Aartist's impression van de nieuwe woningen in Opwierde-Zuid in Appingedam. Beeld: Van Wijnen
De woningmarkt in de gemeente Eemsdelta staat, net als in heel Nederland, onder druk. Het college van b en w onderzoekt begin volgend jaar of de opkoopbescherming de stress kan verminderen.
Gemeenten mogen vanaf 1 januari wijken of stadsdelen aanwijzen waar een opkoopbescherming gaat gelden. Dat betekent dat als huizen daar van eigenaar wisselen, ze de eerste vier jaar in principe niet mogen worden verhuurd. Daarmee zijn de huizen minder interessant voor beleggers en dat is gunstig voor starters. Grote steden zoals Amsterdam, Groningen en Den Haag werken al aan zo’n regeling.
Ook in Eemsdelta kopen beleggers steeds meer woningen op. ,,Voor zowel zoekende huurders als kopers is het vinden van een huis nagenoeg een onmogelijke taak’’, zegt fractievoorzitter Nick Boersma van Lokaal Belang Eemsdelta. Hij diende samen met PvdA, ChristenUnie en VVD een motie in met daarin de opdracht om te kijken of de opkoopbescherming ook hier kan worden ingevoerd. De motie werd, in iets aangepaste vorm, aangenomen door een meerderheid van de raad. Alleen het CDA stemde tegen.
Wethouder Annalies Usmany-Dallinga (Lokaal Belang Eemsdelta) stelt dat het niet gaat lukken om in januari al met een voorstel voor de opkoopbescherming naar de raad te komen. Ze is wel bereid om begin volgend jaar te onderzoeken wat de regeling kan betekenen voor Eemsdelta. ,,Dan hebben we de tijd om inzicht te krijgen in wat die wet betekent, inhoudt en wat er precies op ons afkomt.’’
De woningmarkt heeft de aandacht van het college. Met een enquête onder inwoners probeert de gemeente de woonwensen in Eemsdelta in kaart te brengen. Daar rolt een woonvisie uit waarin staat waar en welke woningen nodig zijn. De visie moet in januari af zijn.
Wethouder Annalies Usmany-Dallinga (Lokaal Belang Eemsdelta) beaamt dat de markt onder druk staat, maar is van mening dat de gemeente nauwkeurig te werk moet gaan met bijbouwen. ,,Anders zitten we over tien jaar met een overschot.’’
Dat betekent overigens niet dat er nu niets gebeurt in Eemsdelta. Bij het Eendrachtterrein in Appingedam komen nieuwe huizen en het college kijkt naar mogelijke woningbouwlocaties in dorpen zoals Spijk, Stedum en Wagenborgen.
De gemeenteraad van Eemsdelta heeft woensdagavond het huishoudboekje van de gemeente onder de loep genomen. Begin dit jaar had Eemsdelta een tekort van dik 3 miljoen euro. Voor komend jaar voorziet de gemeente een overschot van 2,3 miljoen. Die plus komt onder meer door het extra geld dat het rijk heeft vrijgemaakt voor de uitvoering van de jeugdzorg.
Het perspectief voor de gemeente lijkt door het overschot rooskleurig, maar er zitten volgens financiënwethouder Jan Menninga (Lokaal Belang Eemsdelta) wel risico’s aan. Het wachten is op het definitieve besluit over de herverdeling van het gemeentefonds, de ambities van de nieuwe regering en op het verder doorvoeren van de bezuinigingsmaatregelen van het programma ‘Eemsdelta in Balans’.
Begin dit jaar kondigde het college een extra verhoging van de de onroerende zaakbelastingen aan. Dat plan is geschrapt voor 2022. In 2023 kijkt de gemeente opnieuw of zo’n lastenverhoging nodig is.