Tom Verloop bij de aanleg van de zonnepanelen van de Energietuin Assen-Zuid. Foto: Marcel Jurian de Jong
Neem een goed idee. Kneed een aantal welwillende mensen. Strooi een scheutje klimaatbewustzijn. Snij dan het idee net zo lang in stukjes tot het behapbaar is. En kijk: je hebt je eigen energiecoöperatie.
Lokale energiecoöperaties zijn er op veel plekken. Maar het draagvlak voor nieuwe windmolens of zonneweides is bij veel mensen uit het Noorden verdwenen, merkt Peter Gerrits, voorzitter van de Groninger Energiekoepel. In het coalitieakkoord van de provincie Groningen staat dat er geen ruimte is voor nieuwe plannen voor grootschalige wind- en zonneparken op land. De eerste Regionale Energie Strategie (RES1.0) is inmiddels bijna volledig gerealiseerd of realisering staat gepland. Maar volgens Gerrits zijn daar hoofdzakelijk grote investeerders van buitenaf beter van geworden.
Een beginnersfout die ook de energievoorzitter zelf in het verleden maakte. Jaren geleden had hij er ook minder moeite mee om met de commerciële jongens in zee te gaan. Nu wel. Want ja, we moeten zo snel mogelijk duurzame energie. Maar nee, niet ten koste van de bewoners.
Het project ‘local4local’ is een sleutelbegrip voor veel regionale energieclubs. Onder leiding van EnergieSamen – de koepel van energiecoöperaties – onderzoekt een consortium tussen 2023 en eind 2025 hoe energiegemeenschappen het beste lokaal opgewekte stroom onder eigen leden kunnen verdelen. Met je buren betalen en verdienen aan een zonnepark, met het gevoel: wij hebben een lelijke zonneweide naast ons dorp, maar het is wel mooi ónze stroom.
En dat werkt, merkt Willem Schaap, medeoprichter van Zonnedorpen. Die energiecoöperatie werd in 2015 opgericht voor en door de bewoners van de dorpen Garsthuizen, Godlinze, Leermens, ‘t Zandt, Zeerijp en Zijldijk. Iedereen moest kunnen meedoen en iedereen moest zich erin kunnen vinden. Door een gunstige belastingmaatregel rekent dit zonnepark al jaren een prijs van 17,3 cent per kilowattuur naar de omwonenden. Dat is inmiddels minder dan de helft van de marktprijs van zo’n 40 cent. Vooral sinds de hoge energieprijzen vorig jaar heeft dit een grote aantrekkingskracht (zie kader).
Stappenplan: duurzaam actief worden in je eigen buurt of dorp
Je hebt een goed idee. Maar hoe doe je dat nou, een duurzaam initiatief starten? Wouter Pronk van Grunneger Power neemt je mee in een stappenplan.
Bij alle stappen kun je (vaak gratis) hulp krijgen bij koepelorganisaties. Denk aan het verkrijgen van informatie, contactpersonen, trainingen, hulp bij communicatie, startsubsidie of het organiseren van een bewonersavond. Dat kan door je je lokale initiatief of energiecoöperatie aan te melden. In de gemeente Groningen kan dat bijvoorbeeld bij Grunneger Power, bij een andere Groningse gemeente de Groninger Energiekoepel. In Drenthe opereert het steunpunt voor lokale energie-initiatieven onder de noemer de Drentse KEI.
1. Sluit je aan of begin zelf
„Als collectief bereik je meer dan in je uppie”, vertelt Pronk. „Kijk of er een duurzaam initiatief in je omgeving actief is en meld je daar.” Als dat er niet is, kun je met medebewoners iets nieuws starten.
2. Je omgeving kennen
Als je met meerdere personen een heus initiatief bent, moet je praten als Brugman. „Nu gaat het erom nog meer bewoners te betrekken. Zij moeten weten wie jullie zijn en waar jullie voor staan. Daarvoor moet je ook weten wat er leeft in de buurt en welke ideeën over groen, duurzaamheid en energie er bestaan bij je buren.”
