Dierenarts en veehandelaar Rieks Hatzmann was een man met lef. Eigenzinnig, competitief, vol plannen. Vriend van mens en dier die ook graag een beetje mocht provoceren.
Een klein bootje in een Noorse fjord. Dikke wolken pakken zich samen. Donder rommelt, bliksemschichten tekenen zich af aan de hemel en dikke druppels vallen naar beneden. Plat in het bootje liggen Aart en Marten met hun vader Rieks Hatzmann. Dit vistripje was eigenlijk niet zo’n goed idee. Maar Rieks had gezegd: ,,Ze bijten als het regent.” En als hij iets in zijn hoofd had, dan bracht niemand hem van dat idee af.
Veehandelaar worden
Eigenzinnige Rieks Hatzmann werd geboren in 1952 aan de Groningerstraat in Assen. Zijn moeder was de dochter van de eigenaren van danscafé Boele Geerts. Zijn vader en opa beiden handelaar in koeien en paarden. Het ging thuis altijd over die dieren en de export (vooral) naar Italië. In navolging van zijn opa en vader wilde Rieks ook veehandelaar worden. ,,Hier ben ik erfelijk mee belast”, zou hij later herhaaldelijk zeggen.
Rieks Hatzmann met zijn vader en opa Hatzmann. Foto: eigen collectie
Rieks en zijn vier jaar jongere zusje Henny ging naar de Julianaschool in Assen. De jonge Rieks was een echt buitenkind. Hij bouwde hutten en een touwbrug op de garage, voetbalde graag met een vaste vriendengroep. De hechte familie ging jaarlijks naar Ameland en als opa Boele Geerts zin had, nam hij zijn kleinkinderen mee voor een rondrit in zijn gele koetsje.
Helpen met de paarden
Rond de tijd dat Rieks naar de hbs ging aan de Beilerstraat in Assen, kwam er achter het huis een manege. Rieks maakte de pony’s en paarden zadelmak. Als hij ze onder de duim had, gingen ze de deur weer uit. Van jongs af aan deed hij ook aan paardensport. Rieks kon de dieren goed lezen.
Zijn escapades met paarden leverden spannende verhalen op. Zoals die keer dat hij met de koets gasten van bakker Boomgaard ophaalde voor een diner. ,,Die paarden zijn niks te tam, hoe moet dat?”, sprak Rieks. Zijn vader wilde daar niks van weten: ,,Dat kun je wel.” Het moge een wonder heten dat alle inzittenden in hun galajurken en deftige kostuums heelhuids bij het chique restaurant aankwamen, vertelde Rieks later vaak.
Rieks Hatzmann met zijn Breitling die talloze wedstrijden heeft gewonnen. Foto: eigen collectie
Op 18-jarige leeftijd, in het laatst hbs-jaar, hing het leven van Rieks aan een zijden draadje. Hij kreeg een schop in de maag van een paard. Het gevolg: een half jaar ziekenhuis en een groot litteken. Vele littekens zouden volgen, Rieks was er niet de man naar om stil te zitten.
‘Broek op zijn gat’
Vanaf 1970 tot 1977 studeerde hij diergeneeskunde in Utrecht, want zijn opa had altijd gezegd: ,,Jongen, ga eerst maar een vak leren. De handel kan altijd nog.”
Bij het veterinair dispuutsbestuur van studentenvereniging Veritas leerde hij zijn vrouw Elly kennen. ,,Eerst moest ik hem niet”, herinnert Elly zich. ,,Hij had wel vaak een biertje op. Liep op klompen, broek op zijn gat, hemd scheef, haren in de war.”
En inderdaad: Rieks was een man vol bravoure. Vaak memoreerde Rieks de talloze avonturen die hij in 1972 beleefde toen hij met een tandem met vijf studenten onderweg was naar de Olympische Spelen in München. Ook jatte hij met enkele medestudenten eens een ritueel studentenbeeld van Zeus uit een concurrerende sociëteit in Utrecht, om die later in het geniep bij zijn moeder in de tuin te zetten in Assen.
In het studentenbestuur kwam Elly erachter dat Rieks goed te pruimen was. De vonk sloeg over. Al werd hun relatie in 1976 nog danig op de proef gesteld tijdens een paardentransport naar Napels in Italië. Hotsend op het stro strandden ze met kerst bij de grensovergang tussen Zwitserland en Italië. Daar stapten ze uit, dronken flink wat sinaasappelwodka en misten daardoor hun eigen veewagon. Op kapotte klompen en in paniek wist het stel de trein in de volgende grote plaats alsnog in te halen.
Rieks en Elly Hatzmann Foto: eigen collectie
Dierenarts in Rolde
Het kwam goed, ze trouwden in 1980. Tot 1986 woonden Elly en Rieks in Peest. In de tijd die volgde werden hun kinderen Marten (’82), Annemiek (’84) en Aart (’88) geboren. Rieks was een echte familieman, gek op zijn vrouw en kinderen.
