De boer moet veranderen, maar wil wel weten waar hij aan toe is. En duurzaamheid moet worden beloond.
De landbouw moet verduurzamen, maar kan een boer dan nog een goede boterham verdienen? Hoe ziet de toekomst voor boeren in Groningen er uit? In het Forum in Groningen braken experts en boeren zich daar vrijdag het hoofd over.
Eerst maar even de cijfers. Die komen van Henk Hulshoff, melkveehouder uit Marum en regiobestuurder van LTO Noord. De provincie heeft 160.000 hectare waarop wordt geboerd, 6000 hectare minder dan 23 jaar geleden. Groningen telt nu zo’n 1800 veehouders, 1600 akkerbouwers, 125 tuinbouwbedrijven en 173 intensieve veehouderijen.
Dat lijkt heel wat, maar in diezelfde periode heeft 41 procent van de boeren de handdoek in de ring gegooid. ,,Het aantal veehouderijen in Groningen is in 23 jaar bijna gehalveerd’’, weet Hulshoff. En het einde is nog niet in zicht, want op veel bedrijven is geen opvolger. ,,De schaalvergroting zal doorgaan.’’
Hoe kun je als boer nog investeren
Uitdagingen, zoals dat tegenwoordig heet, zijn er genoeg voor agrariërs. Daarvan passeerden er vrijdag veel de revue. Verzilting in het noorden van de provincie, bodemdaling in het veengebied. Maar er is meer. De stikstofellende, de derogatie, het verplicht afbouwen van de hoeveelheid kunstmest en mest die een boer mag uitrijden. De soms moeizame verhouding met de omgeving. En voor alles de toekomst, die in nevelen is gehuld. Hoe kan een boer zo investeren in zijn bedrijf? Hij weet immers niet waar hij pakweg over drie of vier jaar aan toe is. Laat staan over tien jaar.
Opstaan met dwangsommen
Hulshoff: ,,Alles wat er op ons afkomt, heeft grote impact op bedrijven. En op gezinnen. We hebben behoefte aan heldere kaders, zodat we kunnen investeren. De grote juridische onzekerheid rond de PAS-melders speelt velen parten. Met dwangsommen heb je dagelijks te maken, je staat er mee op en gaat er mee naar bed.’’
Hij denkt dat boeren best willen veranderen, zoals de maatschappij meer en meer vraagt. Daar moet wel iets tegenover staan. ,,Je moet boeren verleiden om te investeren. Als je er middelen tegenover stelt, gaat de boer echt wel veranderen. Alles wat de kosten verhoogt en niets oplevert, is de doodsteek voor de landbouw. Als de boer er niets aan over houdt, doet hij niet mee. Hij is tenslotte ondernemer en moet zijn gezin onderhouden en de rekeningen betalen.’’
Vecht er nu eens voor!
Een boze boer in het publiek wil weten waarom LTO de derogatie zo snel heeft opgegeven. ,,Vecht er nu eens voor, we hadden dat hard nodig. Dat moeten we niet zo maar opgeven, we zijn hartstikke goed in wat we doen.’’
LTO heeft niks opgegeven, repliceert Hulshoff. ,,Dat heeft de overheid gedaan. Het ligt allemaal in Europa, daar heb ik hier geen invloed op. Ik kan me er heel erg druk over maken, maar ik kan er niets aan doen. Ik heb dezelfde problemen en moet ook naar oplossingen zoeken op mijn eigen bedrijf.’’
Vervolgens is het woord aan Alex Datema uit Briltil, die 35 jaar onder de koeien zat maar sinds maart vorig jaar directeur Food en Agri bij de Rabobank is. ,,Wij moeten ook binnen drie jaar een derde van de mest afvoeren. En minder koeien melken kan niet, want we hebben een hypotheek van de Rabobank’’, zegt hij luchtig.
We weten al jaren dat het anders moet
En dan serieus: ,,Je kunt wel heel hard zeggen tegen de boer dat hij het anders moet doen, maar hij is onderdeel van een keten. De landbouw nu is het gevolg van beleid van veertig jaar: veel voedsel produceren voor een lage prijs. We weten al een aantal jaren dat het anders moet. Het heeft te veel impact op het milieu. Mensen kijken nu anders naar ons. Vroeger was er bewondering als de exportcijfers van de Nederlandse landbouw bekend werden gemaakt. Sinds vorig jaar doen we dat niet meer, want het geeft veel negatieve publiciteit. Er is een kentering in hoe de maatschappij naar ons kijkt’’, aldus Datema.
Volgens de bank is het onvermijdelijk dat de landbouw moet verduurzamen. ,,De land- en tuinbouw moet weer terug in de milieugebruiksruimte die we hebben in dit land. We zullen drastische dingen moeten doen. Een echt duurzaam voedselsysteem kan niet binnen het huidige model. We zijn op het punt aangeland dat we zien dat het niet werkt. Een systeemverandering dus’’, waarschuwt Datema zijn publiek.
De boer heeft geen macht om iets te veranderen
Maar die duurzaamheid moet wel worden beloond, vindt ook Datema. ,,De boer heeft geen marktmacht, de macht om iets te veranderen ligt niet bij hem. Je moet dus druk zetten op de plekken waar die wel ligt’’, vindt hij. Doelend op bijvoorbeeld de retail en de verwerkende industrie.
Rabo verwacht dat van de Groninger boeren ongeveer de helft zal kiezen voor hoogproductieve landbouw, terwijl zo’n 35 procent natuurinclusief gaat boeren. En ongeveer 15 procent van de boeren gaat er dingen bij doen, zoals een kinderopvang aan huis.
Goede plan op de verkeerde plek
,,Je kunt altijd keuzes maken. En niet kiezen is ook een keuze. Je zult met je bedrijf iets moeten met duurzaamheid en moeten nadenken over het landschap. Hoe is je verhouding met je omgeving? Hoe passen jouw plannen bij het gebied? Soms is er een goed plan, maar op de verkeerde plek. Als je meer koeien wil melken maar je stal zit tegen een Natura 2000-gebied aan, dan is die kans niet zo groot’’, besluit de Rabo-directeur.
De jonge boer Leon Vonck is zij-instromer en zegt namens de Groninger organisatie voor jonge boeren zeker een toekomst te zien in de provincie. ,,Wij zeggen altijd: als je in Groningen niet meer boer kunt zijn, dan kan het nergens meer in Nederland. Groningen heeft ruimte, weinig stikstofgevoelige natuur, enorm vruchtbare grond en bovenal een prachtige provincie met meest gevarieerde landschap.’’