Bertus ten Caat (midden) leest voor uit eigen werk, dat met een trekschuit in de Hoogeveensche Vaart arriveerde. Links spreekstalmeester Johann Bisschop en rechts zoon Fake ten Caat. Foto: Gerrit Boer
In de roman ‘Fake, de laatste brief van Vincent van Gogh’ verweeft schrijver Bertus ten Caat uit Hollandscheveld zijn persoonlijke verhaal met de geschiedenis van de wereldberoemde schilder. Donderdag was de boekpresentatie met een oude trekschuit bij Noordscheschut.
Op dat markante vaartuig een bijzondere gast: de ‘achterachterkleinzoon’ van Vincent van Gogh, die verdacht veel op Ten Caat’s eigen zoon leek. Hij reikte het eerste exemplaar uit, op de dag af 142 jaar nadat de kunstschilder uit Hoogeveen vertrok.
Een treffende verstrengeling van verbeelding en werkelijkheid, exemplarisch voor het boek van Bertus ten Caat die het zelf een ‘autobiostorische’ streekroman noemt.
Mysterieuze envelop
Hij beschrijft zijn jeugd in Hollandscheveld, de gebeurtenissen op het kerkhof, de dood van zijn vader Fake en de ontdekking van een mysterieuze envelop die een onverwachte relatie blootlegt tussen zijn overgrootmoeder Hendrikje Hartman en Vincent van Gogh. De roman van dik vierhonderd pagina’s, waarin ook veel oude foto’s, zag donderdag na 21 jaar schrijven en schrappen het licht.
Dat gebeurde steevast tijdens de vakanties van het gezin. Dochter Esther herinnert het zich nog goed. ,,Pa zat steevast achter de computer.” En zoon Fake over de vergelijking met Van Gogh: „Mijn vaders rooie haren zijn inmiddels verdwenen, maar zijn streken niet. Unieke pennenstreken in navolging van die andere rooie dakdoeve.”
Haarkleur
Lezers van het boek zullen zich afvragen: wat is echt gebeurd en wat is fictie? Neem de romance tussen Hendrikje en Vincent. Heeft die tot een onbekende nazaat geleid? Ten Caat’s haarkleur voedt in dat opzicht het mysterie in zijn boek.
De auteur zelf houdt de verbintenis op dat ene oor. Bij Van Gogh afgesneden, bij Ten Caat doof.
De aankomst van de trekschuit bij Noordscheschut. Foto: Gerrit Boer