Als Johan Nijmeijer uit Borger ‘even’ naar de supermarkt ging, was hij minstens een uur weg. Een praatje hier, een advies daar. Het hoorde bij zijn werk, vond hij, en hij genoot ervan. Nijmeijer zat in de gemeenteraad en runde in Borger een taxibedrijf.
Een stil landweggetje, even buiten Borger. Johan Nijmeijer zit deze keer niet achter het stuur, maar op de bijrijdersstoel. Hij geeft ‘bonusdochter’ Eliza clandestien haar eerste rijles, net zoals hij dat bij haar zus Charlotte deed. Bij het opdoemen van de eerste tegenligger, best spannend op zo’n eerste ritje, zegt hij kalm maar resoluut: ,,Afdwingen. Jij bent de baas. Niet helemaal aan de kant gaan.’’
Johan was gek op autorijden. Hij had al een auto voordat hij een rijbewijs had. Het tweedehands Golfje (GTI) had nogal wat gebreken en omdat Johan zelf weinig tijd had, kluste zijn vader heel wat af aan het vehikel.
,,Goh, heeft Johan zijn rijbewijs al?”, vroegen de buren op een dag aan zijn ouders, toen ze hem hadden zien rijden. De verleiding was hem te groot geworden. Straf kreeg hij niet, wel een flinke preek.
Vissen was een van zijn hobby's. Eigen foto
Johan werd geboren in 1969 en groeide op in Borger, met een jongere zus. Hun vader werkte als assistent-rayonchef bij energiemaatschappij EGD/Enexis; moeder hield het huishouden draaiende en verdiende bij als schoonmaakster.
Scouting speelde een grote rol in het gezin. Vader was actief bij De Woudlopers en ook Johan werd al jong lid. Hij vond het er leuk en hield ervan buiten te zijn.
Het padvindersspoor zou hem zelfs leiden naar zijn eerste vrouw, maar dat wist hij toen nog niet.
Met taxi naar school
Johan wilde boer worden, net als zijn opa. Hij ging naar de middelbare land- en tuinbouwschool in Emmen en kreeg bijbaantjes als melkmonsternemer, aardappelcontroleur én taxichauffeur. Als het zo uitkwam, mocht hij de taxi meenemen naar school. Trots als een pauw kwam hij dan aanrijden.
Eenmaal klaar met de opleiding bleef hij op de taxi rijden. Ook ging hij als vertegenwoordiger bij mensen langs om te adviseren over uitvaartpolissen. Zo verdiende hij genoeg om op zichzelf te kunnen wonen, in Borger, op een steenworp afstand van zijn ouders.
Scouting
Scouting bleef zijn grote hobby. Hij werd onder meer jeugdleider bij De Woudlopers en zorgde ervoor dat de verouderde blokhut werd gemoderniseerd. Met onder meer nieuwe wc’s en een invalidentoilet kon het beter worden verhuurd aan het naastgelegen openluchttheater. Volgens sommigen heeft hij De Woudlopers hiermee zelfs gered. Ook richtte hij een groep in Gieten op.
Op kamp leerde hij de Friese Wieke Hamstra kennen. Hij was leider van de groep waar zij in zat. De vonk sloeg over en al snel trouwden ze. Zij was 19 jaar, hij 30. Ze kregen drie kinderen: Lydia, Nathalie en Albert-Jan. Maar het huwelijk hield geen stand. Wieke ging terug naar Buitenpost, met de kinderen.
Op pad
Johan, die in Borger bleef wonen, had het er moeilijk mee dat hij zijn kroost maar eens in de veertien dagen zag. Hij had inmiddels zijn eigen taxibedrijf in het Hondsrugdorp: Taxi Nijmeijer, later omgedoopt tot Taxi Borger. Met het werk in de uitvaartbranche was hij gestopt nadat er bonussen waren ingevoerd. Door de focus op verkopen draaide het in zijn ogen niet langer om de mens. Hij hield er nog wél van op pad te zijn en gecombineerd met zijn liefde voor auto’s en rijden was de keus voor een bestaan als ‘taxiboer’ gauw gemaakt.
Ook in zijn vrije tijd ging hij graag de hort op. Er ging geen zondag voorbij zonder dat hij vroeg: Wat gaan we doen vandaag? Dat kon een uitstapje naar Lauwersoog zijn, om een visje te eten, of een bezoek aan een plaats waar iets te doen was. Met zoon Albert-Jan naar een forellenvisvijver, of een weekendje Amsterdam. En, als het stormde, naar de zee om te kijken hoe die te keer ging.
