Tom ten Kate uit Koekange. Foto: Gerrit Boer Fotografie
Landbouwminister Piet Adema kan aan de slag met zijn plannen om het mestoverschot aan te pakken, bleek donderdag in de Tweede Kamer. Hoe kijken boeren in Noord-Nederland hier tegen aan?
Tom ten Kate (26), melkveehouder in Koekange met circa 175 koeien en voorzitter Drents Agrarisch Jongerenkontakt
„De uitkomst van het Kamerdebat viel me mee, ik had niet verwacht dat minister Adema een meerderheid zou krijgen voor zijn plan. Ik heb er wel gemengde gevoelens bij. Het is goed dat er veel geld komt voor uitkoop, maar aan de andere kant steekt dat. Boeren krijgen een slachtpremie als ze op vrijwillige basis koeien afstoten, hoe vrijwillig is dit allemaal? Want de druk om te verminderen is erg hoog.
„Ik denk dat we op ons bedrijf nog niet direct te maken krijgen met de afbouw van de mestderogatie, maar op langere termijn wel, want de maatregelen worden geleidelijk doorgevoerd. Dan zullen ook wij oplossingen moeten vinden. Gelukkig speelt deze kwestie in Drenthe veel minder dan in andere delen van het land. Hier is zelfs een tekort aan mest, we voeren het uit Brabant aan. Dus zijn er voor Drentse boeren meer mogelijkheden om mest af te zetten bij akkerbouwers.”
„De BBB wil dat we proberen om in Brussel versoepeling van de regelgeving te krijgen. Minister Adema zegt echter dat hij daar geen kans toe ziet. Ik vind het in elk geval belangrijk dat we in gesprek blijven met de Europese Commissie. En ik ben ook blij dat de Haagse politiek goed luistert naar het plan dat het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt samen met LTO Nederland heeft gemaakt. Dit voorziet ook in onder andere een uitkoopregeling.”
Pier Jan Boersma, biologische melkveehouder uit Eastermar:
,,De plannen van Adema maken geen eind aan de onzekerheid en het is ook geen oplossing voor de boerensector. Het leidt tot een koude sanering onder collega melkveehouders. Alleen de akkerbouwers wrijven zich in de handen, die kunnen nog wel mest gebruiken.
Voor mij speelt het nieuwe strenge mestbeleid minder, ik maak al jaren geen gebruik van derogatie. Ik zag al aankomen dat die mestregels zouden veranderen. Ik heb daarom bewust al jaren geleden de keuze gemaakt om biologisch te boeren. Ik heb 50 melkkoeien. We zitten hier op grasland op zandgrond, en ik kan nog wel wat meer mest gebruiken eigenlijk.
Ik maak me zorgen over wat dit doet voor de waarde van het platteland, want dit nieuwe beleid gaat boeren een hoop werk opleveren maar zorgt voor velen voor minder inkomsten. Er moet hier nog wel geld kunnen worden verdiend, want anders wordt het verschil tussen stad en platteland te groot. Voor veel boeren betekent dit meer kosten, en dat bovenop de gestegen kosten van personeel met zo’n 15 procent.”
Lammert Westerhuis uit Usquert. Foto: Anjo de Haan
Lammert Westerhuis, akkerbouwer en pluimveehouder, afdelingsvoorzitter LTO Noord Het Hogeland, Usquert.
,,Ik maak me zorgen en vraag me af of dit nou genoeg helpt. Ik ben bang dat Adema’s nieuwe plan veel kleine en jonge melkveehouders kapotmaakt. Want als je door voorgestelde inkrimping van de veestapel straks minder koeien mag melken, dan heb je ook minder inkomsten. Maar je meeste kosten gaan wel gewoon door. En uit ervaring weet ik dat dit soort nieuw beleid door de grotere melkveebedrijven beter te verhapstukken is dan voor kleinere. Die kunnen vaak de ingewikkeldheid van nieuwe maatregelen beter opvangen. Dus ja, ik vrees dat we hierdoor straks nog meer grote veehouderijen krijgen, en is dat wat we willen?
,,Eigenlijk zou die derogatie terug moeten, zeker voor Groningen. Want wij hebben hier een mesttekort. Je moet alleen de uitspoeling (waardoor door neerslag schadelijke stoffen het grondwater kunnen bereiken, red.) goed regelen. Mest heeft voedingsstoffen en heeft daardoor waarde. Ja, het klopt, voor de akkerbouwers is mest een verdienmodel bij een hogere prijs, maar dan gaat het over de rug van de jongere en de kleinere melkveehouders. Het mestprobleem is met deze maatregel van Adema ook niet op de korte termijn opgelost.”