In zijn nieuwe roman vertelt Joost Oomen het verhaal over de somber aangelegde dokter Engel, euthanasiearts. Foto: Marco Keyzer
Schrijver, columnist en dichter Joost Oomen pleit in zijn nieuwe roman ‘Het paradijs van slapen’ voor het recht op levensbeëindiging bij een voltooid leven. ,,Zelf wil ik ook mooi sterven.’’ Een lofzang op barmhartigheid.
Het is 18 november, het waait en hagelt in Amsterdam, over een maand wordt Joost Oomen vader én hij is vandaag jarig (34). Al met al een prima dag om over de dood te praten.
Want wát is het leven mooi, ook het einde ervan, of laten we zeggen: het kán mooi zijn. In zijn nieuwe roman Het paradijs van slapen vertelt Oomen het verhaal over de somber aangelegde dokter Engel, euthanasiearts, en diens patiënt Gerrit die zijn leven als voltooid beschouwt. Een fictieve vertelling die hij baseerde op dingen die zijn vader, ook euthanasiearts, vertelde.
SCEN-arts
De vader van Joost Oomen werkte sinds 1994 als cardioloog in het Antonius Ziekenhuis in Sneek. Toen hij in 2022 met pensioen ging, werd hij actiever als SCEN-arts, een arts die beoordeelt of het proces richting euthanasie correct en zorgvuldig is doorlopen (SCEN staat voor Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland). En hij werd euthanasie-arts voor het Expertisecentrum Euthanasie, voorheen de Levenseindekliniek.
,,Ik wist wel dat mijn vader dit werk deed en ik dacht er ook over na, maar ik had hem er nooit echt over bevraagd.’’ Dat moment brak pas aan toen Joost vorig jaar door weekblad de Groene Amsterdammer werd gevraagd een artikel over zijn Friese jeugd te schrijven. ,,Toen ben ik naar mijn pa in Dearsum gereden en hebben we een indringend gesprek gevoerd over wat het met hem doet om mensen euthanasie te verlenen. Ik wilde weten waarom hij het deed, terwijl het toch een zekere zwaarte met zich meebrengt.’’
In de Groene schrijft Joost: ‘Dat doet mijn vader nu. Hij reist Friesland door en maakt mensen dood, maximaal twee per week. Of hij gaat bij mensen op visite om te beoordelen of ze al dood mogen.’ Na een euthanasie ervaart hij, zo vertelde hij aan zijn zoon, ‘toch een soort melancholie’. En: ‘Het geeft een beetje schuldgevoel ook.’
Gewetensbezwaren
Zijn vader heeft het druk. Vaak rijdt hij, met zijn spuiten in een tas op de achterbank, naar patiënten in de Zuidoosthoek van Friesland ‘waar veel religieuze huisartsen met gewetensbezwaren wonen.’ Hij is inmiddels 67 en wil het werk nog drie jaar volhouden.
Het zijn veelal gepensioneerde artsen die dit werk doen. Voor jonge (huis)artsen is het werk niet aantrekkelijk, want euthanasie staat nog altijd in het Wetboek van Strafrecht, er wordt als het ware een uitzondering op gemaakt, maar na afloop van de euthanasie komt er nog altijd veel papierwerk aan te pas en komt de officier van justitie in beeld. Gaat er iets niet volgens de regels dan kan een arts voor het tuchtcollege worden gedaagd. ,,Die 70-plussers zijn daar minder beducht voor.’’
Uit het strafrecht
Het paradijs van slapen is naast een onderzoekende roman ook een pleidooi om euthanasie uit het strafrecht te halen. Want pas wanneer dat gebeurt, zo verwachten Oomen junior en senior, zullen er meer artsen aan mee willen werken.
Uit het boek: ‘De meeste artsen die werkzaam zijn voor het Expertisecentrum zijn gepensioneerde huisartsen die niet meer bang zijn om uit hun ambt gezet te worden en in de tijd zwemmen. Het zorgt voor de unieke situatie dat 70’ers hun provincie doorcrossen om 90’ers naar de andere kant te helpen. Dat doen ze gedeeltelijk uit idealisme, gedeeltelijk omdat ze zich goed kunnen voorstellen dat ze binnenkort in hetzelfde schuitje zitten. Mijn collega’s zeggen allemaal vroeg of laat tegen mij dat ze ‘niet met een pop in de hoek van het bejaardentehuis willen zitten.’