3. Draagvlak en samenwerking
Je kunt plannen maken over een duurzame leefomgeving. Daarbij ga je kennismaken met lokale organisaties zoals de school, het buurthuis, de winkeliersvereniging en de gemeente. „Vergeet niet om ook aansluiting te zoeken met andere duurzame initiatieven die je ontmoet op regiotafel-bijeenkomsten. Dat is leerzaam.”
4. Projecten doen
Je kunt los. Start met kleinere projecten – een zonnepark is niet je eerste stap – die de buurt of het dorp aanspreken. „Je kunt denken aan meer groen in de buurt, zoals de aanplant van ecologische bloembollen in de berm, een insectenhotel, of een spreekuur voor mensen die de energienota niet helemaal begrijpen. Zo bouw je door aan draagvlak in de buurt en doe je mooie en goede dingen.”
5. Door naar het grotere werk?
„Soms willen initiatieven meer en is er een droom van een groot energieproject. Het hele dak van het buurthuis vol zonnepanelen, een ecologische fruitboomgaard voor de hele wijk, een windmolen die het hele dorp van stroom voorziet. Heel veel is mogelijk met voldoende, enthousiaste en vastbesloten leden en de juiste hulp.”
Lokale winning én verbruik van stroom is niet alleen handig voor het draagvlak. Het voorkomt ook netcongestie. Het stroomnet zit vol op zomerse middagen, vanwege de opbrengsten van zonnepanelen. Gerrits: „Allerlei projecten worden on hold gezet omdat het niet op het net kan. Maar als je ook lokaal het verbruik organiseert, dan blijft het als een badkuip in dezelfde omgeving.”
Gerrits wijst erop dat er steeds meer stroom nodig zal zijn, vanwege alle warmtepompen, inductiekookplaten en elektrische auto’s. Daar zijn onderstations voor nodig. „Met het plaatsen van die stations heeft netbeheerder Enexis vaak moeite. Maar als het om de eigen energie van mensen gaat, krijg je veel meer draagvlak.”
Verzuurde houding
Een aardgasvrije toekomst en meer leefbaarheid in het dorp. Allemaal dankzij lokale opwekking. Zit er aan deze lofzang ook nog een keerzijde? Waarom doen we het eigenlijk niet massaal?
In de eerste plaats omdat veel bewoners er toch niet (meer) aan willen. Verhoudingen zijn op sommige plekken verzuurd als het gaat om duurzame opwekking. Neem het dorp Gasselternijveen, waar in de zomer van 2021 gesproken werd over een gezamenlijk zonnepark. Ook daar moest het dorp mee profiteren van de opbrengsten. Maar al in aanloop naar de informatieavond was er een negatieve houding in het dorp. Bewoners waren bang dat er – net als met de windmolens in het gebied – over hun ruggen zou worden beslist. Na de informatieavond besloot Dorpsbelangen om het plan af te blazen. Te weinig draagvlak.
Maar ook als je er wel genoeg handen voor op elkaar krijgt, blijft het een waanzinnig ingewikkeld proces. Daar weet Tjalling de Wit van Energiecoöperatie Duurzaam Ruinen alles van. Tussen 2016 en 2022 kreeg de club teleurstelling op teleurstelling te verduren in hun poging ergens een zonnedak te realiseren, waarop meerdere huishoudens aangesloten zouden worden.
De coöperatie schreef schuur-, sporthal- en loodseigenaren aan. Tot drie keer toe stonden de initiatiefnemers op het punt om het bijltje erbij neer te gooien. ,,Dan was er eerst die juichkreet: het is gelukt. Maar dan bleek de dakconstructie te zwak of bleek er asbest in de dakbedekking te zitten en waren de kosten van verwijdering te hoog. Sommige partijen vroegen een te hoge huur en anderen zeiden na het doorlopen van alle onderzoeken: ‘we gaan het zelf doen’. Noem maar op. Het was echt een moeizame weg.”
