortvliet en Joris Koops. Julian Bushoff en Annelin Bakker volgen.