De Drentse lelietelers verenigd op de foto, samen met gedeputeerde Jisse Otter (vijfde van rechts) en directeur Janny Peltjes van HLB Wijster (achter de intentieverklaring). Foto: Rens Hooyenga
Twintig Drentse bollentelers slaan de handen ineen om de lelieteelt in de provincie Drenthe flink te verduurzamen. Over vijf jaar moet de lelieteelt net zoveel impact hebben op het milieu als reguliere akkerbouw.
Ze zijn vrijdagmiddag bijna allemaal naar Bovensmilde gekomen. Van de twintig lelietelers in Drenthe ontbreken er maar een paar in de blokhut annex bar op het erf van de agrarische familie Timmermans, ook bollenteler.
De grote opkomst is op zichzelf al opmerkelijk, want de oogst van de bollen is in volle gang. Sommige telers worden bijna letterlijk van de tractor getrokken om de bijzondere bijeenkomst in Bovensmilde bij te wonen.
Vrolijke gezichten
Het is minstens zo bijzonder om zoveel bollentelers bij elkaar in een ruimte te zien. Met vrolijke gezichten ook nog. Dat was wel eens anders. De lelietelers kwamen de laatste jaren namelijk vooral negatief in het nieuws door kritische gifrapporten, klagende omwonenden, protesterende milieugroepen en slepende rechtszaken.
Voor geen enkel gewas worden namelijk zoveel gewasbeschermingsmiddelen gebruikt als voor de lelie. Deze middelen worden steeds vaker in verband gebracht met ziektes, zoals Parkinson en alzheimer. Dat leidt tot onrust op het platteland. Zeker als steeds meer Drentse percelen worden gevuld met leliebollen.
En dus is het tijd voor een charmeoffensief. Maar niet een voor de bühne, maar met meetbare resultaten, stellen de telers. Binnen vijf jaar moet de lelieteelt net zoveel impact hebben op het milieu als andere gangbare akkergewassen. De telers werken hierbij nauw samen met onderzoeksinstituut Hilbrands Laboratorium (HLB) uit Wijster.
‘Bijzonder trots op initiatief’
Leliebollenteler Gert Veninga uit Hijken zet net als zijn collega’s graag zijn handtekening onder de intentieverklaring. Hij is ‘bijzonder trots’ op het initiatief ‘Drentse lelie’ dat vandaag van start is gegaan. „Maar vergis je niet”, zegt hij, „we zijn echt al jaren bezig om deze sector te verduurzamen. Inmiddels gebruiken we al lang niet meer die hoeveelheid bestrijdingsmiddelen als in het begin. Maximaal nog maar de helft daarvan, in sommige gevallen slechts 15 procent. Het is beduidend lager in ieder geval.”
Teler Gert Veninga: ,,We zijn echt al jaren bezig om deze sector te verduurzamen." Foto: Rens Hooyenga
Helemaal terug naar nul met het gebruik van bestrijdingsmiddelen is nog een utopie. „Daarom spreken we ook van impact op het milieu”, zegt Veninga.
„Stel: ik gebruik geen bestrijdingsmiddelen meer voor onkruid. Dan moet ik onkruid gaan wieden. Daar moet personeel voor worden ingehuurd. Die zijn veelal afkomstig uit Polen. Ze moeten met de auto heen en weer. Dat heeft ook effect op het milieu.”
‘Landelijk koploper’
De provincie Drenthe ziet het belang van de duurzame teelt van leliebollen en steekt geld in het initiatief. 750.000 euro om precies te zijn. Gedeputeerde Jisse Otter van Landbouw is blij dat de sector eindelijk eens positief in het nieuws komt.
„De tijdgeest is enorm veranderd. Er gaan steeds meer stemmen op om de lelieteelt maar helemaal te verbieden. Ik ben ervan overtuigd dat het ook anders kan. Drenthe staat vaak onderaan in allerlei lijstjes, maar straks zullen we landelijk koploper zijn als het gaat om verduurzaming van de bollenteelt.”