Bij het dertiende dak was het eindelijk raak. Er kwamen 180 panelen op een loods te liggen: 40 voor de eigenaar en 140 voor leden. Genoeg voor 22 tot 26 huishoudens; een klein project, dus nauwelijks last van de netcongestie. De ligging van het dak op het noordoosten bleek geen nadeel. Ochtendlicht zorgt voor vroege stroom vóór de grote opwekpiek, zegt De Wit. ,,Momenteel is dat heel interessant. De investering rendeert: zes procent rente voor de leden. Dat haal je op je spaarrekening niet.”
Grootse plannen
Nu wil Energiecoöperatie Duurzaam Ruinen samen met negen andere kleine coöperaties kijken of ze een eigen windpark kunnen oprichten. Máár dan wel honderd procent lokaal eigendom. De Wit: „Met al die grote zonneparken en windmolens zijn we té stom geweest. De lusten voor snelle jongens van de Zuidas, de lasten voor omwonenden. Voor de energietransitie maakt dat niet uit, maar wel voor het draagvlak. Dat weten ze in de Veenkoloniën ook als geen ander. Wil je gedoe krijgen met je buren, dan moet je met een projectontwikkelaar gaan praten.’”
Maar er is nog een manco van lokale energiecoöperaties, vertelt energiekoepelvoorzitter Gerrits. „Je werkt vaak met een looptijd van vijftien jaar. De continuïteit is dan wel spannend, veel initiatieven worden gedragen door grijze mannen. En ook het afdekken van risico’s kan best complex zijn: wat doe je als koperen leidingen worden gejat?”
Provincie: geen grootschalig wind- en zonne-energie op land
Toch is lokale opwekking van levensbelang om de overheidsdoelen voor verduurzaming en uitstoot te halen, vindt Gerrits. Dat is dan ook de boodschap van het manifest dat de Groninger Energie Koepel vrijdag 1 december in Garnwerd ondertekende samen met een aantal energiecoöperaties, leveranciers en milieuclubs.
21 (energie)partijen en één gemeente in Groningen bijeen in de kerk van Garnwerd om een 'propositie' te tekenen voor het mogelijk blijven maken van lokaal opgewekte groene stroom. Voorin v.l.n.r. Steven Volkers (directeur energiecoöperatie Grunneger Power), Peter Gerrits (voorzitter van de Groninger Energiekoepel) en Jennie Tissingh (directeur bij koepelorganisatie Windunie). Foto: Jan Willem van Vliet
Dat het provinciebestuur van Groningen niet meer ‘grootschalig’ wind- en zonne-energie op land wil winnen, baart de energieclubs zorgen. Op 20 december stemmen de Provinciale Staten over dit voornemen. Met lokale opwekking en afname, heb je de grootste bezwaren tegen zonneweides en windparken ondervangen, vindt Gerrits, die zelf ook in de Staten zat voor D66. „Dat men grote projecten van commerciële ontwikkelaars niet wil, dat snap ik wel. Daar wordt niemand die hier woont beter van. Maar wij vragen om een uitzondering voor dorpen.”
Kritisch op gemeentelijke plannen
Volgens energiecoöperatie Grunneger Power trekken overheden meer zaken naar zichzelf toe. Woordvoerder Karin Hoogterp is daar geen groot voorstander van, bijvoorbeeld wat betreft de plannen van de gemeente Groningen voor een eigen energiebedrijf. De opgewekte stroom van zonnepark Meerstad-Noord en een windpark op Roodehaan aan de oostkant van de stad, verdwijnen met een gemeentelijk energiebedrijf niet in ‘vreemde zakken’. De gemeente wil het geld investeren in de aanleg van een warmtenet.
Op zich is daar niks mis mee, vindt Hoogterp. „Wij willen er graag bij betrokken worden. Wij hebben ervaring met het creëren van draagvlak. Maar je kunt je afvragen of de rechtstreekse omwonenden wel beter worden van deze plannen. En wat als de gemeente Groningen opeens toch aandelen gaat verkopen aan externe investeerders? Daarom vinden wij dat je ook deze projecten eigendom moet laten zijn van lokale bewoners.”
