Harm Holman van NSC tijdens een debat in de Tweede Kamer. Foto: Robin Utrecht
Harm Holman (67) zou eigenlijk met pensioen gaan. Maar de oud-melkveehouder uit Roden heeft nu een sleutelrol in de landbouwpolitiek. ,,Ik kon niet aanzien wat boeren wordt aangedaan.’’
De veestapel wordt kleiner doordat boeren stoppen of zich laten opkopen, zegt landbouwwoordvoerder Harm Holman van Nieuw Sociaal Contract. Het moet, want de landbouw loopt tegen de grenzen van de wet en Brusselse regelgeving.
Halverwege een interview na twee lange dagen van debatten in de Tweede Kamer over de landbouwbegroting, vertelt hij dat een deel van de landbouworganisaties een jaar geleden de Europese mestregels aan de kant wilde schuiven en het illegaal uitrijden van mest wilde gedogen.
In de coalitie-onderhandelingen heeft dat voorstel ook op tafel gelegen, weet Holman. ,,Maar het was een hard punt van ons en de VVD dat dat niet kon. Uiteindelijk waren alle vier de partijen het daar ook over eens. Het leek ons allemaal geen goed idee om burgers aan te moedigen de wet te overtreden.’’
Net als we aan de keukentafel in Roden willen beginnen met het interview belt de persoonlijk assistent van landbouwminister Femke Wiersma. ,,Hij wacht maar even’’, zegt Holman.
De 67-jarige Harm Holman zit nog geen jaar in de Tweede Kamer voor Pieter Omtzigts NSC en nu al kan niemand om hem heen. Holman kent alles en iedereen. Dat krijg je als je veertig jaar boer bent, twintig jaar in de lokale en provinciale politiek zit voor het CDA en jaren in het bestuur van de zuivelcoöperatie, Rabobank en een Europese boerenorganisatie.
Probleem zit in Brabant, Gelderland en Twente
Hij steekt meteen van wal: ,,Ik ben noordelijk veehouder geweest. In Noord-Nederland hebben we het gewoon heel goed voor elkaar. Bijna alle bedrijven zijn grondgebonden, kunnen de mest van hun eigen koeien uitrijden op hun eigen land. In het Noorden hebben we precies de goede verhouding tussen akkerbouw en de hoeveelheid koeien, kippen en varkens.’’
Het probleem zit meer in Brabant, Gelderland en Twente, schetst hij. ,,Te veel boeren zijn daar te intensief bezig. Te veel dieren op te weinig grond. Doordat daar al twintig jaar niets tegen gedaan is, dreigt nu een generieke korting voor iedereen. We mogen nu door de afbouw van derogatie als hele sector 30 procent minder mest op het land aanwenden. Nu al hebben melkveehouders kosten van 50.000 tot 100.000 euro om van hun mest af te komen. Een heleboel boeren gaan dit niet overleven.’’
Tijdens het debat van de afgelopen dagen kwam hij samen met de rest van de Tweede Kamer in aanvaring met BBB-voorvrouw Caroline van der Plas en haar landbouwminister Femke Wiersma. Als we niet ingrijpen, koerst de hele landbouw af op een ramp, vreest Holman. ,,De minister heeft nog niet voor een helft oplossingen voor het hele stuwmeer aan mest dat er aan komt.’’
Orkest dat doorspeelt op Titanic
Hij maakte in het Kamerdebat de vergelijking met de Titanic. De minister en de BBB zijn net het orkest dat doorspeelt terwijl het schip aan het zinken is, zei hij. ,,Dat had ik niet eens van te voren bedacht, het kwam zo in me op’’, zegt hij een dag later. We moeten voorkomen dat het schip gaat zinken.
Caroline van der Plas noemde zijn kritiek ongepast voor een coalitiegenoot. ,,Dat zij zo. Als je ziet hoe Van der Plas op haar beurt tekeer ging tegen Kamerleden die zeggen dat er grondgebondenheid moet komen… Wat zeg ik, een groot deel van de Kamer wil dat. Ik heb met open mond zitten aanhoren wat Van der Plas wil. Ze zegt gewoon ‘ik wil die grondgebondenheid niet want ik wil dat de hele intensieve veehouderij in Brabant, Gelderland en Twente gewoon door kan gaan, en ik wil ook de industrie daaromheen in de benen houden’.’’
