Erwin Bijman en Klaas Komrij zijn boeren die somber zijn over hun toekomst, door alle ingewikkelde regels. Foto: Nienke Maat
Veel boeren in Groningen willen graag door, maar zijn onzeker over hun toekomst. Er is alom onbegrip over de ingewikkelde wet- en regelgeving rond mest en stikstof. ‘Wat doen we nou verkeerd?’
De landbouw staat aan de vooravond van grote veranderingen, maar boeren hebben moeite om te zien waar het nu precies heen gaat. Het perspectief is niet duidelijk. Dat maakt investeren uiterst lastig. Op een druk bezochte bijeenkomst in Midwolda over de toekomst van de landbouw die was georganiseerd door de provincie, konden ze stoom afblazen.
En dat blijkt nodig. Want de transitie, die de sector duurzaam en toekomstbestendig moet maken, verloopt moeizaam. Na jaren praten over stikstof- en mestregels met overheden, politici en natuurorganisaties weten de meeste boeren nog steeds niet waar ze aan toe zijn. En de druk op hen wordt al maar groter, zeggen ze.
Boer Erwin Bijman vraagt zich af of er nog perspectief voor zijn bedrijf is. Foto: Nienke Maat
Veel problemen en ellende
Klaas Komrij, melkveehouder uit Grijpskerk, maakt van zijn hart geen moordkuil. ,,We lopen tegen zoveel problemen en ellende aan, ik weet niet of er voor ons nog toekomst is. De jeugd wil graag verder en daar maken we ons zorgen over,’’ aldus Komrij. Hij heeft twee zonen die allebei liefst met de veehouderij door zouden willen. ,,Dat is een lastig dingetje.’’
Zijn collega veehouder Erwin Bijman uit Ten Boer probeert de problemen weg te houden bij zijn nog jonge kinderen, maar dat lukt niet altijd. ,,Ik zei laatst tegen mijn oudste zoontje: ga je mee, gaan we kunstmest strooien. Maar pappa, zei hij, dat mag toch helemaal niet? Van die mevrouw die niet houdt van koeien. Ik durf mijn zoon niet alles meer te vertellen. Ik zie voor hem hier geen toekomst als boer, nul procent kans dat hij hier boer wordt.’’
Het beeld dat de beide boeren schetsen van hun sector is dus niet hoopgevend. De opbrengsten van veel bedrijven liggen onder of op de kostprijs, waardoor er weinig wordt verdiend. En dat terwijl er fors moet worden geïnvesteerd met het oog op de verduurzaming. De al genoemde verstikkende regelgeving vertroebelt het zicht op de toekomst. Tegelijk stelt de samenleving steeds meer eisen aan de boeren, aldus Komrij en Bijman. Maar niemand heeft een goed verdienmodel voor de ploeterende agrariër.
Ik heb geen ton op de plank liggen
Bijman: ,,Leuk zo’n programma voor het landelijk gebied, maar ik heb geen ton of 125.000 euro op de plank liggen. En de bank zegt: je hebt niet de juiste vergunning, je komt niet in aanmerking voor een lening. Dus wat moet ik, als ik in verband met de mestwetgeving grond moet bijkopen? Grond die hier 70.000 of 80.000 euro per hectare kost.’’
Komrij: ,,Al die kromme regelgeving, het werkt elkaar tegen. Neem de mest: waar moet je er hier in Groningen mee heen? Vroeger reed je het gewoon achter de boerderij op het land, nu denk je: waar moet ik er mee naar toe? Wij lopen finaal vast door al die regels van de overheid.’’
,,Wat doen we nou verkeerd? We doen al heel wat, ik denk veel meer dan de overheid door heeft. Ze kunnen al een koe fokken die steeds minder mest en methaan produceert. In de akkerbouw worden steeds minder gewasbeschermingsmiddelen gebruikt. Als we de tijd krijgen, kunnen we heel veel oplossen. Maar die tijd krijgen we niet’’, sombert Komrij.
Willen we straks krekels eten met elkaar?
En waar moet het trouwens heen met de voedselproductie als boeren het werken onmogelijk wordt gemaakt, vraagt Bijman zich af. ,,Willen we straks met elkaar krekels eten? Of meelwormen? Is het zo slecht wat we nu doen?’’