Ondertussen werkte Rieks als invaller voor dierenartsen Jaap Kooke in Rolde en Markus ter Veer in Norg. Toen Kooke in 1986 plots overleed, konden Rieks en Elly samen de praktijk overnemen. Dertig jaar lang zetten ze zich samen in voor hun ‘Dierenartspraktijk en Paardenkliniek Aa en Hunze’.
,,Jij had toch een zoon die dierenarts is? Wie is dan die roege vent die zo vaak bij jou is?”, hoorde Rieks’ vader ooit iemand vragen. ,,Dat ís die zoon”, antwoordde pa Hatzmann. Want hoe ruig ook van buiten, Rieks’ hart voor dieren zat op de goede plaats.
Rieks Hatzmann met zijn hondje Polly waar hij gek op was. Foto: eigen collectie
Rieks verstond zijn vak, lapte de vreselijkste wonden op en verdiepte zich in de nieuwste inzichten. Hij kwam veel bij veehouders over de vloer en kende de koeien die hij behandelde. Werkdagen (en nachten) zaten bomvol. Soms onrealistisch; hij wilde iedereen tevreden houden. ‘Kan niet’, stond niet in zijn woordenboek. Toen eens de stroom uitviel in het holst van de nacht, voerde Rieks een keizersnee uit bij een koe bij het licht van een knijpkat. Een andere keer verloste hij vijf kalfjes in één nacht.
Ouwehoeren
Dat fanatisme zorgde er ook voor dat Rieks hield van een beetje competitie. Dat gaf hij ook zijn kinderen mee. Een koude beek overzwemmen (,,vijf gulden als je de overkant haalt”) of de hardloopwedstrijdjes waarbij hij zijn zoons vanaf de fiets opjutte (,,je laat je toch niet kennen?”).
Hij mocht bovendien graag provoceren. Voetbalde zoon Aart namens de Rolder Boys tegen VV Annen, dan stond Rieks bij de vaders uit Annen. Aart: ,,Zat je te kijken: wat is daar nou aan de hand op de tribune? Stond hij de boel op te naaien.”
Rieks stond dan niet voor niks bij het verkeerde team, want overal kende hij wel mensen. De Roldenaar was actief in talloze verenigingen en groepen en maakte makkelijk contact. Kwam hij langs Hofsteenge in Rolde, dan riep het hele terras ‘Heuj!’
Handel gaat door
Op de achtergrond ging Rieks onverminderd door met de paarden- en koeienhandel. In Assen-Kloosterveen had hij tot 1996 een exporthal voor koeien. Vanaf ‘99 verplaatste hij die activiteiten naar de Elperstraat in Schoonloo, waar Rieks een paardenkliniek had en veel te vinden was.
Hij was met zijn kameraad Roelof Jan Offereins de eerste in Nederland die Piemontese koeien importeerde, op advies van hun Italiaanse contactpersonen. Zelf hadden de heren nog niet veel verstand van het Italiaanse ras. Toen de vrachtwagen vol kleine koetjes aankwam, vreesden ze de miskoop van de eeuw. Rieks lag er wakker van.
Rieks Hatzmann was gek op dieren. Foto: eigen collectie
Die angst bleek onterecht. De volgende maandagmorgen verkochten de mannen de hele handel binnen no time. ‘s Avonds moest er daarom op de goede afloop worden gedronken in het café van Jaap Geerts in Assen. De veertien mannen die reeds aan de bar zaten, kregen te horen: „Wij betalen, tenzij je eerder weggaat dan wij.” Om zes uur ’s ochtends ging de polonaise door de Groningerstraat.
Blijven uitdagen
Op 64-jarige leeftijd pensioneerde Rieks. Kort erna, in 2018, kreeg hij een openhartoperatie, nadat hij niet lekker was geworden tijdens een autorit. De zware operatie leidde tot veel complicaties. Maar Rieks beet liever zijn tong af dan toe te geven dat het minder werd. Hij knokte om weer op de been te komen door het trainen van jonge paarden, klussen en de paardenhandel.
Hij wilde zich blijven uitdagen, zag niet gauw gevaar. Rijdend op de kar, trainde hij op 30 oktober 2022 twee paarden in het bos bij Schoonloo. De dieren schrokken ergens van en gingen ervandoor. Toen de dieren de menkar door een greppel trokken, werd Rieks gelanceerd van de bok. Enkele dagen na dit noodlottige ongeval overleed hij in het ziekenhuis.
Hij stierf door het beoefenen van zijn passie en werd 70 jaar. Hij liet vrouw, drie kinderen en drie kleinkinderen na.
Vele engeltjes hebben op de schouder van Rieks Hatzmann gezeten. De laatste ontbrak. Rieks was nooit bang voor de dood. Hij zei: ,,Als mijn tijd gekomen is, dan ga ik.” Na zijn laatste ongeluk keek de trauma-arts naar hem en zijn medische historie en concludeerde: ,,Deze man heeft geleefd.”