Nachthoreca en discotheken moeten voorlopig dicht blijven na middernacht. Dat heeft de rechtbank in Den Haag bepaald in het kort geding dat Koninklijke Horeca Nederland (KHN) had aangespannen tegen de Staat.
De rechter geeft aan niet bevoegd te zijn om in te grijpen in het politieke besluitvormingsproces.
De brancheorganisatie had de rechtszaak aangespannen nadat het kabinet begin augustus aankondigde dat clubs en discotheken voorlopig dicht moesten blijven. Discriminatie ten opzichte van sectoren die wel gewoon open mogen, zo stelde KHN, die het kort geding samen voerde met belangenverenigingen Nachtbelang en OAC (Overleg Amsterdamse Clubs).
Nachthoreca mag alleen tot middernacht
Afgelopen dinsdag werd aangekondigd dat de nachthoreca weer van start mag vanaf 25 september, maar dan niet ’s nachts. Volgens KHN betekent dat effectief dat nachtclubs en discotheken gesloten zullen blijven, omdat het nachtleven pas laat begint. „Het is eigenlijk net zo erg als de complete sluiting”, aldus KHN-directeur Dirk Beljaarts.
Rechter acht zich niet bevoegd
De rechter geeft nu aan niet bevoegd te zijn dat besluit terug te draaien. „Het politieke besluitvormingsproces over versoepelingen van de maatregelen was op het moment van de behandeling van deze zaak nog niet afgerond”, zo staat in het vonnis.
„KHN wil dat de rechter ingrijpt in dit politieke besluitvormingsproces door het kabinet dwingend voor te schrijven hoe de regelgeving er op 25 september 2021 uit moet zien.”
'Zwalkend en risicomijdend overheidsbeleid'
Begin augustus werd duidelijk dat er, ondanks het gunstige coronabeeld, nog geen ruimte was voor heropening van nachthoreca zoals nachtkroegen, nachtclubs en discotheken. „Het achterstellen van horecaondernemers, zonder deugdelijke onderbouwing, gaat onverminderd door en is onacceptabel”, meldde KHN toen.
„Deze bedrijven krijgen de rekening gepresenteerd van een zwalkend en risicomijdend overheidsbeleid”, aldus de brancheorganisatie.