'Heremejee. Meatloaf. Maar dan gezongen door een kat in doodsnood, en de achterburen zingen ook Rick Astley mee.' Studenten zijn niet enigen die overlast veroorzaken
Vindicaters Wessel, Jet en Meike (van rechts naar links) in de huiskamer van hun studentenhuis. Foto: Corné Sparidaens
Studenten zitten in de hoek waar de klappen vallen. Partijen in de gemeenteraad pleitten begin juli voor een studentenstop vanwege de toegenomen geluidsoverlast. Journalist Frank von Hebel, vers terug van vakantie, concludeert uit eigen ervaring dat studenten bepaald niet het alleenrecht op het veroorzaken van geluidsoverlast hebben. Hij stak zijn licht onder meer op bij een Vindicathuis in de Schildersbuurt.
Ik ben net terug van drie weken weg. Weekje Texel - terug naar de vakantiebestemming van mijn jeugd - en een weekje Zeeland. Fraai hoor. En een ander ritme is altijd fijn. Maar zoals Godfried Bomans het al zo treffend opmerkte: ‘men gaat op reis om thuis te komen’. En zo is het. Ik leun behaaglijk achterover in mijn stoel, boek paraat en dan hoor ik het:
‘
Heremejee. Meatloaf. Maar dan gezongen door een kat in doodsnood. Nou ja, katten. Want ik meen twee stemmen te horen. En nu? Geluidsoverlast is bij mij ‘wel een dingetje’. Ja, ik hou ook van muziek. van Johnny Cash zing ik woord voor woord mee. door Wim Sonneveld heeft voor mij geen geheimen. Maar ik heb nooit de evangelische drift gevoeld daar mijn buren deelgenoot van te maken. Afijn, ik geef het een half uur. Ik sluit de tuindeuren. Helpt niet echt. Een half uur wordt drie kwartier. De achterburen hebben blijkbaar een ‘evergreens van schoolavonden uit de jaren tachtig’-medley ontdekt. Rick Astley schalt door de tuinen. Ik sta op en loop vastberaden naar buiten. Er zijn grenzen.
Een kat in doodsnood? Nee, achterburen zingen Meatloaf
Volgens waarnemend coördinator Anouk Junius van Buurtbemiddeling Groningen zet ik hiermee alvast een stap in de goede richting. ,,Je zult er verbaasd over staan hoeveel mensen die bij ons aankloppen er niet aan hebben gedacht eerst even met hun buren te praten.’’
Buurtbemiddeling Groningen bemiddelt jaarlijks in de gemeente Groningen bij ongeveer 150 conflicten tussen buren. ,,Dat is verspreid over de hele stad, er is niet een buurt die er echt uitspringt. Bij een studentenhuis gaat het over het algemeen wat lastiger, omdat in de meeste studentenhuizen meer dan zes studenten wonen die allemaal hun eigen rol in de situatie hebben. Ook ervaren vaak meerdere wijkbewoners overlast van het studentenhuis en wie zet je dan met elkaar om tafel? Het is soms even puzzelen naar de juiste balans om tot een goed gesprek te komen. Wat wel opvalt, is dat studenten over het algemeen openstaan voor bemiddeling. Aan de andere kant hebben ze er wel moeite mee zich in te leven in mensen die over geluid klagen, terwijl deze zelf duidelijk voor de stad gekozen hebben.’’
Vindicathuis: ‘tuurlijk hebben wij weleens lawaai’
In de Schildersbuurt, het ‘epicentrum’ van geluidshinder, zorgen nogal wat studentenhuizen voor overlast. Het Vindicathuis aan de Kraneweg telt tien bewoners, zes mannen en vier vrouwen, die volgens de oudste bewoner - en rector van het corps - Wessel Giezen hun uiterste best doen met de buurt in harmonie te leven. ,,Maar ja, tuurlijk hebben wij weleens lawaai’’, zegt hij met gevoel voor understatement. ,,We hebben een WhatsAppgroep aangemaakt waarin ook buurtbewoners zitten. Daarin kunnen ze een melding doen als we te veel lawaai maken. Maar je kunt ook moeilijk van studenten verwachten dat het na 9 uur stil is.’’
Stereotoren uit op last van de burgemeester
Woningcorporatie Nijestee bezit in de stad Groningen 14.000 woningen. ,,Ongeveer 3500 zijn voor jongeren’’, zegt directeur Pieter Bregman. ,,Die zitten over het algemeen alleen in grote complexen, zoals Upsilon in Paddepoel en De Helix aan de Bedumerweg. We krijgen niet veel klachten. Maar jongeren klagen ook niet zo snel over elkaar. Ik denk dat wij ook wat sneller ingrijpen dan de gemiddelde commerciële verhuurder. Wanneer mensen een klacht indienen vragen we altijd eerst of ze zelf al met de buren hebben gesproken. Eventueel kunnen wij bemiddelen en meestal werkt dat goed. Dat gebeurt misschien enkele tientallen keren per jaar. In het uiterste geval gaan wij tot ontruiming over. Een andere mogelijkheid is dat de burgemeester een gedragsaanwijzing oplegt. Dan mag bijvoorbeeld de stereotoren na 22 uur niet meer aan.
De gezamenlijke woonkamer is het kloppend hart van het huis. Alleen ingewijden herkennen dat men hier een huiskamer van het corps betreedt. Giezen somt op: ,,Er hangen gordijnen.’’ Check. ,,Er hangt een portret van een lid van het Koninklijk Huis.’’ Máxima aan de muur. Check. ,,En aan het plafond hangt een kroonluchter.’’ Een kroonluchter? Waar hangt dan …? Ah, daar is-ie, verstopt onder een woud aan stropdassen. Check.
