Een bollenteler uit Smilde is het niet eens met een boete van 25.000 euro. Foto: Gerrit Boer
Drentse bollentelers moeten rekening houden met strengere regels. Het provinciebestuur staat onder toenemende druk om die in te voeren.
Binnen het provinciebestuur bestaat grote verdeeldheid over de vraag of en zo ja in hoeverre de provincie paal en perk kan stellen aan de bollenteelt door bijvoorbeeld teeltvrije zones in te stellen. Coalitiepartijen GroenLinks en PvdA staan tegenover hun partners VVD en CDA, zo bleek woensdag tijdens een debat op initiatief van Statenlid Rudolf Bosch (PvdA) en de fracties van SP, D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren.
Op eigen houtje
Aanleiding voor het debat woensdag was een rapport van het Groningse advocatenbureau Bout. De juristen zochten op verzoek van Provinciale Staten uit wat de provincie kan doen om paal en perk te stellen aan de bollenteelt. Dit ligt niet eenvoudig: de provincie kan bijvoorbeeld niet op eigen houtje bepalen welke gewasbeschermingsmiddelen een teler mag gebruiken, daarvoor gelden landelijke regels.
Het provinciebestuur krijgt meer instrumenten wanneer, zoals het er nu naar uitziet, in januari de nieuwe Omgevingswet ingaat. Die wet kent een aanscherping van het voorzorgsbeginsel. Dit houdt in dat de overheid niet hoeft af te wachten tot klip en klaar is bewezen dat iets schadelijk is om strengere regels in te voeren. Dit biedt de critici van de bollenteelt hoop, maar Statenlid en jurist Roy Pruisscher (ChristenUnie) waarschuwde dat er wel strenge voorwaarden kleven aan dat voorzorgsbeginsel. „Het is makkelijker gezegd dan gedaan om daar een beroep op te doen.”
Omwonenden
Tijdens het debat spraken vertegenwoordigers van omwonenden van bollentelers in. Zij uitten hun zorgen over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Ze vrezen gezondheidsschade.
Fractievoorzitter Anry Kleine Deters van D66 kondigde een motie aan om paal en perk te stellen aan bollentelers. Het liefst ziet ze dat de Drentse landbouwgrond bij voorkeur alleen voor voedselproductie wordt gebruikt.
Gedeputeerde Henk Brink (VVD) en zijn collega Henk Jumelet (CDA) houden echter de boot af. Volgens hen heeft de provincie op dit moment weinig bevoegdheden om de bollenteelt te beperken. Volgens Brink biedt het rapport van Bout onvoldoende inzicht in wat de mogelijkheden met de nieuwe omgevingswet zullen zijn.
Groen en geel
Statenlid Karin Zwaan (VVD) ergert zich groen en geel over de manier waarop de linkse partijen over de bollentelers praten. „Over de belangen van de agrarische sector wordt veel te gemakkelijk heen gestapt.”
Maar volgens Rudolf Bosch is het zaak dat het provinciebestuur veel duidelijker vaststelt wat allemaal kan en wat niet kan in de provincie, en vooral ook waar. Bij de leliebollentelers gaat het vaak over de belangen van omwonenden, die zich grote zorgen maken over hun gezondheid. Dat is ook belangrijk, vindt Bosch, maar de gewasbeschermingsmiddelen vormen ook een bedreiging voor het grondwater en voor de bodem. En dat grondwater is weer belangrijk voor de drinkwatervoorziening.
Angel uit debat
Volgens gedeputeerde Henk Brink moet een nieuw provinciebestuur na de verkiezingen in maart op basis van de nieuwe wet maar bepalen hoe het verder met de bollenteelt wil omgaan. Hij haalde daarmee handig een verborgen angel uit het debat. Een van de redenen waarom het provinciebestuur geen paal en perk stelt aan de bollenteelt, is een afspraak tussen de coalitiepartners PvdA, VVD, CDA, GroenLinks en ChristenUnie. Die luidt dat Drenthe geen nieuwe regels voor de agrarische sector stapelt bovenop de landelijke wetgeving.
Die afspraak staat onder druk nu de roep van omwonenden om strenge regels sterker wordt. Ze maakten woensdag ook duidelijk naar de rechter te stappen als de provincie niet meer doet om hen te beschermen.