Sophie Visser is redacteur en debuteert als schrijver met de roman 'De eerste'. Foto: Jan Willem Kaldenbach
Hoe denken we terug aan onze eerste grote liefde? Geïnspireerd op haar jeugd in Groningen schreef Sophie Visser er een intense roman over.
Sophie Visser reed een paar jaar geleden in de auto terug van een vakantie in Zuid-Frankrijk. Ze had het goed gehad en voelde zich weer enigszins opgeladen na een periode waarin veel was gebeurd: gedoe op het werk, net een kind gekregen, altijd maar aan staan.
Zou het niet fijn zijn om het eens over een andere boeg te gooien, vroeg ze zich hardop af. Haar man wilde weten hoe. Waarop Sophie opperde een tijd als freelancer aan de slag te gaan en, nog verrassender, daarnaast een poging te doen een boek te schrijven.
,,Ik werkte al jaren als redacteur in de uitgeverijwereld, maar had er nooit eerder aan gedacht om schrijver te zijn, ook niet heimelijk”, vertelt de in Edam woonachtige Visser. ,,Het was een kriebel uit het niets. Zal ik het eens zelf proberen? Zal ik iets verzinnen en daar een roman van proberen te maken? In de auto ontstond toen het plan om over mijn eerste liefde te schrijven.”
Een goed idee
Haar man reageerde positief. ,,Hij werkt in de popmuziek. Hij weet als geen ander dat een goed idee van binnenuit komt”, zegt Visser (Amsterdam, 1988). ,,Daarna raakten we erover aan de praat. Het moest ook voor hem gek zijn als ik ineens heel diep in mijn eerste relatie zou duiken. Eerst wilde ik het breed aanpakken, maar al snel besloot ik zo dicht mogelijk op mijn eigen verhaal te gaan zitten.”
In haar debuutroman De eerste vertelt Visser over een vrouw, Laura, die ogenschijnlijk haar leven op orde heeft, maar ’s nachts wordt geplaagd door sterke dromen over Cristian uit Bedum. Als 15-jarige scholier in de stad Groningen was ze verliefd op hem geraakt. Wat de twee met elkaar kregen was zo intens en obsessief dat het hun levens ontwrichtte.
20 jaar later besluit Laura, die inmiddels is getrouwd en als moeder van twee kinderen in het Westen woont, opnieuw contact te zoeken met Cristian. In de aanloop naar een weerzien in Groningen probeert ze te reconstrueren wat er destijds gebeurde. De lezer leert een hoog-sensitieve puber kennen die worstelt met haar moeder, met opleidingen en haar omgeving, maar vooral met zichzelf en een liefde die te groot blijkt te zijn.
Toergenjev, Sagan, Lanoye
Er zijn vaker romans over bepalende liefdes geschreven. Die van Toergenjev, Eerste liefde uit 1860, heeft een klassieke status. Van de moderne Nederlandstalige romans is Kartonnen dozen uit 1991 van Tom Lanoye uitzonderlijk. Visser noemt ook One day uit 2009 van David Nicholls, waarvan een Netflix-serie is gemaakt. Zelf liet ze zich onder meer inspireren door Bonjour tristesse van Françoise Sagan uit 1957.
Ondanks deze titels, ondanks ook Romeo en Julia van Shakespeare, roept de eerste liefde bij velen nostalgie en vertedering op. Wat Visser beschrijft is allesbehalve zoet en romantisch. ,,Als we het over de jeugdjaren hebben, gaat het vaak over vrijheid en hoe leuk en zorgeloos het was. Daar wilde ik iets tegenover stellen. Ik vond het de zwaarste tijd van mijn leven”, zegt ze.
De periode waarin De eerste is gesitueerd, eind jaren 90, begin jaren 0, speelt daarbij bepalende een rol. De televisie spuwt muziekvideo’s uit met veel vrouwonvriendelijk naakt, de mobiele telefoon en het internet doen hun intrede, het uitgaansleven voor jongeren dijt enorm uit, de seksuele moraal wordt losser, het drugsgebruik neemt toe. Bij wat Visser beschrijft steken de jaren 70 en 80 zeldzaam braaf af.
Stereotiep en hetero-normatief
,,Er lag veel druk op het hebben van seks, op ‘het’ doen”, blikt ze terug, ,,Ik denk dat jongeren nu veel meer bezig zijn met het aangeven van hun grenzen. Zoiets als MeToo, body positivity en gender was destijds echt nog niet aan de hand. Het was allemaal heel stereotiep en hetero-normatief. We noemden iedereen die een beetje afweek homo. We waren zo lomp als ik weet niet wat.”
Wat daarnaast opvalt in De eerste is de bepalende rol van de moeder van Laura. ,,Laura is in het begin een lief gevoelig meisje dat erg bezig is met hoe ze overkomt, maar nog niet geankerd – dat heeft ook met de moeder te maken”, vertelt Visser. ,,Ze is mede door haar moeder zoals ze is. Ik wilde daar aanvankelijk niet over schrijven. Om het tot een goed boek te maken kon ik Laura niet neerzetten zonder de moeder.”
Door de drek
De eerste was ‘ontiegelijk’ moeilijk om te maken, zegt ze. ,,Moeilijker dan een kind op de wereld zetten. Ik was aanvankelijk hoogmoedig: dit kan ik, dit wordt wat. Toen ik begon te schrijven, moest ik door de drek. Hoe dichter ik bij het dramatische deel van de liefdesrelatie kwam, hoe moeilijker het werd. Ik heb veel moeten doen om het meer te laten worden dan alleen mijn verhaal.”
Nu haar roman klaar is, melden zich de eerste lezers met anekdotes over hun eerste grote liefde. Meestal zijn het lichte en liefdevolle herinneringen. Is het aan te raden weer contact te zoeken? ,,Dat ligt eraan. Waarom zou je het willen?”, reageert de schrijfster. ,,In mijn geval was het nodig. Omdat wij dingen niet hadden opgelost en hij nog zo in mijn systeem zat. Als het je achtervolgt moet je er iets mee. Wat het ook is.”
Cover van 'De eerste' (2025) door Sophie Visser. Foto: Zwartjes en Labović