Sonja Schulte, schrijver van de roman 'Hutten bouwen'. Foto: Jaspar Moulijn
Zeven jaar lang bewaarde Sonja Schulte een experimentele tekst in een lade. ,, Ik was bang dat het navelstaardige, therapeutische shit was.” Uitgeverij Passage zag er een roman in over een vrouw op zoek naar geborgenheid.
In het eerste deel van Hutten bouwen, de debuutroman van Sonja Schulte uit Groningen, reist een naamloze hoofdpersoon naar Vlieland voor een vakantie in eenzaamheid. Bij het opzetten van haar tent gaat iets mis. Stokken vergeten. Daarop fietst de ik-figuur naar een winkel om vervangers te kopen. Terug bij de tent blijkt ze de verkeerde stokken te hebben aangeschaft. Weer moet ze naar de winkel. Weer moet ze terug.
Ineens ben ik heel moe, laat Schulte haar hoofdpersoon op bladzijde 10 zeggen. En dan moet alles nog beginnen.
Hutten bouwen omvat vier delen experimenteel fragmentarisch proza waarin een onzekere jonge vrouw naar geborgenheid zoekt. Ze doet dat steeds in andere tijden en steeds andere omgevingen. Eerst in haar eentje, daarna met een vriendin, vervolgens met een geliefde en in het slotdeel met het gezin waarin ze opgroeide.
,,Ik heb dit geschreven in 2016 in een periode dat ik op mezelf was teruggeworpen”, vertelt Schulte (Almelo, 1982) over het ontstaan van haar roman. ,,Achteraf denk ik dat ik toen een depressie doormaakte. Ik stelde mezelf de opdracht dagelijks 500 woorden te schrijven. Dat leidde tot een tekst zonder einddoel en structuur over iemand op reis. Het plan was er later van alles aan te veranderen.”
Navelstaardige shit
In plaats daarvan stopte ze haar tekst weg. ,,Ik was bang dat het navelstaardige, therapeutische shit was, alles behalve het boek dat ik al jaren wilde maken – ik was gewend essays te schrijven en wilde daarmee debuteren. Toen ik de brontekst liet lezen aan Anton Scheepstra van uitgeverij Passage karakteriseerde hij het als fictie. Hij zag een verhaal. Hij zei: ‘Er kan zo een kaft omheen’.”
Dolblij was Schulte met de opmerking. ,,Die had ik echt nodig. Ook omdat ik bang was dat het helemaal door de mangel gehaald moest worden om een breed publiek te kunnen aanspreken. Bij Passage kreeg ik de vrijheid om te maken wat ik wilde maken.”
De ik-figuur in Hutten bouwen is vastgelopen. Het enige wat ze nog kan is observeren en nadenken. Het vermogen om haar situatie te veranderen, ontbreekt. ,,De moeite die het kost om een tent op te zetten, zegt alles over hoe ze in leven staat. Tegelijkertijd weet ze dat ze in haar eentje op vakantie moet. Ze wil weten wie ze is en hoe ze zo is geworden.”
Herinneringen vertrouwen
In het boek komen existentiële vragen aan de orde. Ben je iemand anders in een andere omgeving? Wie ben je in gezelschap van andere mensen? ,,Het gaat ook over de vraag of je je eigen herinneringen kunt vertrouwen”, vult de schrijfster aan. ,,Iedereen heeft een verhaal over wat hij of zij heeft meegemaakt. Maar als je terugkijkt weet je heel veel dingen niet meer en plaats je associatief herinneringen bij elkaar. Wat zegt dat over de werkelijkheid?”
Zoekend naar wat wel en niet is voorgevallen, raakt de ik-figuur verdwaald, ook in haar hoofd. Hoe dat komt vertelt het slotdeel waarin herinneringen aan gezinsvakanties worden beschreven en de plotselinge dood van een broer ter sprake komt. ,,Daar komt alles vandaan, dat is de bron van alle verdriet en verwarring van mijn hoofdpersoon”, zegt Schulte.
Ze vertelt over het boek De grenzen van mijn taal van de filosoof en schrijver Eva Meijer. ,,Hutten bouwen gaat over een depressie. Eva Meijer schrijft dat je bij rouw een toekomst verliest en dat je klinische depressiviteit daarnaast ook je verleden kwijtraakt.”
‘Had ik maar dit, had ik maar dat’
Schulte zette zich in 2016 aan het schrijven na het verlies van haar eigen broer. ,,Aan gesprekken met mijn ouders merkte ik dat ik hele stukken herinnering ben kwijtgeraakt aan onze tijd samen”, vertelt ze. ,,Mijn brein heeft door zijn dood enorme klappen gehad. Daardoor ben ik zoekende geraakt. Ik had tot de tiende macht last van vragen als ‘had ik maar dit, had ik maar dat’.”
Die vragen maakten alles erger, vertelt ze. ,,Als je iemands plotselinge dood wilt begrijpen, heb je een groot probleem. Want het is niet te begrijpen. Ik probeerde heel lang het raadsel op te lossen. Dat leidde ertoe dat ik vast bleef zitten. Het maakt niet uit of ik het begrijp, want dat verandert niets.”
De publicatie van Hutten bouwen voelt alsof ze haar zolder heeft opgeruimd, zegt Schulte. ,,Zoals ik het ervaar zijn alleen de mooie dingen er nog. De verbinding met mijn broer is er nog steeds. Het is mooi om te merken dat de liefde blijft bestaan. Het maakt het leven milder en de angst voor de dood minder sterk. Dat is winst. Dit is niet alleen een begin, maar ook een afronding van een lange fase in mijn leven. Ik voel mij bevrijd.”