De inrichting - niet echt feng shui - verraadt dat het nogal eens gezellig kan worden. De keuken lijkt op een scheikundig experiment waarbij naar nieuw leven wordt gezocht. Flessen wijn met kaarsstompen, kratten bier en een soort rad van fortuin op de muur dat de basis is voor drankspelletjes doen vermoeden dat hier - zoals dat in het corps heet - zo nu en dan ‘een drankje’ wordt genuttigd. Dus ja, er wordt af en toe wel aangebeld en geappt of het a.u.b. wat minder kan. ,,Mensen zijn meer gaan thuiswerken, maar dat geldt ook voor ons’’, zegt Jet Dorhout (21). Zij woont sinds een jaar in het huis. ,,Voorheen gingen we naar de kroeg, maar nu zijn we vooral thuis. En met tien personen maak je nu eenmaal meer lawaai.’’
Maar huisgenoot Meike Swager (23) merkt dat mensen ook aankloppen als het Vindicathuis niet de geluidsbron is. ,,In een tentamenperiode is het hier een stuk stiller. Maar toch gebeurt het dat mensen dan bij ons uitkomen. Het zullen wel weer die studenten zijn.’’
Steeds vaker vriendengroepen in een studentenhuis
Vindicat telt ongeveer 190 studentenhuizen, bijna allemaal binnen de Diepenring. ,,Die worden van commerciële partijen gehuurd’’, legt Giezen uit. ,,Dus als vereniging kunnen wij ook weinig doen aan geluidsoverlast in andere studentenhuizen. We kunnen natuurlijk wel richtlijnen geven, maar bij klachten moet men dan echt bij de bewoners zelf of de verhuurder zijn.’’
Het studentenhuis aan de Kraneweg is een hechte vriendengroep. Het valt Junius van Buurtbemiddeling Groningen op dat commerciële verhuurders de afgelopen jaren steeds vaker vriendengroepen in huizen plaatsen. ,,Dat is echt opmerkelijk. Ze zeggen: hier heb je het huis. Jullie betalen huur en wanneer iemand vertrekt, zorgen jullie er zelf voor dat er een nieuwe huisgenoot komt. Maar een vriendengroep heeft vaak een andere dynamiek dan wanneer de studenten elkaar vooraf nog niet kennen. Een vriendengroep is vertrouwd met elkaar en dat kan tot meer bravoure leiden. Supergezellig natuurlijk, maar buren zijn er niet altijd even blij mee. Maar je moet niet alle studenten over één kam scheren. Zij lopen er nogal eens tegenaan dat ze een slecht imago hebben. Buurtbewoners gaan er ten onrechte van uit dat het wel raddraaiers zullen zijn en benaderen ze ook op die manier.’’
Reactie op vraag of het wat zachter mag: ‘het is nog geen 10 uur’
Ik heb eerlijk gezegd geen idee wie deze achterburen zijn. De doorloop is groot. Rick Astley zingt nog steeds uit volle borst Never gonna give you up. Ik loop een brandgang in en heb het bewuste huis gevonden. Ik klop eerst nog aan. Maar ja, dat hoort niemand. Ik open de schuttingdeur en zie twee vrouwen - een van middelbare leeftijd en de ander in de twintig (moeder en dochter?) die luidkeels meebrullen. De oudere vrouw merkt mij op en krijgt meteen een verbeten trek in haar gezicht. Ik zet - naar ik hoop - mijn vriendelijkste gezicht op (wellicht heeft ze een bodybuildende echtgenoot/zoon die een avondopleiding tot ninja volgt). Of het a.u.b. iets zachter mag. Haar antwoord: ,,Het is nog geen 10 uur.’’ Ik kan dat alleen maar beamen, maar doorgrond niet wat het verband tussen de tijdsaanduiding en het volume is. Ik herhaal mijn verzoek, maar krijg wederom als antwoord: ,,het is nog geen 10 uur!’’ Als dit een WhatsAppgesprek was geweest had ik nu voor het icoontje gekozen waarbij een mannetje niet-begrijpend zijn schouders ophaalt.
Junius grinnikt. ,,Ja, tot 10 uur mag je in principe meer geluid maken dan daarna, maar dan hebben we het wel over leefgeluiden en of een uur lang keihard muziek draaien en meezingen daaronder valt? Daar zijn de meningen blijkbaar nogal over verdeeld. Wat we bij buurtbemiddeling doen, is het openbreken van de patstelling door het gesprek aan te gaan. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat jullie rekening met elkaars behoeften houden? Mensen kennen elkaar vaak niet en je ziet dat het begrip wordt vergroot wanneer je op een ander moment, waarbij er geen overlast is, elkaar leert kennen. Kijk, je kunt het eindeloos hebben over wie welk recht denkt te hebben. Maar je wilt er toch allebei graag blijven wonen. Wat is er dan wel mogelijk?’’
De muziek gaat zachter, maar of het helpt...
Tja, welk recht heb ik? Recht op een ongestoorde avond? Ik blijf vriendelijk glimlachen naar de oudere vrouw en vraag of het toch een beetje zachter mag. En zowaar, ze knikt en met een draai aan de volumeknop verandert de openluchtdiscotheek in een te tolereren achtergrondgeluid. Victorie! De diplomatiek overwint. Ik keer terug. Ik zit nog maar net en dan hoor ik een enorm gebulder. De katten in doodsnood zijn teruggekeerd.