Stichting Oost Groninger Vrouwen bij het standbeeld 'Ode aan de Veenkoloniale vrouw' v.l.n.r. Nadja Siersma, Danielle Tulp en Joëlle Maxime Ham. Foto: Harry Tielman
Emancipatie is sterk verankerd in de Veenkoloniën. Uit dat verleden wil de stichting Oost-Groninger Vrouwen tijdens Internationale Vrouwendag inspiratie putten voor problemen die nu spelen.
De eerste vrouwenstaking in Nederland? Dat was in Nieuwe Pekela. Aletta Jacobs? In Wildervank vond zij nieuwe argumenten voor het vrouwenkiesrecht. En de Herenboeren? Geïnspireerd door de verlichting lieten zij hun dochters doorstuderen.
Het is zomaar een greep uit de historische feitjes die historica Sanne Meijer oplepelt. De emancipatie van vrouwen was van oudsher voortvarend te noemen in Oost-Groningen. Die ontwikkeling is niet los te zien van het socialisme en communisme, zegt Meijer. ,,Maar zonder in clichés te willen vervallen; Groningse nuchterheid speelde ook een rol.’’
Die voortvarendheid in emancipatie is gestagneerd, ziet Danielle Tulp, voorzitter van de stichting Oost-Groningen vrouwen. Niet alle vrouwen in Oost-Groningen hebben dezelfde kansen of worden gelijk behandeld als mannen. Met een ‘Ode aan de Oost-Groninger Vrouw’ in de bibliotheek van Stadskanaal wil zij woensdag inspiratie putten voor oplossingen van problemen die nu spelen.
En die oplossingen kunnen in de eigen geschiedenis zitten. In Oost-Groningen was veel rijkdom. Eerst in het veen, later in de landarbeid, handel, nijverheid en scheepsvaart. Dat gebeurde niet zonder dat de vrouwen daar een hand in hadden. ,,En zij zagen ook wel: ik werk net zo hard als mijn man. En ik ben ook niet dom. Ik hoor gewoon net zoveel te verdienen’’, zegt Meijer.
Zestig procent van de Nederlandse schepen stond halverwege de negentiende eeuw geregistreerd in Oost-Groningen. In Nederland was het gebruikelijk dat vrouwen achterbleven als de man de zeeën trotseerde. Maar dat was niet het geval in de Veenkoloniën. Nee, de dames pakten de koffers en gingen met kind en al aan boord om te helpen het schip, en daarmee het bedrijf, op koers te houden.
Zeevarende vrouw in de negentiende eeuwse Veenkoloniale vaart. (Foto: Veenkoloniaal Museum Veendam) Foto: Veenkoloniaal Museum Veendam
Geen feministenbubbel
Op het land was het overigens ook vaak nodig dat vrouwen hard werkten om de eindjes aan elkaar te knopen, beaamt Meijer. ,,Maar wat ook wel bijzonder is, is dat door de verlichting geïnspireerde Herenboeren hun dochters lang lieten doorstuderen.’’ Belezen werden ook zij voorvechters van gelijkheid.
De vrouwen hadden niet zoveel met opkomende feministische bewegingen. ,,Daar hoefden ze niet per se iets mee te maken te hebben. Ze vonden het gewoon niet eerlijk als ze minder verdienden voor hetzelfde werk. Ze waren gewoon gelijk en deden mee.’’
Toch inspireerden ze vrouwen die vochten voor emancipatie, zoals Aletta Jacobs, wel. Toen zij Wildervank aandeed, vond ze daar nieuwe argumenten voor het vrouwenkiesrecht. Mannen, die waren gewoon bang voor gelijke rechten, lachten ze in het veendorp.
Eerste vrouwenstaking
Het gevoel van gelijkheid bleef dik ingebakken. De eerste Nederlandse vrouwenstaking was dan ook in Nieuwe Pekela, zegt Meijer. ,,Sigarenmeisjes (vrouwen werkzaam in een sigarenfabriek red.) kwamen er in 1969 achter dat ze minder verdienden dan hun mannelijke collega’s. Ze hebben toen succesvol gestaakt voor gelijk loon.’’
Toch ziet voorzitter van de pas opgerichte Oost-Groninger vrouwen Danielle Tulp dat die emancipatie en vooruitstrevendheid voor sommige vrouwen is gestagneerd. ,,Zeker als je dat afzet tegen andere delen in Nederland.’’
De tijd van vroeger is weg. De industrie, handel en zeevaart zijn er niet meer. Het gebied is één van de armste in Nederland. Die sociaaleconomische kwetsbaarheid draagt niet bij aan gelijkheid, denkt Tulp.
Net zo lang borrelen als praten
Ze ziet dat de positie van vrouwen soms slecht is en dat het een uphill battle is om daar uit te komen. ,,Als ik naar de cijfers kijk, dan zie ik toch wel dat in de regio vrouwen werkeloos zijn, hun gezondheid soms slecht is en dat ze vaker afhankelijk zijn van een ander.’’ Ze kunnen bijvoorbeeld niet bij hun partner weg omdat die de kostwinnaar is. Zelf een baan vinden is bijvoorbeeld lastig als moeders lange tijd voor de kinderen hebben gezorgd en in die tijd niet aan hun carrière konden werken.
Een gevaar dat extra op de loer ligt door de slechte verbindingen, denkt Tulp. In haar eigen woonplaats Stadskanaal rijdt bijvoorbeeld nog steeds geen trein. ,,Met de bus ben je als student gewoon een stuk langer onderweg.’’
Bovendien kan dat overslaan op een nieuwe generatie vrouwen. Als de thuissituatie altijd zo is geweest, kan de dochter daar een voorbeeld aan nemen. ,,Dat kan een keuze zijn, maar ze mogen ook zien dat het anders kan.’’
Met ‘Ode aan de Oost-Groninger vrouw’ wil Tulp bewustzijn creëren. ,,Dat is een eerste stap, erover praten.’’ Tijdens de avond komen inspirerende vrouwen aan bod, veelal uit het boek Vraauwlu, dat geschreven werd door Sanne Meijer en Iris van den Brand. Aan de hand van stellingen wordt gediscussieerd.
Hoewel er een hoop te vertellen is, is er net zoveel tijd voor de lezing als voor de borrel gereserveerd. Tulp: ,,Het moet ook gezellig zijn, en wie weet doen we ideeën op voor dingen die we met onze nieuwe stichting kunnen opzetten.’’