Reparatie in de mast, omstreeks 1930. Foto: Drents Archief
Fabrieken, elektriciteitscentrales en sluizen. Aan het einde van de negentiende eeuw verandert het Drentse landschap ingrijpend. Het boek Drenthe op stoom laat de gevolgen van de industriële revolutie zien.
Het landschap om ons heen verandert voortdurend. Je ziet steeds meer zonneparken naast snelwegen. Of neem het enorme distributiecentrum van Aldi langs de A7 bij Hoogkerk. En wat te denken van het windpark in de Drentse veenkoloniën? We vergeten wel eens dat de energietransitie van nu niet op zichzelf staat. De industriële revolutie had een nog ingrijpender effect op het landschap in de provincie. Veel sporen ervan zijn verdwenen.
‘Haast’ doet zijn intrede
Voor hun boek Drenthe op Stoom putten auteurs Frans Schouten en Gerard de Vries van erfgoedvereniging Bond Heemschut dankbaar uit eerder werk van Drentse historische verenigingen. „Er is nooit geprobeerd om een totaalbeeld van de veranderingen als gevolg van de industriële revolutie in Drenthe te geven, dat leek ons leuk om te doen. Je krijgt een heel gevarieerd beeld van alle ontwikkelingen”, motiveert Schouten het ontstaan van het boek.
Wijkgravers in het veen bij Valthermond. Foto: Veenkoloniaal Museum
Het boek gaat over de jaren 1870-1930. De periode waarin haast ontstaat. Daarvoor heeft het leven een rustig tempo. Op weg en water bepaalt het voortsjokkende paard het tempo, schetsen Schouten en De Vries. De kwaliteit van de wegen is belabberd, het transport over langere afstanden via het water vaak lastig. In de zomer, als de aanvoer van water uit de hoogvenen stagneert, zijn waterwegen smal en ondiep. Tijd is een relatief begrip en bovendien afhankelijk van waar je bent. Pas met de komst van de trein worden de klokken in heel Nederland gelijk gezet.
Machinaal turf baggeren, waarschijnlijk in de omgeving van Nieuw-Amsterdam omstreeks 1915. Foto: Drents Archief
Alles in verband
„Wat me tijdens het maken van het boek het meeste opviel is hoe alles met elkaar in verband staat”, vertelt Schouten. „De ontwikkeling van de strokarton- en aardappelmeelindustrie kan je niet los zien van het verbreden en verdiepen van kanalen, het aanleggen van wegen en het beschikbaar hebben van goed opgeleid technisch personeel op ambachtsscholen. Dat vind ik boeiend: hoe een samenleving aan alle kanten wordt opgetild.”
De rooms-katholieke kerk en pastorie aan de Langestraat langs het Echtenskanaal in Klazienaveen. De tram is van de lijn Coevorden-Ter Apel, omstreeks 1915. Foto: Drents Archief
In het boek is aandacht voor drie onderdelen van de industriële revolutie: energie, productie en distributie. De revolutie begint met de ontwikkeling van de stoommachine. In Drenthe vinden we die voor het eerst in 1839, in de katoenspinnerij van Veenhuizen. De spinnerij is een werkgelegenheidsproject voor de bewoners van de Kolonie van Weldadigheid.
Trage opkomst
Maar de spinnerij is niet rendabel en dat geldt voor meer Drentse ondernemingen die pionieren met stoom, zoals de chemicaliënfabriek van Dibbits in Assen. De kwalitatief slechte stoommachines uit de begintijd wegen niet op tegen de relatief goedkope arbeidskracht in Drenthe en dat leidt ertoe dat de toepassing van stroom relatief langzaam op gang komt.
De Brink in Hoogeveen met op de achtergrond de molen van Reinders en aan de Willemskade de vermicellifabriek rond 1905 Foto: Drents Archief
Dat verandert als de (water)wegen worden aangepakt. In 1891 zijn er 34 fabrieken die op stoom draaien. Vooral de turffabrieken in Hoogeveen en Beilen bieden veel werkgelegenheid. Rond de eeuwwisseling komt ook de elektrificatie van particuliere huishoudens op gang. In eerste instantie wordt stroom geleverd door lokale fabrieken, later wordt dat overgenomen door elektriciteitscentrales en verrijzen in het landschap elektriciteitsmasten en telefoontorens.
Vervoer van een kabel van de Nederlandse Kabelfabriek in Delft voor de aansluiting van Veenhuizen op het elektriciteitsnet in 1925. Foto: Drents Archief
Impact op dagelijks bestaan
De ontwikkelingen volgen elkaar zo snel op dat het landschap onherkenbaar verandert. „Met dit boek willen we ook een soort tegengeluid geven”, zegt Schouten. „We willen laten zien dat de ingrijpende veranderingen die we nu in ons landschap zien niet nieuw zijn. Nu is de energietransitie gericht op behouden van wat we hebben gerealiseerd: we willen zorgen dat we kunnen blijven leven zoals we dat nu doen. De industriële revolutie had een ontzettend grote impact op het bestaan van mensen. Er kwamen allemaal nieuwe mogelijkheden door bijvoorbeeld licht, telegrafie en telefoon.”
De Torenlaan in Assen vanaf het Kerkplein omstreeks 1900. Te zien zijn het postkantoor en het opstijgpunt voor telefoonverkeer, een variant op de telefoontoren. Foto: Drents Archief
Veel sporen van die eerdere energietransitie zijn in het kader van ‘vooruitgang’ uitgewist. Zonde, vindt auteur Schouten. „Heel veel fabrieken uit die tijd zouden waarschijnlijk prachtige appartementencomplexen geweest kunnen zijn. In het centrum van Assen hebben bijvoorbeeld veel fabrieken gestaan. Lang is dat een vlakte geweest waar helemaal niks gebeurde.”
De eerste turfstrooiselfabriek van de Griendtsveen Turfstrooisel Maatschappij aan het Dommerskanaal in Erica, gesloopt in de
jaren ’30, omstreeks 1930. Foto: Drents Archief
Pièce de résistance
Schouten en De Vries hopen dat het boek ervoor zorgt dat Drenten anders naar hun omgeving kijken. Want ondanks de verdwenen getuigen van de Industriële revolutie is er ook nog een hoop wél. „De turfstrooiselfabriek in Erica, waar het smalspoormuseum aan is gekoppeld, vind ik iets waar Drenthe ontzettend trots op zou moeten zijn. Behalve een intacte fabriek staan daar ook nog de huizen van arbeiders en management. Dat is uniek. Het pièce de résistance van het industrieel erfgoed in Emmen.”
Drenthe op stoom is vanaf vandaag, maandag 14 november, te verkrijgen bij verschillende lokale boekhandels en te bestellen via de website van uitgeverij In Boekvorm.