Johan Nijmeijer trok er graag op uit. Er ging geen zondag voorbij dat hij niet vroeg: .,,Wat gaan we doen vandaag?'' Eigen foto
Bij het taxibedrijf, dat zich specialiseerde in leerlingen-, zieken- en rolstoelvervoer, zat Johan op zijn plek: achter het stuur, kletsend met zijn passagiers. Het bedrijf groeide en hij nam personeel aan. Een van hen was Tineke Venema uit Stadskanaal, die zijn tweede vrouw werd. ,,Ik kwam op gesprek en ben niet meer weggegaan. Johan was zo’n warme man. Het klikte meteen.’’
Pak melk halen? Dan was je hem een uur kwijt
En zo opeens leek de politiek hem interessant. Waar dat vandaan kwam, weet niemand. Hij werd lid van Gemeentebelangen in Borger-Odoorn en belandde in 2014 door een overweldigende verkiezingswinst in de gemeenteraad.
Hij groeide erin en kon gaandeweg zijn ei steeds beter kwijt. Hij was wars van politieke spelletjes, maar vond het mooi om oplossingen te vinden voor concrete problemen. Zo kwam hij met vogelkastjes in de strijd tegen de eikenprocessierups en zorgde hij ervoor dat de straatnaam Alinghoek in Drouwen veranderde in Bosweg. Veel vakantiegangers reden op weg naar camping Alinghoek verkeerd en moesten dan met caravan en al keren op de smalle weg.
Johan maakte tijd voor de mensen, waar hij ook was. Op straat, terwijl hij zijn hondjes aan het uitlaten was, of in de supermarkt. ,,Als hij naar de winkel ging voor een pak melk, was je hem een uur kwijt’’, lacht Albert-Jan.
Overleven
In 2020 kreeg Johan het zwaar. Zijn vader, die hart- en kankerpatiënt was en met wie hij erg close was, overleed. Daar bovenop kwam zijn taxibedrijf vanwege corona letterlijk en figuurlijk tot stilstand. Het werd hem te veel en hij besloot het raadswerk tijdelijk neer te leggen. ,Met pijn in het hart, maar op dit moment is het simpelweg overleven’, schreef hij daarover op de Facebook-pagina van de partij.
En toen trof corona hemzelf, terwijl hij en Tineke op hun geliefde Texel waren. Ze kwamen er minstens vijf keer per jaar. Deze keer wilden ze er Kerst vieren, maar al na een dag gingen ze terug omdat Johan zich niet lekker voelde. Nog diezelfde avond werd hij per ambulance naar het ziekenhuis gebracht.
Familie mocht niet bij hem, maar bracht toch oliebollen
Hij was er niet gerust op, na alle beelden die hij op tv had gezien, maar hij herstelde. Beetje bij beetje. Wekenlang lag hij in verpleeghuis De Horst in Emmen. Zijn familie mocht niet bij hem komen, maar leverde Drentse worst voor hem af bij het personeel. En oliebollen, met oud en nieuw, een flesje wijn en pinda’s.
Eenmaal thuis moest de thuiszorg hem helpen bij onder meer het douchen. Tineke had ook corona gekregen en was te zwak.
Uit een scan kwam naar voren dat er meer aan de hand was. Johan leed aan hartfalen en had ongemerkt al eens een infarct gehad. Hij kreeg medicijnen om zijn hart in conditie te houden. Bij de laatste controle zei de cardioloog: ,,Als mijn hart zo klopte als dit, dan deed ik het ervoor.’’
Toch ging het mis, drie maanden later. Op woensdagavond 1 maart zaten hij en Tineke gezellig te borrelen. Ze vierden dat ze de volgende ochtend konden uitslapen. ’s Nachts voelde hij zich niet lekker. Tineke had snel in de gaten dat het foute boel was en belde 112. Reanimatie mocht niet meer baten.
In uniform op condoleance
Op de condoleance kwamen scouts in uniform hem de laatste eer bewijzen. Het afscheid was in Buinen, bij Johans favoriete restaurant El Zorro. Hij kwam er vaak en kende de eigenaar goed. Die hield een speech, maar niet nadat hij Johans laatste glaasje had ingeschonken: een Spaanse Verdejo, zijn lievelingswijn.
Tijd van Leven
Dagblad van het Noorden portretteert in Tijd van Leven inwoners van Drenthe en Groningen die afgelopen tijd zijn overleden. Suggesties? Mail naar: tijdvanleven@dvhn.nl