Er wordt van alles geprobeerd om studentenoverlast in Groningen tegen te gaan, maar veel helpt het allemaal niet, stellen een aantal bewoners uit de Zeeheldenbuurt. Volgens hen wordt er te weinig gekeken naar de oorzaak van het overlastgedrag.
In de afgelopen weken publiceerde deze krant diverse artikelen over de overlast van studenten in de oudere wijken in de stad. Harde muziek, luidruchtige gesprekken en dronkemansgebral tot diep in de nacht.
Ze er op aanspreken helpt soms wel, maar niet altijd. En als er al enig begrip over en weer is gegroeid, begint met elke nieuwe studentenlichting het gedoe weer van voren af aan.
Ja, daar worden ‘gewone’ bewoners erg moe van. En gefrustreerd en boos. Wat te doen? Nog vaker vriendelijk vragen of het wat zachter kan? Nog een keer proberen goede afspraken te maken? Nog meer energie steken in een prettige relatie met die jongelui die de stad zo gezellig en levendig maken? Eerder melden? Strenger handhaven?
Veel helpt helemaal niet
Alles komt voorbij en wordt (een beetje) geprobeerd, maar veel helpt het allemaal niet. Dat zou wel eens kunnen komen doordat er te weinig wordt gekeken naar de oorzaak van het voortdurende en toenemende overlastgedrag.
Die oorzaak schuilt in de onvolwassenheid van veel kamerbewoners. Na achttien jaar onder vader en moeders vleugels zelfstandig wonen. Heerlijk je eigen ding doen! Niet vreemd dat het dan vaak fout gaat met een generatie waaraan in de jonge jaren maar weinig beperkingen zijn opgelegd.
Maar misschien nog wel meer ligt de verklaring voor het overlastgevende gedrag in de biologie van het brein van de studenten, zoals te lezen is in het in 2016 verschenen boek Het tienerbrein van Jelle Jolles.
Geen stoornis
Echt volwassen ben je pas op je 25ste. Tieners zijn vaak impulsief en reactief. Dat is geen stoornis, maar zit in het zenuwstelsel. Mechanismen in de hersenen zijn nog niet voltooid. Impulsremming moet zich nog ontwikkelen. Zelfinzicht en zelfregulering zitten niet in de genen.
De grote meerderheid van de 18-jarigen is nog niet klaar voor volledige zelfstandigheid. De hersenen van een tiener zijn pas rond het 25ste levensjaar rijp. Tot die tijd is juist de steun, sturing en inspiratie van ouders, leerkrachten en coaches broodnodig, aldus Jolles.
Daar gaat het dus om, niet om nog begripvollere buren of strengere politieagenten, maar om steun, sturing en inspiratie van ouders, leerkrachten en coaches. Helaas ontbreken die in de dagelijkse praktijk. Ouders wonen ver weg, universiteit en hogeschool weigeren stelselmatig medeverantwoordelijkheid te nemen voor het gedrag van hun studenten buiten de instelling en studenten-coaches bestaan niet.
Een steward bemiddelt en voedt op
Maar misschien komt daar verandering in. In de Zeeheldenbuurt is namelijk alweer twee jaar geleden het idee ontstaan een studentensteward aan te stellen in de buurt. Een studentensteward kent de studentenpanden, weet waar er problemen zijn of dreigen, spreekt de jongelui aan, bemiddelt en voedt op. In voorkomende gevallen neemt hij contact op met de pandeigenaar of – als het echt nodig is – met de ouders.
De studentensteward let er ook op dat het om het huis en in de tuin een beetje netjes blijft en organiseert zo nodig samen met de studenten en buren snoei- en opruimacties. Allemaal vanuit de gedachte dat de meeste studenten de kwaadste niet zijn, maar nog wel wat goede raad, begeleiding en ondersteuning nodig hebben, zaken waar directe buren over het algemeen geen tijd voor hebben en niet deskundig in zijn.
De studentensteward heeft een onderkomen in de wijk, waar hij een aantal dagdelen in de week aanwezig is en aanspreekbaar is voor alle buurtbewoners. De studentensteward op zijn beurt kan terecht bij de wijkagent, de wijkpost en andere gemeentelijke diensten.
Uitvoering ingewikkeld
Aanvankelijk werd dit idee door de gemeente enthousiast ontvangen. Het ook daadwerkelijk uitvoeren blijkt echter ingewikkeld, waarbij het – hoe kan het ook anders – vooral om geld blijkt te gaan. Na twee jaar (incidenteel) overleg is de studentensteward er nog steeds niet.
Misschien dat de recente aandacht voor de overlastproblematiek kan helpen om de benodigde financiering los te krijgen. Om veel geld gaat het niet. En wat zeker ook zou helpen is als ook universiteit en hogeschool hun verantwoordelijkheid zouden erkennen en aan dit veelbelovende initiatief hun bijdrage zouden leveren. De buurtvereniging in de Zeeheldenbuurt staat klaar om er samen een succes van te maken.
Jeanine Meiners en Marc Wiers zijn respectievelijk voorzitter en bestuurslid van de bewonersorganisatie Zeeheldenbuurt, Kees Frenay is bewoner Zeeheldenbuurt