Er is meer onderzoek nodig naar de mogelijke schade aan beschermde natuurgebieden door het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de lelieteelt. Dat oordeelde de Raad van State woensdag in een zaak rondom een lelieteler nabij het Holtingerveld in Vledder.
Uit de uitspraak blijkt dat er nog veel onzekerheid is over de milieueffecten van middelen die in de lelieteelt worden gebruikt. In het Holtingerveld zijn wel degelijk sporen van bestrijdingsmiddelen aangetroffen die schadelijk kunnen zijn voor mens en natuur. Volgens het Europees voorzorgsbeginsel moet in zulke gevallen aanvullend onderzoek volgen. Als een teler niet duidelijk kan aantonen dat de gebruikte middelen niet schadelijk zijn, dan dient alsnog een natuurvergunning te worden aangevraagd.
Spuitzone van 250 meter
De Raad van State veegt hiermee de argumenten van de provincie Drenthe van tafel. Het provinciebestuur betoogde dat met een spuitzone van 250 meter breed er geen landbouwgif in het beschermde natuurgebied Holtingerveld terecht komt. Ook stelt dat de provincie dat het gebruik van de middelen een zaak is voor de College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb).
De rechtbank Noord-Nederland ging hier in 2021 al niet in mee. De rechtbank was van oordeel dat de provincie onderzoek moest doen naar de lelieleelt en de gewasbeschermingsmiddelen die door de telers worden gebruikt. De Raad van State volgt nu de uitspraak van de rechtbank en vindt de argumenten van de provincie onvoldoende onderbouwd. Er zijn wel degelijk aanwijzingen dat de middelen schadelijke gevolgen hebben voor de natuur.
‘In overtreding’
Henk Baptist, jurist bij Meten=Weten en gemachtigde voor de zaak, is blij met de uitspraak van de Raad van State. „Het is nu onomstotelijk vast komen te staan dat een natuurvergunning vereist is voor de teelt van leliebollen. Als een teler zonder vergunning bestrijdingsmiddelen gebruikt, dan is hij in overtreding.”
Dat de Raad van State om meer onderzoek vraagt naar de effecten van gewasbeschermingsmiddelen op kwetsbare natuurgebieden vindt Baptist logisch. „Dat onderzoek is alleen maar nodig om invulling te geven aan de vergunningplicht. Gedeputeerde Staten van Drenthe hoeven nu ook niet per direct de teelt van lelies stopzetten of een dwangsom opleggen. De telers mogen aantonen dat het gebruik van middelen geen significante effecten heeft op de natuur.”
Reactie gedeputeerde Gert Jan Schuinder
Gedeputeerde Gert Jan Schuinder (BBB) stuurde woensdag een brief naar het Drents Parlement, in reactie op de uitspraak van de Raad van State. Daarin schrijft Schuinder het volgende: ‘De Raad van State geeft in haar uitspraak aan dat meer onderzoek nodig is naar de effecten van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op Natura-2000 gebieden bij lelieteelt. Wij willen ons inzetten om dat onderzoek op landelijk niveau te organiseren. Ondertussen beraden wij ons op de uitspraak en wat dat precies betekent voor de lelieteelt in Drenthe. Wij streven ernaar om zo snel als mogelijk een duidelijke lijn te schetsen voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen bij lelieteelt.’
Met de uitspraak van de Raad van State is dus voorlopig nog geen eind gekomen aan een langslepende kwestie voor de betrokken lelieleter aan de Middenweg in Vledder. De provincie Drenthe heeft de teler onlangs een waarschuwing gegeven. Hij krijgt de gelegenheid om aan te tonen dat zijn bedrijfsvoering geen schadelijke effecten heeft. Lukt dat niet, dan zal hij alsnog een natuurvergunning moeten aanvragen.
Lelietelers bekijken een grote sorteermachine voor leliebollen in Smilde. Foto: Rens Hooyenga
De uitspraak van de Raad van State is in lijn met de uitkomst van eerdere rechtszaken. Zo haalde burgerinitiatief Meten=Weten onlangs een belangrijke overwinning in een zaak tegen de provincie Drenthe. De rechtbank stelde dat voor het telen van lelies en gebruik van bestrijdingsmiddelen in de buurt van een Natura 2000-gebied een vergunning dient te worden aangevraagd.
De gerechtelijke uitspraken hebben grote consequenties voor de lelietelers in Drenthe. Een vergunning aanvragen is een tijdrovende procedure. Omwonenden of andere betrokkenen kunnen een zienswijze indienen en eventueel bezwaar maken tegen de vergunning.
Meten=Weten spande een vergelijkbare zaak aan tegen de provincie Fryslân vanwege lelieteelt in de buurt van Boijl. In oktober oordeelde de rechtbank dat ook hier de provincie had moeten handhaven omdat niet uitgesloten kon worden dat de pesticiden geen negatief effect hadden op het nabijgelegen Drents-Friese Wold. De provincie ging in december in hoger beroep.