David van Laar zingt in Sneek zijn eerste van 11 'Matthäus-Passionen'. Foto: Corné Sparidaens
David van Laar uit Groningen zingt twaalf passies van Bach in dertig dagen: elf keer de Matthäus en een keer de Johannes. Donderdag in Sneek is zijn eerste. Hoe hou je dat vol? En hoe belangrijk is de passietijd voor een solist?
David van Laar heeft het niet precies bijgehouden. Hoe vaak hij de Matthäus-Passion van Johann Sebastian Bach al heeft gezongen? De 33-jarige countertenor uit Groningen denkt ongeveer dertig keer. ,,En een keer of tien de Johannes-Passion. Er zijn mensen die ze veel vaker hebben gedaan.”
Daarnaast heeft hij als kind twee keer meegezongen in het jongenskoor, dat in het eerste deel van de Matthäus meedoet. ,,De eerste keer was ik 9 jaar. Dat was met het Noord Nederlands Orkest en Toonkunstkoor Bekker. Ik heb de Matthäus ook een keer of tien op het orgel begeleid.”
Kwart van het jaarinkomen
Over ruim vier weken is het Pasen. Zoals elk jaar staan er in de aanloop daarnaartoe weer talloze passieconcerten op het programma, waarin het lijdensverhaal van Christus wordt bezongen. Voor solisten als Van Laar is het een belangrijke periode. ,,Ik zing in die periode ongeveer een kwart van mijn jaarinkomen bij elkaar.”
Van de twaalf passies die hij tot eind maart in zijn agenda heeft staan, vormen de zeven uitvoeringen van de Matthäus met het Luthers Bach Ensemble de hoofdmoot. Niet de makkelijkste klus, want het LBE heeft naam gemaakt met semiscenische uitvoeringen, waarbij ook geacteerd wordt. ,,En de solisten zingen alle koordelen mee. Voor de beleving van het verhaal is dat heel goed.”
Maar er zit ook een andere kant aan, zegt Van Laar: ,,Je kunt je stem minder rust geven.” In zo’n intensieve periode, met veel concerten, is dat belangrijk. ,,Ik zing gemiddeld zo’n veertig concerten per jaar, waarvan nu dus twaalf in een maand tijd.” Feestjes zijn voor hem dan ook taboe in deze periode. ,,En ik vermijd plekken waar ik hard moet praten, zoals kroegen.”
Grote groepen vormen sowieso een risico, want griep en verkoudheid liggen op de loer. ,,Ik heb al de griep gehad. Goed getimed gelukkig. Helemaal te vermijden is het natuurlijk nooit. Ik geef ook les aan tien meisjes van de Roden Girl Choristers en op scholen gaan veel virussen rond. Zij zingen trouwens ook aardig watMatthäus-en.”
Orgelstudie conservatorium
Dat Van Laar inmiddels een mooie carrière als zanger heeft opgebouwd, is niet de uitkomst van een vooropgezet plan. ,,Ik heb als kind trompet gespeeld, cello, piano. En ik heb orgel gestudeerd aan het conservatorium.” Tot iemand een keer, hij was inmiddels 23 jaar, tijdens een repetitie met een kamermuziekensemble tegen hem zei dat hij moest gaan zingen.
,,Ik zong iets voor en de zanger van het ensemble hoorde potentie in mijn stem. Ik heb er toen voor gekozen me als countertenor te ontwikkelen. Ik had ook voor bariton kunnen gaan, maar mijn borststem is niks bijzonders terwijl mijn kopstem goed te ontwikkelen was. Er is meer schaarste aan counters, dat speelde ook mee. En ik heb meer affiniteit met oude muziek.”
David van Laar: ,,Ik zing nu anders dan vorig jaar." Foto: Corné Sparidaens
Hij is inmiddels ‘gepensioneerd’ als organist. ,,Het kost veel tijd om goed te kunnen blijven spelen, maar ik begeleid nog wel eens in de twee weken de Engelse mis in de Jozefkathedraal in Groningen. Dan zing ik ook.” Van Laar geeft inmiddels ook zangles aan het Prins Claus Conservatorium in Groningen. ,,Als assistent van Hanneke de Wit, van wie ik zelf ook les heb gehad.”