Maar dat mag ze toch willen? Dat wil haar achterban en dat willen veel kiezers. Dat is democratie.
,,Maar je ziet nu dat zij in de Kamer bijna alleen komt te staan. Er is een meerderheid die grondgebondenheid wil. Elke boer verantwoordelijk voor zijn eigen mest. De minister stelt het wel uit, maar zal toch moeten doen wat de Kamer wil.’’
Maar veel kiezers zijn het niet eens met die verstikkende regels. Hoe verklaart u anders al die omgekeerde vlaggen van een paar jaar geleden?
,,Dat was een algemener probleem. Maar als je zou vragen van ‘zullen we de wet overtreden en het er met zijn allen maar op aan laten komen?’ Dan zal ook het gros van de boeren zeggen dat ze dat niet verstandig vinden. De meeste mensen willen toch een duurzame toekomst.
,,De olifant in de kamer is dat er in het verleden te veel mest op de verkeerde manier is aangewend, soms binnen de regelgeving, maar soms ook er buiten. In het Noorden zijn maar weinig boeren die sjoemelen met mest, omdat dat niet nodig is. Ook in de rest van het land is het merendeel van de boeren van goede wil. Maar een paar procent verpest het voor de rest.’’
De telefoon gaat opnieuw. De assistent van de minister weer.
Had u twee jaar geleden gedacht dat u nu zo’n prominente rol zou spelen in de landbouwpolitiek, toen u stopte met uw boerenbedrijf?
,,Nee, dat is bijna niet voor te stellen. Hoe lang geleden is het? September vorig jaar. Ik zat de plannen van Pieter Omtzigt te bekijken, dat sprak me aan, en ik was ook wel een beetje teleurgesteld in het CDA. Om wat ze presteerden op landbouwgebied. Nu functioneert het CDA weer volstrekt anders. Maar ik drukte op de knop solliciteren en na een paar sollicitatierondes kwam ik op nummer twintig op de lijst.’’
U zou van uw pensioen gaan genieten. Waarom koos u ineens voor een nieuwe politieke carrière?
,,Omdat ik niet kon aanzien wat boeren in Nederland wordt aangedaan. Ik kan niet aanzien hoe de belangen van de melkveehouderij verkwanseld worden. Eigenlijk ben ik gewoon teleurgesteld nu. In de LTO-vakgroep melkveehouderij en Zuivel NL, dat ze dit gewoon met elkaar laten gebeuren.’’
Clubs waar u zelf vroeger ook in zat.
,,Ja, ik voel mij ook medeschuldig aan de situatie die is ontstaan. Ik was ook onderdeel van het systeem. Dat is wel tien jaar geleden en als je mijn opinies en interviews van toen naleest, zie je dat ik er toen ook op heb gewezen. Maar het is steeds niet gelukt het te veranderen. Dat gaat nu waarschijnlijk wel lukken. Maar het zal nog wel een moeilijk traject worden.’’
Het legt een druk op u.
,,Ik vind het enorm zwaar ja. Omdat elke keuze ten koste gaat van iets of iemand. Als de veehouderij gaat krimpen, zal dat minder boeren opleveren. Dat heeft ook gevolgen voor de zuivelindustrie. Als er 10 procent minder koeien zijn en dus minder melkaanvoer, dan heeft FrieslandCampina ongeveer 1 miljard minder omzet. Dat betekent dat er fabrieken sluiten en ontslagen vallen.’’
Maar dat moet toch gebeuren?
,,Je kan niet blijven pappen en nathouden. Dit is het gevolg van twintig jaar falen van de overheid die de veehouders geen oplossing heeft geboden voor de mest en stikstof en niets deed om de veestapel te verkleinen. En de LTO die dat heeft laten gebeuren. Met als hoogtepunt vorig jaar, toen er bijna een landbouwakkoord lag met tientallen miljarden om het uit te voeren. Dat ze dat hebben laten lopen, is de grootste fout die de LTO ooit heeft gemaakt.’’