,,Ik weiger om pas dood te mogen gaan als de schoonheid weg is.’’ Foto: Marco Keyzer
Voltooid leven
Maar Oomen gaat nog verder in zijn boek. Patiënt Gerrit is niet ondraaglijk of uitzichtloos ziek, maar vindt wel dat zijn leven af is. Het is mooi geweest en nu wil hij ook een mooi einde. Oomen: ,,Ik ben een enorm voorstander van euthanasie bij een voltooid leven. Zelf wil ik ook mooi sterven. Schoonheid vinden, schoonheid zien, schoonheid maken, dat zijn de allerbelangrijkste drijfveren in mijn leven, dus ja, ook het einde moet mooi zijn en het kán ook mooi zijn. Maar het mag niet.’’ Grimmig: ,,Lijden moeten we.’’
Er moet wel altijd een arts bij euthanasie betrokken zijn, vindt Oomen, dat is zorgvuldig, maar de overheid heeft, net als bij het kiezen van je partner, aan je sterfbed niets te zoeken. De staat heeft zich volgens hem ver te houden van persoonlijke dingen als de liefde en de dood. Daarin mag een mens helemaal zelf kiezen.
Mag ik slapengaan?
In de roman staan cursief gedrukte fragmenten die uit het notitieboekje vol aantekeningen komen dat zijn vader bijhield over de patiënten bij wie hij euthanasie kwam doen.
81-jarige vrouw met copd en hartlek. Leeft op klein stukje brood en slokje thee per dag. ‘Ik wacht op het einde en kan niets meer. Mag ik slapengaan?’
Oomen: ,,Ik vind het vol-kó-men begrijpelijk wanneer mensen op een zelfgekozen moment dood willen gaan, op een moment dat ze het geloof in de schoonheid nog niet hebben verloren. Ik zou dat ook voor willen zijn.’’
Vreugdesprong voor de vitaliteit
Het paradijs van slapen is allerminst een zwaar of somber boek, integendeel, het is net als Het Perenlied (2020) en Joost Oomens recente theatershow Alle dichters hebben gouden helikopters een ode aan het leven, een vreugdesprong voor de vitaliteit, ja, van het kwetsbare en het weerloze, het lieve en het dappere. Lezers worden getrakteerd op tedere beelden, van twee geliefden, van mooie mannenvriendschappen én Oomen serveert zijn lezers een wonderschoon poëtisch beeld van een giraffe genaamd Zuri op het strand van Terschelling.
Die beelden vasthouden, daar voluit van genieten, tot het niet meer kan. Of, in de woorden van Gerrit, in gesprek met dokter Engel: ‘Ik wil niet dat u pas met uw spuiten komt wanneer die wereld zich met al zijn messen en doornen en prikkers tegen mij heeft gekeerd. Wanneer ik huilend van de pijn of kwijlend van de dementie op de grond lig. Beide zouden mijn geloof in schoonheid kunnen vernietigen, en zonder geloof in schoonheid heb ik geen zin om te gaan. En ik neem aan dat u, omdat u dokter bent, ook niet wilt dat ik ziek of gek word.’
.
Sociale progressie
Oomen, die sinds 2021 columns schrijft voor de Leeuwarder Courant en Dagblad van het Noorden, hoopt dat hij met dit boek een bijdrage kan leveren aan het Haagse debat over een vrijwillig levenseinde. ,,Ik weiger om pas dood te mogen gaan als de schoonheid weg is.’’
Heel veel fiducie heeft hij trouwens niet in het rondetafelgesprek dat op 9 december in de commissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport wordt gevoerd, niet zolang Nieuw Sociaal Contract (NSC) meepraat. Die zullen de sociale progressie, zoals Oomen het noemt, tegen proberen te houden. ,,Het zou fijn zijn als de maatschappij het thema oppakt. Maar ik hoop vooral dat mensen het een goede roman vinden, want uiteindelijk ben ik kunstenaar, geen activist.’’
Het paradijs van slapen van Joost Oomen verschijnt op 28 november, uitgeverij Querido, 22,99 euro.
Wetsvoorstel
Het initiatiefwetsvoorstel van D66-Kamerlid Anne-Marijke Podt over de Wet toetsing levenseindebegeleiding van ouderen, wordt op 9 december in een rondetafelgesprek in de commissie volksgezondheid besproken:
‘Er zijn mensen op hoge leeftijd die op enig moment hun leven als ‘voltooid’ beschouwen en gaan lijden aan een voor hen te lang geworden leven. Dit wetsvoorstel beantwoordt de vraag op welke manier aan deze groeiende wens onder ouderen tot meer autonomie tegemoet kan worden gekomen, als zij hun leven als voltooid beschouwen. Door een uitzondering te maken op de strafbaarstelling van hulp bij zelfdoding door een levenseindebegeleider bewerkstelligt dit wetsvoorstel voor de hierboven beschreven groep mensen de mogelijkheid om op een zelfgekozen moment het leven waardig te kunnen beëindigen. Deze ouderen krijgen zo de regie over een zelfgekozen levenseinde.’