Drie energiecoöperaties in Groningen en Drenthe: hoe zijn ze ontstaan?
Willem Schaap is vicevoorzitter van het energiecollectief Zonnedorpen. Hij heeft meegewerkt aan de totstandkoming van dit zonnepark in 't Zandt. Foto: Annet Eveleens
Zonnedorpen – Willem Schaap (67)
De energiecoöperatie Zonnedorpen is op 10 september 2015 opgericht voor en door de bewoners van de dorpen Garsthuizen, Godlinze, Leermens, ‘t Zandt, Zeerijp en Zijldijk.
Willem Schaap was er toen al bij. ,,Het is bij ons ontstaan doordat wij midden in het aardbevingsgebied zitten. Daar hoor je veel negatieve verhalen. We wilden positiefs bijdragen aan het geluid uit de regio. Toen dachten we: laten we onze eigen energie gaan maken.”
Een zonnedak werd afgeraden door de NAM, dus gingen de bewoners voor een zonneweide. Op een voormalige paardenweide van 0,3 hectare kwamen 1528 zonneschermen in 2017.
Omwonenden mochten er geen last van hebben, en dus kwamen de schermen maar een meter boven de grond. Dankzij een haagje erom heen is het zonneveld geheel aan het zicht onttrokken. ,,Dat was revolutionair, maar ze zijn niet verzekerbaar. Verzekeraar wil er een hek van twee meter omheen. Dat willen we niet voor de bewoners.”
Iedereen moest mee kunnen doen. ,,De verduurzaming van de omgeving moet niet het spelletjes worden van de beter verdienende helft van Nederland”, aldus Schaap. ,,Ook de bijstandsmoeder moet hier voordeel uit halen.” Men kan de stroom hier heel goedkoop afnemen, vooral dankzij een voordelige belastingregel die rond 2017 nog van kracht was. Met 17,3 cent zit het ruim onder de marktprijs van 40 cent per kilowattuur. ,,Toen de oorlog in Oekraïne uitbrak en energie zo duur werd, werd dit héél interessant. Het veld is inmiddels uitverkocht. We hebben 200 leden bij onze coöperatie en 140 afnemers van stroom.”
Nu concentreert de coöperatie zich op andere zaken. Zo geven vrijwilligers verduurzamingsadviezen, koopt men grootschalig warmtepompen in en wordt er vanaf volgend jaar ingezet op batterijopslag.
Tom Verloop, initiatiefnemer van Energietuin Assen-Zuid. Foto: Marcel Jurian de Jong
Energiepark Assen-Zuid – Tom Verloop (66)
Op een stuk grond tussen de spoorlijn Zwolle-Assen en de weg Assen-Hooghalen klinkt het gebonk van een kleine heimachine. Hier verrijst binnenkort een zonnepark met 37.000 zonnepanelen. De Energietuin Assen-Zuid beslaat in totaal 50 hectare, maar slechts 19 hectare wordt met panelen bezet.
Er komt van alles meer: een pluktuin en voedselbos met ruimte voor bijen en vogels. Dassengangen en vleermuizenplekken, picknicktafels, een schapenweide en wandelpaden. Lokale ondernemers doen de tuinaanleg. Nu nog is het 50 procent eigendom van Windunie en 50 procent van Bronnen VanOns, het idee is dat de Energiecoöperatie Duurzaam Assen uiteindelijk die aandelen weer overneemt en onder de lokale bevolking verdeelt. Bewoners kunnen zich aanmelden en in de coöperatie investeren.
Tom Verloop weet nog wel hoe het allemaal ooit begon. Tijdens een bijeenkomst ‘Drenthe in transitie’ in 2015, kwam Verloop Erik Postema tegen. Allebei wonen ze in Assen en wilden ze graag meedenken over de energietransitie, maar liever nog wat dóén. Samen begonnen ze in 2016 een coöperatie vanuit de gedachte: niet lullen maar poetsen. ,,Wij wilden vanaf toen de handen en voeten zijn van het gemeentelijk beleid. Het doel was om zoveel mogelijk te gaan opwekken en verbruiken binnen de gemeentegrenzen van Assen.”
