Gelukkig zijn op je werk is afhankelijk van de nodige factoren. Foto: Getty Images
De Week van het werkgeluk (6 tot 20 oktober) is begonnen, sinds 2018 een jaarlijks terugkerend initiatief waarin bedrijven, werkgevers en werknemers stilstaan bij hoe werk leuker, zinvoller en gezonder kan zijn. Want hoe word – en vooral blijf – je op je werk gelukkig?
Gemiddeld werken we zo’n een derde van ons leven. Dan is het wel zo fijn dat we ook gelukkig zijn in, op en met dat werk. Maar hoé dan? Het slechte nieuws: dé gouden sleutel voor levenslang werkgeluk is er niet. Het is afhankelijk van de persoon, de levensfase, het werk en het bedrijf. Het goede nieuws: je hebt wel verschillende sleutels in handen die jouw werkgeluk kunnen bevorderen, en behouden.
Verbeteren
Grofweg kun je zeggen dat je werkgeluk ervaart als je met energie aan het einde van de dag de deur uitstapt en de nodige geluksmomenten ervaart. Wanneer je over langere tijd tevreden bent. Ben je dat niet, dan is dat vaak eenvoudig met wat kleine dingen te verbeteren, is de hoopvolle boodschap van Jacco Vingerling, oprichter en CEO van de Inner Smile Company, dat zich inzet voor geluk op de werkvloer en bedrijven daarin adviseert. „Het begint met het zelf onderzoeken, zodat je ziet waar het wringt. Om vervolgens na te denken wat jij eraan kunt doen.”
Samen met het Geluksinstituut van de Erasmus Universiteit onderzocht Vingerling welke factoren echt bijdragen aan werkgeluk.
Dat zijn er maar liefst elf, zo stelden ze vast. Het voert te ver die alle elf op te noemen, maar als hij de vijf belangrijkste moet opnoemen, zijn dat zingeving en impact (denk: je werk zien als betekenisvol en trots zijn op je resultaten), veiligheid en zekerheid (jezelf kunnen zijn en vertrouwen in baanzekerheid en inkomen), persoonlijke groei en ontwikkeling, verbondenheid en samenwerking (met collega’s) en als vijfde werkdruk en belasting.
Inzicht
Gelukkig hoeven niet alle factoren te kloppen om gelukkig achter je bureau te zitten, benadrukt hij. „Het is een wisselwerking, en het zijn vooral aspecten die je zelf kunt onderzoeken. Dat verschilt per persoon: iemand die tegen zijn pensioen aanzit, zal minder met groei en ontwikkeling bezig zijn dan iemand die net begint. Als je daar niet hoog op ’scoort’, hoeft dat niet te betekenen dat je ongelukkig bent.”
Door ze allemaal af te gaan, krijg je inzicht waar het wringt, en wat dus jouw werkgeluk beïnvloedt. „Wel kan één aspect de rest danig beïnvloeden”, waarschuwt hij. „Als de werkdruk onhaalbaar hoog is, kun je nog zulke leuke collega’s en goede baanzekerheid hebben, dat ervaar je dan nauwelijks meer omdat je zoveel stress ervaart.”
’Steeds meer organisaties gaan inzien dat het tijdig ingrijpen nodig is om uitval te voorkomen’
Het begint met je bewust te zijn op welke momenten van en op het werk je gelukkig bent, legt hij verder uit. „Als je merkt dat het met een collega niet lekker loopt, is het gedeelte verbondenheid en samenwerking in gedrang. Denk na hoe dat komt: misschien praat diegene een andere taal dan jij. Of is diegene geïrriteerd omdat jij je afspraken niet nakomt. Durf dus ook bij jezelf na te gaan wat jouw aandeel is.”
Bespreekbaar maken
Zelfonderzoek dus, en vervolgens de dingen waar je tegenaan loopt bespreekbaar maken. Al betekent dat niet dat het ultieme werkgeluk zich dan ineens aandient: bij sommige dingen zul je ook medewerking van anderen nodig hebben. „Als je te veel werkdruk ervaart of veiligheid mist, kun je dat niet in je eentje oplossen. Sommige dingen zijn lastig op te lossen in een organisatie”.
Steeds belangrijker
Wel merkt Vingerling dat bedrijven en organisaties werkgeluk steeds belangrijker vinden. „Er zijn zelfs bedrijven die daar functies voor hebben gecreëerd, denk aan een chief happiness. Steeds meer organisaties gaan inzien dat het tijdig ingrijpen nodig is om uitval te voorkomen. Werkgeluk is namelijk geen gevolg van een goedlopend bedrijf, het is eerder andersom: de meest succesvolle organisaties boeken resultaten door een gelukkig team. Er zit dus ook een economisch aspect achter.”
Ook letten meer bedrijven niet alleen op de dingen die op de werkvloer spelen, maar ook daarbuiten, ziet hij. „Werkgeluk is namelijk ook afhankelijk van levensgeluk. Iemand kan tevreden zijn met zijn werk, maar in een moeilijke thuissituatie zitten waardoor er spanningen ontstaan en die persoon zich alsnog ziekmeldt. Daarom is het goed te kijken naar het bredere plaatje.”
Gen Z
Iets dat de generatie Gen Z, die nu de arbeidsmarkt opkomt, al goed doet, merkt hij verder. „Zij vinden dingen als impact en zingeving belangrijker dan het financiële plaatje. Heel goed, want die zijn ook belangrijker voor werkgeluk dan geld.”
„Maar voor jong én oud geldt dat er geen banen zijn waar het non-stop een grote gelukkige bedoening is. Er zullen altijd dagen bij zitten die niet leuk zijn, maar het is oké om soms ook gewoon een kutdag te hebben. Alleen moet je goed nadenken waarom het een kutdag was, en wat je eraan kunt doen.”