De gesneuvelde rode beuk bij Overcingel in Assen. Foto: Paulien Zomer
Op landgoed Overcingel in Assen is dit weekend een iconische, oude rode beuk omgevallen. Het valt deskundigen op: veel monumentale bomen hebben het erg zwaar. Niet alleen de ouderdom, maar ook door weersextremen.
Elke Assenaar kent dit parkje wel: een wandeling op landgoed Overcingel is een populaire bezigheid. Maar in deze tuin moesten liefhebbers de afgelopen maand afscheid nemen van drie bomen. In de nacht van 18 op 19 oktober waaide er een eik om die was aangetast door schimmels. Doordat het tegenwicht van deze boom wegviel, begaf een tweede eik het een week later ook.
Het grootste leed volgde kort daarop: doordat de twee eiken niet langer een harde noorderwind blokkeerden, brak een historische rode beuk af. De oorzaak van de stambreuk was een parasitaire aantasting door korsthoutskoolzwam.
De drie omgevallen bomen zijn voor Het Drentse Landschap aanleiding om te wijzen op de toenemende weersextremen als gevolg van klimaatverandering. In een Facebookbericht schrijft de organisatie: ‘Droge zomers, afgewisseld met zeer natte perioden hebben grote invloed op de weerstand van oude bomen. Daardoor hebben schimmels en insecten meer kans en worden de bomen kwetsbaar bij harde wind, zoals op Overcingel is gebleken.’
„De weersextremen doen de bomen geen goed”, zegt Frank van der Velden. Hij doet de monumentenzorg bij Het Drentse Landschap. „We zien op dit moment bij veel landgoederen in Nederland problemen met bomen. Dat heeft niet alleen te maken met ouderdom, maar ook zeker met weersomstandigheden. Droogte en nattigheid dus.”
De gesneuvelde rode beuk bij Overcingel in Assen. Foto: Paulien Zomer
Maar veel mensen reageren op sociale media sceptisch op het bericht van Het Drents Landschap. Hoezo klimaatverandering? Is dat niet wat te snel geconcludeerd?
Niet als je het bomendeskundige André Efftink vraagt. Hij merkt zonder twijfel dat veel oude bomen het moeilijker krijgen door weersomstandigheden. Al ruim 35 jaar is Efftink dagelijks in de weer met de gezondheid van de monumentale bomen in Drenthe. Hij kende ook deze boom in Assen. „Dit was niet te voorzien geweest. Hij had wel een schimmel, maar deze bleek vele malen erger dan van buitenaf te zien was.”
Honingzwam en eikenprocessierups
Als voorbeeld van de invloed van klimaatverandering op bomen in Noord-Nederland noemt Efftink de honingzwam. „Tot vijf jaar geleden kwam je de honingzwam eigenlijk nooit in agressieve vorm in het noorden tegen, alleen in het zuiden van Nederland. De aftakeling was dan meestal langzaam. Afgelopen jaar heb ik meerdere gevallen gezien van een agressieve honingzwam waardoor de boom binnen een jaar gevaarlijk werd en geveld moest worden.”
De eikenprocessierups is nog zo’n voorbeeld van een ‘klimaatopschuiver’ die het bomen moeilijk maakt. „Deze rups is hier sinds 2008 en vreet veel blad op. De boom moet dan in juni nieuw blad maken uit reserves. Gooi daar een hete zomer overheen en dan krijgt de boom het heel zwaar.”
‘Gevoelig huidje’
Volgens Efftink zijn er vaker stormen en hebben sommige bomen – zoals beuken – het daar moeilijk mee. Takken breken af waardoor zon niet meer geblokkeerd wordt door bladeren maar rechtstreeks op de bast en stam schijnt. Dan verbrandt de stam, waardoor de sapstromen uitvallen en de boom vatbaarder wordt voor schimmels. „Beuken hebben een gevoelig huidje.”
De gesneuvelde rode beuk bij Overcingel in Assen. Foto: Paulien Zomer
„We zien in heel Nederland dat beuken het zwaarder hebben door de toegenomen zonne-intensiteit. Bij zonnige dagen in jaren ‘70 kon je met factor 10 buiten zitten, nu is dat factor 30 of 50. Maar op een beuk smeer je geen zonnebrand.” Bij beukenlanen is daardoor sprake van een domino-effect: een beuk sterft, slaat een gat in de rij, waardoor naastgelegen bomen last krijgen van de zon en sterven, enzovoorts.
De impact van droogte kan Efftink het beste uitleggen aan de hand van de letterzetter, die gaatjes boort in de fijnspar. „Als de boom voldoende vocht heeft in zomer, stopt hij gaatjes vol met hars en gaan de beestjes dood. Maar dat lukt nu niet en dus gaan er hele bossen in Nederland en Duitsland dood. Dat heeft ook serieuze financiële consequenties voor de houtwinning.”
Alles goed en aardig, maar Efftink werkt toch ook gewoon met steeds ouder wordende bomen? Logisch dat die het al maar moeilijker krijgen. „Dat klopt. Ik werk met het bejaardentehuis aan bomen. Die hebben door de eeuwen heen heel wat meegemaakt. Maar ik zie duidelijk dat extreme droogte en hitte de vitaliteit van de boom geen goed doen. De bomen zijn minder weerbaar.”
Wat is dan de oplossing? „Als het zo doorgaat, gaan we de klimaatverandering merken in de boomsoorten. Je zult in Zuid-Frankrijk niet veel zomereiken zien staan, dus misschien hier straks ook niet meer.”
Komt er bij landgoed Overcingel ook geen beuk terug op deze plek? „Een monumentale boom wordt volgens ons beleid altijd herplant met dezelfde soort”, zegt van der Velden van Het Drentse Landschap. „Maar de vraag is inderdaad: is dat haalbaar met het oog op de droogtes? Misschien planten we in de toekomst wel bomen en heesters die meer ingericht zijn op een tropisch klimaat. Liever wil je de historie van tuinen behouden, maar als klimaatverandering doorzet, hebben we weinig keus.”