Ondernemer Ed Wallinga (49) vertrok uit de Schildersbuurt vanwege luidruchtige jongeren. 'Dan moet u maar niet in een studentenwijk gaan wonen' | serie studentenoverlast'
Tijdens hardloopevenement de Nacht van Groningen bieden studenten van studentenvereniging Albertus Magnes de lopers een biertje aan. Foto: Archief DVHN/Siese Veenstra
Schreeuwen om het schreeuwen, elke dag een feestje, kapotgesmeten bierflesjes op straat. Inwoners van Groningen zijn de verstudentisering van de stad zat. Sommigen zo erg, dat ze hun heil elders hebben gezocht. In dorpen als Grijpskerk en Marum.
,,Ik woonde sinds 1989 in het hartje van de stad, onder meer naast een studentenvereniging. Ik kende het stadse leven goed en was gewend dat alles er in harmonie verliep. In 2001 kocht ik een huis in de Jozef Israëlsstraat, een parel van een huis, in een prachtige buurt. De Schildersbuurt was levendig, mede door het gemêleerde gezelschap van bewoners. En er waren studentenhuizen natuurlijk, verenigingshuizen ook, maar dat vond ik wel vermakelijk, ik kende de rituelen. Zo hoorden we ze op woensdagavond, op weg naar ‘de kroeg’, hun jaarliederen zingen. We groetten elkaar, maakten een praatje, de studenten hielden rekening met hun buren die werkten en gezinnen hadden. Een leuke tijd.’’
‘Overlast accepteren of weggaan’
,,Ergens rond 2010 maakte het verwende gedrag van studenten z’n intrede. Waar studenten vroeger op kamers gingen en een oud tafeltje van hun oma meeverhuisden naar hun kamer, reden er ineens vrachtauto’s van meubelzaken voor. De houding werd: wij gaan hier wonen, onze kamers worden ingericht, wij hebben hier feest, we hebben récht op de tijd van ons leven. Inclusief overlast.’’
Studenten slaan in de binnenstad van Groningen bier in. Foto: DvhN
,,Natuurlijk probeerden we in gesprek te blijven met de studenten, maar weet je wat ik kreeg te horen? ‘Dan moet u maar niet in een studentenwijk gaan wonen.’ Het drong helemaal niet tot ze door dat ik hier al veel langer woonde, het kon ze weinig schelen. De overlast hoorde erbij en dat moesten wij in feite maar accepteren. Of weggaan.’’
,,Het ‘samengevoel’ in de stad is weg. De studenten domineren en bepalen onder toeziend oog van het gemeentebestuur de norm. Stadjers raakten murw en daardoor minder flexibel. Mijn vrouw kon er op zeker moment simpelweg niet meer tegen, tegen het geschreeuw vooral niet. Het schreeuwen om het schreeuwen, iedere dag, daar word je gek van.’’
‘Geen gehoor bij de gemeente’
,,Onze buren konden vaak niet slapen van het lawaai, zij hadden luchtbedden in huis liggen. Was er aan de achterkant lawaai, dan gingen ze voor slapen en vice versa. En niets helpt. We hebben het Meldpunt Overlast veelvuldig gebeld en gemaild. Met de politie hadden we veel contact, maar die gaf aan pas in actie te kunnen komen als het gemeentebestuur daar middels een uitzondering opdracht toe zou geven. We hebben ontzettend aan de bel getrokken bij de gemeente, maar we vonden geen gehoor.”
,,Vele malen heb ik mezelf uitgenodigd bij de wethouder en ook bij de burgemeester, wat meestal resulteerde in bevestiging van ontvangst van mijn mail en de belofte dat er contact zou worden opgenomen. Door de jaren heen heb ik één gesprek met de wethouder en één met een werkgroep gehad. Er veranderde niks, er gebeurde niks. ‘We zijn aan het monitoren’ kreeg ik altijd te horen. Ik vind het getuigen van onbehoorlijk bestuur dat de overlast zo uit de hand loopt. Het stadsbestuur is niet de baas.’’
,,Eind 2016 zijn we vertrokken, ons huis stond toen ruim twee jaar te koop. Geen particulier durfde het aan om in deze wijk te gaan wonen. Ik heb ons huis uiteindelijk maar verkocht aan iemand die er vijf appartementen in heeft gemaakt. Wij zijn naar een dorp vlakbij de stad verhuisd, een leuk dorp, we hebben het er goed. Maar ik had de stad en die plek nooit willen verlaten. Nu nog als ik de stad in loop, voel ik me daar thuis.’’