Dit soort Tesla-wijken, met huizen die onbetaalbaar zijn voor het gros van de lokale bevolking, ziet de Natuur- en Milieufederatie Drenthe liever niet teveel verrijzen in de provincie. Foto: Marcel Jurian de Jong
Hoeveel huizen kan en wil Drenthe er de komende jaren bij hebben? Over dit vraagstuk houdt de Natuur- en Milieufederatie Drenthe donderdag een debat.
Tesla-wijken. Is dat na Vinexwijken en witte schimmel een nieuwe bijnaam voor uitbreidingswijken? Reinder Hoekstra, directeur van Natuur- en Milieufederatie Drenthe, ziet het in elk geval al voor zich dat Drentse dorpen er veel van dit soort wijken bij krijgen.
Wat hij hiermee bedoelt? Dat Drentse dorpen in bijvoorbeeld de gemeenten De Wolden en Westerveld, te veel huizen gaan bouwen voor forensen uit Zwolle met een wat ruimere portemonnee. Voor mensen die het zich kunnen veroorloven een elektrische auto op de eigen oprit te parkeren. Maar dergelijke huizen zijn onbetaalbaar voor starters uit het eigen gebied.
Debat in De Nieuwe Kolk
Het debat onder de titel Ruimte Zat in Noord-Nederland tussen gedeputeerde Hans Kuipers, rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving Wouter Veldhuis en directeur Reimar von Meding is donderdag 21 april in DNK, Weiersstraat 1 in Assen. Aanvang 19.30 uur, inloop vanaf 19.00 uur. Je kunt je hier aanmelden.
Reinder Hoekstra wil vooral bouwen in Drenthe voor de eigen bevolking en in bestaande dorpen en steden. Foto: Annet Eveleens / NMF Drenthe
Grootschalige woningbouwplannen
Natuur- en milieuman Hoekstra maakt zich zorgen over de grootschalige woningbouwplannen die de vier noordelijke provincies -inclusief Flevoland- eind 2020 hebben ontvouwd. Het Noorden zou daarin 220.000 woningen bouwen bovenop de 100.000 die reeds gepland waren. Voor Drenthe zou dat 45.000 extra huizen betekenen, bovenop de plannen voor 10.000 huizen.
Hoekstra vindt vooral dat het sinds de presentatie van die plannen te stil is gebleven. „Terwijl het heel belangrijk is om te bespreken of er wel zoveel huizen moeten komen, waar en voor wie we dan bouwen.”
Vandaar dat er donderdagavond een debat plaatsvindt in cultuurcentrum DNK in Assen. Gedeputeerde Hans Kuipers (GroenLinks) van woningbouw kruist er de verbale degens met directeur Reimar von Meding van KAW architecten en Wouter Veldhuis, rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving.
Hoekstra pleit voor veel regie van de overheid: meer bouwen binnen dorpen en steden in plaats van aan de rand ervan, voor de eigen bevolking en voor mensen met een kleine portemonnee. Maar andere geluiden zijn er ook.
Sturen op kwaliteit, minder op cijfers
Nederland heeft op alle fronten meer woningbouw nodig, voor allerlei groepen en zowel binnen als buiten de bestaande kernen, vindt bijvoorbeeld Taco van Hoek van het Economisch Instituut voor de Bouw. Hij was eerder deze maand spreker voor Drentse politici op het provinciehuis in Assen. De overheid moet vooral sturen op ruimtelijke kwaliteit, niet zozeer op cijfers. Want dat is in het verleden misgegaan.
Tijdens de economische crisis tien jaar geleden werd van verschillende kanten betoogd dat er geen nieuwe huizen meer nodig waren. „Als aannemers meldden dat er gegadigden voor een bouwproject in de rij stonden, bleven ambtenaren op basis van rapporten verklaren dat er geen vraag was. Dit verklaart gedeeltelijk de huidige woningnood”, blikte Van Hoek terug.
Niet dat de overheid maar alle teugels moet laten vieren. Van Hoek: „Zij moet stevige eisen stellen aan projectontwikkelaars bij de nieuwbouw buiten de stad, zodat deze goed wordt ingepast in het landschap, wat vaak neerkomt op bouwen in lage dichtheden en een landelijke stijl van bouwen.”
Daarom hoeft woningbouw de ontwikkeling van de natuur niet in de weg te staan, stelt Van Hoek. „Diverse projecten laten zien dat buurten en wijken kunnen worden ontwikkeld met ook volop ruimte voor groen. De opbrengsten van woningbouw voor projectontwikkelaars zijn bij woningbouw in weilanden dermate groot dat dit rendabel is te realiseren.”
Ambitieuze plannen Assen
Is er wel genoeg ruimte voor al die woningen? Ook daarover maakt Van Hoek zich geen al te grote zorgen. Met 1 tot 2 procent van het landbouwareaal komen we een heel eind, stelt hij. En vanwege de stikstofproblematiek moeten toch al veel boeren stoppen.
Hoekstra ziet huizen het liefst verrijzen binnen de bestaande steden en dorpen. Assen heeft ambitieuze plannen om het Havenkwartier te ontwikkelen. Afhankelijk van de bouwdichtheid is hier sprake van ruimte voor wel 2000 huizen. Architectenbureau KAW, waarvan directeur Reimar von Meding spreekt op het congres van NMF Drenthe, is betrokken bij de plannen voor dit gebied.
Assen: De provincie Drenthe wil veel geld steken in de drie grote steden, onder meer in dit Havenkwartier in Assen. Foto: Marcel Jurian de Jong
Juridische procedures
Een veelgehoord bezwaar tegen binnenstedelijk bouwen is dat het vaak lang duurt voor dat dergelijke projecten van de grond komen. Er is altijd wel iemand die er bezwaar tegen heeft en juridische procedures start. Maar volgens Hoekstra liggen hier met de juiste aanpak nog veel mogelijkheden.
De ambitieuze woningbouwplannen van de noordelijke provincies hangen samen met die voor nieuw spoor. Meer woningbouw in Noord-Nederland kan volgens de noordelijke bestuurders de overvolle Randstad ontlasten, maar dan moeten die huizen wel goed bereikbaar zijn. De Lelylijn die Groningen via Flevoland met de Randstad is daartoe belangrijk, maar ook verbetering van het bestaande spoor en de aanleg van de Nedersaksenlijn tussen Enschede, Emmen, Stadskanaal en Groningen.
Hoekstra wijst op recent onderzoek waaruit blijkt dat het effect van nieuw en beter spoor beperkt is. Het is maar de vraag of er zo veel mensen vanuit de Randstad naar Noord-Nederland willen verhuizen. „Die nieuwe huizen zouden dan vooral in Flevoland terechtkomen. Alle reden om goed na te denken over wat we willen met de woningbouw.”