Hun Energiecoöperatie Duurzaam Assen realiseerde in recente jaren al enkele zonnedaken bij warenhuis Vanderveen en op een bedrijfspand van de NAM.
Het is niet een bewonersorganisatie van onderaf, maar wel een energiecoöperatie die gericht is op energie voor en door inwoners uit de wijk. „Wij vinden het lokale heel belangrijk. Zo’n zonnepark zetten we in de eerste plaats niet neer voor de energietransitie, want dat doen de grote bedrijven ook wel. Maar hun winst en de subsidies verdwijnen uit beeld en bij ons komt dat ten goede aan de lokale economie en de maatschappelijke acceptatie voor de energieomslag.”
Verloop voert nog meer gesprekken met de gemeente Assen. „Er is nog veel meer stroom nodig om alle wijken van het aardgas af te krijgen.”
De feestelijke ondertekening in 2021 om een Wijk Energie Plan te maken. Wim Hartman is de vierde persoon van links. Foto: Duncan Wijting
Oosterpoort Duurzaam – Wim Hartman (73)
Rond 2015 zaten een aantal bewoners in de wijk Oosterpoort bij elkaar. Initiator Marco Agema, toen nog eigenaar van snackbar Friet van Piet, wilde na de geboorte van zijn dochter Jade in 2006 een betere toekomst voor komende generaties. Aanvankelijk wilden de kwartiermakers de hele wijk in 2023 CO2-neutraal krijgen. Later kwam de realisatie: dat kan niet iedereen betalen. Dus werd het beleid: ‘CO2-neutraal zo snel als kan en zo langzaam als nodig’.
Talloze ‘groene’ ideeën werden intussen geboren en ingevoerd in de wijk: deelauto’s, varkentjes op een braakliggend stukje grond om groenafval uit huishoudens op te eten, een vrijwillig klusteam, vergroening van versteende plekken zoals de winkelmuur van supermarkt Plus, een wormenhuis, inloopspreekuren over verduurzaming en de oprichting van energiecoöperatie LECO.
Toen Oosterpoort Duurzaam in 2020 een buurtvergadering hield, kwamen er 90 personen langs. „Toen zijn we echt groot geworden”, memoriseert Wim Hartman, die er ook vanaf het begin bij betrokken was.
Twee straten legden in 2015 en 2017 al gezamenlijk panelen op de eigen daken. Dat is klein bier; nu zou Hartman graag ook het conservatorium, loodsen en schoolgebouwen volleggen met panelen. Daarnaast liggen er vanuit de LECO nog twee grote energieplannen op tafel: energie door aquathermie uit het Winschoterdiep en een verduurzamingsplan voor tien veelvoorkomende woningtypen uit het Oosterpoort.
Bij dat aquathermieproject zullen tien woningen langs het Winschoterdiep aangesloten worden op een warmtepomp in het kanaal. Hartman: „Als dat goed loopt kan zo’n soort warmtepomp meteen voor een aantal straten daar in de buurt aangelegd worden.” Dat werkt veel efficiënter dan de ‘doorsnee’ luchtwarmtepomp.
Ook het tweede plan is al ver: energiedeskundige Richard Hesling brengt de verduurzamingsopties voor tien modelwoningen uit de Oosterpoorter wijk in kaart. Zo kun je makkelijk inzichtelijk krijgen in de mogelijkheden en kosten. „Het voordeel van dit project is dat er vanaf het begin al onafhankelijke adviezen van experts bij betrokken zijn over woningverduurzaming”, zegt Hartman. „En buren kunnen elkaar over de drempel trekken.”
Binnenkort komt de wijk weer samen om te praten over wensen richting de gemeente. Beeld: Oosterpoort Duurzaam