Ook Pieter Klaas Westerhuis, akkerbouwer en bestuurder van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond, vraagt aandacht voor de voedselproductie. Het belang daarvan wordt volgens hem onderschat. En dat terwijl opbrengsten overal onder druk staan door de klimaatverandering. Ons land is maar voor zo’n 60 procent zelfvoorzienend, de rest wordt geïmporteerd, waarschuwt Westerhuis.
,,De schoonste landbouw is geen landbouw. Maar dan wordt onze afhankelijkheid nog groter. Ook in Groningen wordt steeds meer landbouwgrond uit productie genomen, bijvoorbeeld in de Oostpolder bij de Eemshaven, een van de meest vruchtbare gebieden in het noorden van de provincie. Met 1 hectare pootaardappelen kun je wel tot 15.000 mensen voeden. Door het verdwijnen van die polder kunnen straks 3 miljoen mensen geen aardappelen meer eten.’’
Is er nog toekomst voor veehouders? Foto: Nienke Maat
Flinke schadepost
André Vermue uit Winsum, bestuurslid van de Nederlandse Melkveehouders Vakbond, is een veehouder in het Reitdiep die pionierde met biogas en ook veel doet aan weidevogelbescherming. Bij zijn plannen moest hij vaak tegen de stroom oproeien. Zijn biovergister ging geruime tijd op slot doordat er in soortgelijke installaties elders amfetamine was aangetroffen. Naar later bleek louter door het vergistingsproces. Het leverde de Groninger boer net als veel collega’s een flinke schadepost op.
,,Praktisch werkende boeren beschermen de natuur veel beter dan dure terrein beherende organisaties’’, zegt hij. Vermue signaleert veel bureaucratische ellende, waardoor de boel vast loopt. ,,Boeren die willen innoveren moeten veel sneller vergunningen krijgen. Anders staat de sector stil en verdwijnt het perspectief. Durf beleid te maken dat afwijkt van de Haagse fantasie’’, houdt hij de Groninger landbouwgedeputeerde Henk Emmens (BBB) voor.
Akkerbouwer Henk Smith hield zich in Oost-Groningen jaren bezig met agrarisch natuurbeheer en is inmiddels vicevoorzitter van de landelijke club BoerenNatuur.
Steeds meer maatregelen op het erf
Volgens hem doen al 12.000 Nederlandse boeren aan agrarisch natuurbeheer. ,,We proberen de goede dingen te doen in het veld, maar wel op een praktische manier. Er landen steeds meer maatregelen op het erf en die kunnen effect hebben op het opbrengend vermogen.’’
Voor agrarisch natuurbeheer is 100 miljoen euro beschikbaar en dat is volgens Smith lang niet genoeg. Bovendien zint het boeren niet dat ze enkel een vergoeding krijgen voor een kleinere opbrengst door natuurmaatregelen. ,,De agrariër wil wel, hij doet iets of laat iets. Nu krijgt hij alleen vergoeding voor verlies van inkomen. En dat moet naar een plus. Die vrijwilligheid is heel belangrijk. Er moet ook beleid zijn voor minstens 6 of 12 jaar: zo gaan we het doen. En de centen moeten er zijn.’’
Landbouw is belangrijk, maar industrie ook
Gedeputeerde Emmens zegt dat het bij veel boeren vooral draait om hun bestaanszekerheid. ,,Geef tijd en vertrouwen, vragen boeren. Als we dat als overheid geven, krijgen we dat vertrouwen misschien terug.’’
Soms moet de landbouw wijken voor andere belangen, zoals in de Oostpolder. ,,Een industrieterrein bij een zeehaven leg je niet aan in de Veenkoloniën. Landbouw is belangrijk, maar industrie ook.’’
,,Ik heb geen enkele boer gesproken die tegen de natuur is. Het gaat vooral om de druk die er op zit. We gaan kennelijk soms met een onduidelijke boodschap het gebied in’’, constateert de Groninger bestuurder.
Hij snapt de zorgen over het verdienmodel voor boeren. ,,Wat betekent dat? Je moet het niet hebben over subsidies, maar over de maatschappelijke bijdragen. Misschien moet je helemaal af van dat woord subsidie, want dan ben je afhankelijk van anderen.’’