In zijn hoedanigheid als assistent-docent heeft hij net een uur met tenor Twan van der Wolde gewerkt, die ook meezingt in de Matthäus van het Luthers Bach Ensemble. ,,Ik help hem een beetje met de stijl en wat specifieke oude-muziekdingen.” Zelf volgt hij elke twee weken lessen bij de inmiddels 85-jarige Margreet Honig, in Amsterdam.
Luider en zachter
,,Een wereldberoemde zangdocente van wie ik hopelijk nog heel lang les mag krijgen. Ik leer zoveel van haar. Ik heb met Margreet de laatste tijd ook aan de Matthäus gewerkt. Ik zing nu anders dan vorig jaar. Ik kan nieuwe dingen. Mijn stem draagt meer. En ik kan luider en zachter zingen. De muziek stroomt ook wat meer. Mijn kijk op de aria’s en de teksten ontwikkelt zich ook. Ik zie er echt naar uit om dat weer elf keer te onderzoeken.”
Hoe de zes aria’s en recitatieven waarin hij meezingt precies worden uitgevoerd, hangt ook af van wat de dirigent wil. ,,Het is altijd een wisselwerking.” Met Tymen Jan Bronda, de dirigent van het LBE, gaat dat prima. ,,We werken al zo lang samen. Hij weet wat ik wil en ik weet wat hij wil. Dat komt mooi overeen.”
Bij andere dirigenten is het afwachten, maar tot nu toe komt het altijd goed. Van Laar zingt ook twee keer met de Oratoriumvereniging Bolsward, onder leiding van Pauli Yap. ,,Met Pauli heb ik al wel Haydn, Mozart en ander werk van Bach gedaan, maar nog niet de Matthäus. Ze spelen met een mooi barokorkest, dus ik verwacht dat het prachtig wordt.”
Beperkte repetitietijd
,,Maar je weet nooit wat de dirigent op het moment zelf doet bij de uitvoering. Tymen Jan doet het elke avond iets anders, maar heel subtiel. Het tempo van een aria is vaak ook afhankelijk van hoe je muzikaal bij het begin ervan aankomt. Dat is het mooie van live-uitvoeringen: die ontwikkelen zich in het moment en zijn elke keer anders.”
De repetitietijd is doorgaans zeer beperkt. ,,Voor elke aria staat meestal 20 minuten. Dan heb je nog een generale en een repetitie voor het concert waarin je nog even kort kunt werken aan een of twee aria’s. Bij het LBE repeteren we twee dagen met het orkest, maar dat is uitzonderlijk.”
David van Laar: ,,Voor elke aria staat meestal 20 minuten repetitietijd." Foto: Corné Sparidaens
Als countertenor zingt Van Laar elke avond Erbarme dich, de beroemdste aria uit de Matthäus-Passion. ,,Dat is heel dankbaar, want vanaf de eerste inzet is er een mooie sfeer.” Maar het publiek verwacht ook een hoogtepunt. ,,Dat geeft extra druk en spanning is vermoeiend. Maar het helpt me ook om extra gefocust te zijn.”
Tussen zijn aria’s door heeft Van Laar soms lange tijd niks te doen. ,,Ik kies dan meestal een partij uit in het orkest, de tweede hobo bijvoorbeeld, en die volg ik dan de hele avond. Daar leer je veel van over de muziek, want bij Bach hebben alle partijen wel iets bijzonders.”
David van Laar zingt vanavond in de Grote of Martinikerk Sneek zijn eerste Matthäus-Passion met het Luthers Bach Ensemble van Tymen Jan Bronda. Met het LBE zingt hij ook in Dordrecht (1/3), Smilde (2/3), Appingedam (7/3), Harderwijk (8/3), Groningen (9/3) en Doesburg (10/3). Op 26 en 27 maart zingt Van Laar met de Oratoriumvereniging Bolsward, onder leiding van Pauli Yap. Tussendoor zingt hij nog in Zwolle met Toonkunstkoor Caecilia (14/3) en een Johannes-Passion in Goor (16/3). Van Laars passieseizoen eindigt met een Matthäus in Edam (29/3). Voor een overzicht met nog veel meer passieconcerten in Noord-Nederland: zie onze website.