Ali is genaturaliseerd en woont in het azc in Hoogeveen. Foto: Gerrit Boer
Hoe kan je Nederlander worden en toch nog in een azc wonen? „Dat is een lang verhaal”, zegt Ali, die supertrots is op zijn nieuwe nationaliteit. „Ik leer mijn medebewoners Nederlands met André Hazes.”
Hij houdt van André Hazes (de oudere), is dol op wielrennen en heeft een airfryer. Ali Hasan Mouhsen (50) had het Hollandse leven al volop omarmd voordat hij vorige week officieel Nederlander werd.
„Ik kan het niet geloven,” vertelt hij stralend over zijn naturalisatie. „Ik ben zo trots.”
Ali, een sportieve vijftiger met getatoeëerde armen, zit op zijn bed in de kleine eenpersoonskamer in het asielzoekerscentrum in Hoogeveen waar hij sinds 2019 woont. Hij mag dan de Nederlandse nationaliteit hebben, hij is nog steeds azc-bewoner. En dat is bijzonder.
‘We zijn trots op je, Ali’
‘Een unicum én een mijlpaal’, postte het COA (Centraal Orgaan opvang asielzoekers) van Hoogeveen op Instagram na de feestelijke naturalisatieceremonie van Ali. ‘Hij zet zich elke dag in voor anderen en werkt hard aan zijn toekomst. We zijn trots op je, Ali!’.
Ali is met zijn kale kruin en zorgvuldig getrimde baard een bekend gezicht in het azc. Niet alleen omdat hij er al zo lang woont, ook omdat hij graag helpt. Mouhsen komt uit Irak, spreekt Arabisch en Nederlands en fungeert regelmatig als tolk voor andere azc-bewoners.
„Ik ga mee naar de dokter, naar de tandarts, naar de gemeente, naar school, naar advocaten. Of ze bellen mij als er weer ergens gedoe is met een conducteur bijvoorbeeld, als er misverstanden zijn kan ik ze oplossen.”
Hij gaf zelfs taallessen aan mede-bewoners, met liedjes van André Hazes als studiemateriaal. „Kleine jongen, De vlieger, ik vind alles mooi. Zo heb ik zelf de taal geleerd, ik werkte in een Amsterdams café en vroeg: wat zingt hij?”
In 2001 gevlucht uit Irak
Voor het COA in Hoogeveen is Ali dus een modelbewoner. Maar hoe kan het dat hij wel de Nederlandse nationaliteit kon krijgen, waarvoor je minimaal vijf jaar een verblijfsvergunning moet hebben, maar toch nog altijd in het azc woont?
„Een lang verhaal”, zucht hij. „Dat begint in 2001.”
In dat jaar ontvluchtte hij als 25-jarige het Irak van Saddam Hussein, vertelt Ali. Zijn vader en broer waren gevangengenomen en ter dood veroordeeld door het regime. Hij belandde in Nederland en kreeg na vier jaar een verblijfsvergunning van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Hij bouwde een bestaan op, werkte in de horeca, woonde in Almere. Tot 2019.
„Toen werd mijn verblijfsvergunning ingetrokken. Er is iets misgegaan bij de administratie van de gemeente waardoor de IND dacht dat ik in het buitenland zat. Dat klopte niet, het heeft me vijf jaar gekost om te bewijzen dat ik al die tijd in Nederland was. Met bonnetjes, bankafschriften, telefoongegevens, alles. Pas vorig jaar kreeg ik mijn verblijfsvergunning terug.”
Omdat Ali eigenlijk al veel langer een verblijfsstatus had, kon hij na het voltooien van de inburgeringscursus een aanvraag doen om te worden genaturaliseerd tot Nederlander. Maar net als zoveel statushouders wacht hij nog wel op de toewijzing van een woning. En zo werd hij een Nederlander in het azc.
‘Als iedereen om mij heen lacht, lach ik ook’
Het is moeilijk, zegt hij, om zo lang te wonen tussen mensen die altijd stress hebben, die soms een traumatisch verleden met zich meedragen, die familie hebben achtergelaten. „Als iedereen om mij heen lacht, lach ik ook. Als iedereen depressief, verdrietig of boos is, lukt het niet altijd om vrolijk te blijven.”
Toch heeft zijn optimisme standgehouden onder al die jaren in het kamertje, en de stress van procedures, administratie en rechtszaken. „Ik ben het COA dankbaar, ik ben Nederland dankbaar. Ik wil graag iets terugdoen.” In plaats van dat hij spuugzat is van alles wat met azc’s te maken heeft, wil hij juist dolgraag bij het COA werken. „Daarom heb ik me ingeschreven voor een studie social work in Groningen.”
Verknocht aan Hoogeveen en Hazes
Behalve een nieuw carrièreperspectief, heeft hij nog iets overgehouden aan al die jaren in het azc: een liefde voor Hoogeveen. „Ik wil niet meer terug naar de Randstad, te druk, te onveilig. Hier is het mooi rustig. En hier heb ik mijn vrienden.” Als statushouder wacht hij nu een jaar op een woning in Hoogeveen, en al dat kan nog wel even duren, het vooruitzicht maakt hem blij.
Voorlopig staat zijn airfryer nog op de grond, naast een stapel schoenendozen en een fietspomp. Hij klaagt niet, een eenpersoonskamer in een azc is een luxe. „Het voelt wel als thuis.” En als het nodig is, vindt hij troost in Hazes. „Dat is niet het Nederland van al die juridische procedures, dat is het Nederland van het echte leven.”